Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding......7 Werking.............39 Overzicht van symbolen......7 Gecodeerde sleutels......39 Onderdelen en accessoires....7 Immobilisatiesysteem inschakelen..39 Immobilisatiesysteem uitschakelen..39 Kort overzicht Alarm Kort overzicht...........10 Werking.............40 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen........40 kinderen Alarm uitschakelen.........40 Kinderzitjes..........20 Stuurwiel Plaatsing van kinderzitjes......21 Zitverhogers..........23 Stuurwiel afstellen........41 ISOFIX verankeringspunten....24 Audiobediening........41 Kindersloten..........25...
Pagina 4
Inhoudsopgave Wegenkaartopbergvakken....86 Ruiten en spiegels Paslezer tolwegen .........86 Elektrisch bedienbare ruiten....58 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Buitenspiegels.........59 ..............87 Elektrisch verstelbare USB-poort..........87 buitenspiegels........60 Houder satelliet-navigatie-unit....87 Automatisch dimmende spiegel..60 De motor starten Instrumenten Algemene informatie......89 Meters............61 Sleutelloos starten........89 Waarschuwings- en indicatielampen........61 Stuurwielblokkering........90 Akoestische waarschuwingssignalen Een benzinemotor starten....90 en -indicaties........65...
Pagina 5
Inhoudsopgave Auto op vier wielen slepen....121 Parkeerhulp Werking...........102 Onderhoud Gebruik maken van de parkeerhulp - Auto's met Parkeerhulp achteruit..102 Algemene informatie......123 Gebruik maken van de parkeerhulp - De motorkap openen en sluiten..124 Auto's met Parkeerhulp voor en Overzicht motorruimte - 1,25 l achter ..........103 Duratec-16V (Sigma) /1,4 l Duratec-16V (Sigma) ......125...
Pagina 6
Inhoudsopgave Gebruik van sneeuwkettingen....150 Nummer selecteren......169 Technische specificatie......150 Versneld vooruit/achteruit....169 Shuffle/random (door elkaar/willekeurig)......169 Voertuigidentificatie CD-nummers herhalen......170 Voertuigidentificatieplaatje....154 CD-nummers scannen......170 Voertuigidentificatienummer (VIN)..154 MP3-bestand afspelen......170 MP3 weergave-opties......173 Technische specificaties Afspelen CD beëindigen.......173 Technische specificatie......155 Ingangsaansluiting (AUX Overzicht audio- installatie Ingangsaansluiting (AUX IN)....174 Overzicht audio-installatie....159 Storingen verhelpen audio- Beveiliging van uw audio-...
U riskeert beschadiging van uw auto Hartelijk dank voor het kiezen van een wanneer u niet de instructies opvolgt Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om waarop u door dit uw auto goed te leren kennen door dit waarschuwingssymbool wordt instructieboekje zorgvuldig te lezen.
Pagina 10
Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de volgende onderdelen zichtbaar wanneer Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Wanneer uw auto moet worden gerepareerd, kijk dan of het duidelijk...
Pagina 14
Kort overzicht Portiervergrendelingsknop. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 34). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 50). Toetsen van klimaatregeling. Zie Klimaatregeling (bladzijde 75). Kaarthouder. of Controlelamp parkeerhulp of schakelaar. Zie Parkeerhulp (bladzijde 102). Kaarthouder. of Controlelamp deactivering passagiersairbag. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 30). Contactslot.
Pagina 15
Kort overzicht Vergrendelen en ontgrendelen Sleutelloze toegang Auto ontgrendelen E78276 Voor het passief vergrendelen en E71963 ontgrendelen is een geldige passive key nodig die zich in de omgeving van een Ontgrendelen van de drie externe detectiezones Vergrendelen bevindt. Achterklep ontgrendelen Auto vergrendelen Druk de ontgrendelknop eenmaal in om de auto te ontgrendelen.
Pagina 16
Kort overzicht Auto ontgrendelen Motor starten bij uitvoeringen met handgeschakelde versnellingsbak N.B.: Door tijdens het starten het koppelingspedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het contact aan. 1. Druk het koppelingspedaal volledig in. 2. Druk de startknop kortstondig in. Zie Sleutelloos starten (bladzijde 89).
Pagina 17
Kort overzicht Aanbevolen instellingen voor verwarming E112146 Sluit de middelste luchtroosters en open E95179 de luchtroosters aan de zijkant. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 41). Richt de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten Handmatige klimaatregeling Zie Handmatige klimaatregeling Aanbevolen instellingen voor (bladzijde 76).
Pagina 18
Kort overzicht Richtingaanwijzers Aanbevolen instellingen voor verwarming E102016 E112148 Indien de hendel licht naar boven of naar Stel de temperatuur in op 22 °C. beneden wordt bewogen knipperen de Open de luchtroosters in het midden en richtingaanwijzers driemaal. aan de zijkant. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 50).
Pagina 19
Kort overzicht Airbag Handmatig verstelbare stoelen Rugleuning neerklappen - 3-deurs uitvoering E69213 WAARSCHUWING Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, mag nooit een kinderzitje achterwaarts op een voorstoel worden E112675 geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld. 1.
Pagina 20
Kort overzicht Klep van brandstofvulopening Rugleuning opklappen - 3-deurs uitvoering WAARSCHUWINGEN Voorkom dat tijdens het tanken brandstof wordt gemorst, die zich in het vulpistool bevindt. Wij raden aan minimaal 10 seconden te wachten alvorens het vulpistool uit de vulbuis te halen, zodat alle achtergebleven brandstof in de brandstoftank kan stromen.
Pagina 21
Kort overzicht Zie Tankklep (bladzijde 94).
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje PLAATSING VAN KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Wanneer een kinderzitje met steunpoot wordt gebruikt, dan moet de steunpoot stevig op de vloer rusten. Wanneer een kinderzitje met een gordel wordt gebruikt, dan mag de gordel niet slap hangt of is gedraaid. LET OP Het kinderzitje moet stevig tegen de E68920...
Pagina 24
Veiligheidsuitrusting voor kinderen U¹ Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep. Wij raden u echter aan een door de overheid goedgekeurd kinderzitje te gebruiken dat op de achterbank is geplaatst. UF¹ Geschikt voor universele, voorwaarts gekeerde kinderzitjes, die zijn goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (groep 2) ZITVERHOGERS WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de schoudergordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje met een ISOFIX veiligheidsriem aan de VERANKERINGSPUNTEN bovenzijde bevestigen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het Bevestig de veiligheidsgordel aan ISOFIX systeem een voorziening dat de bovenzijde aan geen ander punt voorkomt dat de veiligheidsgordel dan aan het verankeringspunt dat kan draaien.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWING Controleer of de rugleuning van de zitplaats achterin stevig vastzit en goed is vergrendeld. 4. Druk de rugleuning weer in verticale stand. E112197 Linkerzijde Draai linksom om te vergrendelen en rechtsom om te ontgrendelen. E87145 Rechterzijde 5.
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Reinig de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen met een vochtige doek.
Pagina 29
Bescherming van inzittenden De knieairbag voor de bestuurder treedt De zijairbags worden geactiveerd bij in werking bij zware frontale aanrijdingen zware zijdelingse aanrijdingen. De airbags of bij aanrijdingen binnen een hoek van worden in enkele milliseconden maximaal 30 graden van links of van opgeblazen en stromen weer leeg zodra rechts.
Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels Status na aanrijding WAARSCHUWING WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd Veiligheidsgordels die zijn belast ten voldoende afstand tussen uzelf en gevolge van een aanrijding moeten het stuurwiel. Alleen wanneer u de worden vervangen en de veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, verankeringen worden gecontroleerd.
Het akoestisch signaal wordt na vijf minuten uitgeschakeld, maar de lamp van het herinneringssysteem blijft branden tot de veiligheidsgordel van de voorstoel aan bestuurders- of passagierszijde is omgedaan. Herinneringssysteem uitschakelen Neem contact op met uw Ford dealer. E104440...
Bescherming van inzittenden GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS TIJDENS ZWANGERSCHAP E71313 Schakelaar voor airbag aan passagierszijde monteren E68587 WAARSCHUWING WAARSCHUWING Wanneer u een kinderzitje op een Breng de veiligheidsgordel voor uw stoel moet plaatsen, waarvoor zich eigen veiligheid, maar ook voor dat een operationele airbag bevindt, laat van uw ongeboren kind op correcte dan een schakelaar monteren waarmee...
Pagina 33
Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde uitschakelen E71312 Uitgeschakeld Ingeschakeld Zet de schakelaar in stand A. Controleer bij het aanzetten van het contact, of de controlelamp airbag aan passagierszijde uitgeschakeld gaat branden. Airbag aan passagierszijde inschakelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de airbag aan de passagierszijde is ingeschakeld wanneer zich geen kinderzitje op de passagiersstoel voorin bevindt.
Sleutels en afstandsbediening Afstandsbediening met ALGEMENE INFORMATIE inklapbaar sleutelblad OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
Pagina 35
Sleutels en afstandsbediening Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad E74385 3. Draai de schroevendraaier in de afgebeelde richting om de twee huishelften van de afstandsbediening van elkaar te scheiden. LET OP E74386 Raak de batterijcontacten of de 1. Steek een schroevendraaier in de printplaat niet met de uitsparing aan de achterzijde van de schroevendraaier aan.
Sloten Portieren met de sleutel VERGRENDELEN EN vergrendelen en ontgrendelen ONTGRENDELEN Draai de bovenzijde van de sleutel in de Centrale vergrendeling richting van de voorzijde van de auto om het portier te vergrendelen. Draai de U kunt de portieren alleen centraal bovenzijde van de sleutel in de richting vergrendelen wanneer alle portieren zijn van de achterzijde van de auto om het...
Pagina 37
Sloten De portieren van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen Voor locatie. Zie Kort overzicht (bladzijde 10). E102566 Achterklep Achterklep openen met de afstandsbediening Druk toets C op de afstandsbediening tweemaal binnen drie seconden in. De achterklep sluiten E112203 Linkerzijde Draai rechtsom om te vergrendelen. Rechterzijde Draai linksom om te vergrendelen.
Sloten Automatisch opnieuw vergrendelen De portieren worden automatisch opnieuw vergrendeld wanneer u niet binnen 45 seconden na het ontgrendelen met de afstandsbediening een portier opent. De portieren worden vergrendeld en de alarminstallatie keert terug in de vorige stand. Ontgrendelfunctie opnieuw E78276 programmeren Voor het passief vergrendelen en...
Pagina 39
Sloten Auto ontgrendelen WAARSCHUWING De auto wordt niet automatisch N.B.: Indien de auto langer dan drie vergrendeld. Indien er geen dagen niet wordt ontgrendeld, schakelt vergrendelknop wordt ingedrukt de sleutelloze toegang over op een blijft de auto ontgrendeld. energiebesparende modus. Hierdoor wordt voorkomen dat de accu leegraakt.
Pagina 40
Sloten Portieren met de sleutelbaard Als het bestuurdersportier als eerste wordt geopend blijven de andere vergrendelen en ontgrendelen portieren vergrendeld. Alle andere portieren kunnen vanuit het interieur worden ontgrendeld door de ontgrendeltoets op het instrumentenpaneel in te drukken. Voor locatie: Zie Kort overzicht (bladzijde 10).
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm Bij elke poging de auto zonder een WERKING geldige sleutel te starten of om de audio-installatie te verwijderen gaat het Het alarm is een afschrikmiddel voor alarm opnieuw af. personen die ongeoorloofd de portieren en de motorkap proberen te openen. Het Automatische vertraging van beveiligt ook de audio-installatie.
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit.
Stuurwiel • af te stemmen op het volgende radiostation op een hogere of lagere frequentie • het volgende of vorige nummer op de CD af te spelen. Druk de seek toets in en houd deze ingedrukt om: • af te stemmen op een radiostation op een hogere of lagere frequentie •...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch wissen VOORRUITWISSERS E102034 WAARSCHUWINGEN Vervang de ruitenwisserbladen zodra deze strepen water en vuil achterlaten of wanneer ze het water niet meer volledig verwijderen. Indien de E102032 ruitenwisserbladen niet worden vervangen, zal de regensensor water op Enkele wisslag de voorruit blijven waarnemen.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch N.B.: De automatische ruitenwisserfunctie moet niet worden ruitenwissersysteem ingeschakeld bij sneeuw, mist of wanneer Sommige uitvoeringen zonder een de wegen zijn gepekeld. Kies onder deze automatisch ruitenwissersysteem zijn weersomstandigheden zonodig stand A, uitgerust met een snelheidsafhankelijk C of D.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier, achter Na het loslaten van de knop of de hendel blijven de ruitenwissers nog kortstondig in werking. ACHTERRUITWISSERS EN - SPROEIERS Intervalwissen E102053 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Reinig de ruitenwisserbladen met een in VOORRUITSPROEIERS water gedrenkte, zachte spons. AFSTELLEN RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN Voorruitwisserbladen E72899 E73425 1. Druk de lip in. De ruitensproeiers kunnen worden 2. Verwijder het ruitenwisserblad. afgesteld door een speld in de N.B.: Zorg ervoor dat het kogelvormige sproeierkoppen te steken ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt en de sproeiers in de gewenste stand te...
Pagina 49
Ruitenwissers en ruitensproeiers 2. Draai het ruitenwisserblad onder een rechte hoek op de ruitenwisserarm. 3. Maak het ruitenwisserblad los van de wisserarm. 4. Verwijder het ruitenwisserblad. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 5. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
Verlichting Grootlicht en dimlicht VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E101829 Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen. Lichtsignaal E70718 Trek de schakelaarhendel naar het Off (uit) stuurwiel toe. Stads- en achterlichten Home safe verlichting Koplampen Schakel de verlichting uit en trek de Parkeerlichten...
Verlichting AUTOMATISCH IN- EN MISTACHTERLICHTEN UITSCHAKELENDE VERLICHTING E70720 WAARSCHUWINGEN Gebruik de mistachterlichten alleen wanneer het zicht minder dan 50 meter bedraagt. E70719 Schakel de mistachterlichten niet in N.B.: Wanneer u de automatisch bij regen of sneeuwval en wanneer in-/uitschakelende verlichting hebt het zicht meer dan 50 meter ingeschakeld, kunt u alleen het grootlicht bedraagt.
Verlichting U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de auto. Aanbevolen regelknopstanden Belading Gewicht in bagage- Regelknopstand ruimte Voorstoelen Achterbank Max. Max. Max. Zie Voertuigidentificatieplaatje (bladzijde 154). Alleen gesloten bestelwagen. N.B.: Beweeg de richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog WAARSCHUWINGSKNIP- of omlaag om de richtingaanwijzers PERLICHTEN...
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, gaat de interieurverlichting branden wanneer u een portier of het kofferdeksel / de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u bij afgezet contact een portier open laat staan, gaat de interieurverlichting enige tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Pagina 54
Verlichting Koplamp, dimlicht WAARSCHUWINGEN Laat de gloeilamp afkoelen voordat 1. Verwijder de koplamp. Zie Een u deze verwijdert. koplamp verwijderen (bladzijde 51). LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet aan. Breng alleen gloeilampen met het juiste vermogen aan. Zie Gloeilampentabel (bladzijde 56).
Pagina 55
Verlichting E102596 E102597 2. Verwijder het paneel. 2. Verwijder het paneel. 3. Trek aan de lamphouder en verwijder 3. Maak de klem los. Draai de deze. Verwijder de gloeilamp. lamphouder linksom en verwijder deze. Zijknipperlichten 4. Verwijder de gloeilamp. Stadslicht 1.
Pagina 56
Verlichting E112778 E112775 3. Verwijder de gloeilamp en de 2. Til de afdichting van de bagageruimte lamphouder. Verwijder de gloeilamp. Voormistlichten N.B.: De voormistlichten voor kunnen niet worden gerepareerd, raadpleeg bij defecten uw dealer. Achterlichtunits E112776 3. Verwijder de vloerbedekking. E102854 1.
Pagina 57
Verlichting Derde remlicht N.B.: De LED verlichting kan niet worden gerepareerd, raadpleeg bij defecten uw dealer. Kentekenplaatverlichting E102620 4. Verwijder de vleugelmoer. 5. Verwijder de achterlichtunit en maak E72789 de lamphouder los. 1. Maak voorzichtig de klemveer los. 2. Verwijder het lamphuis. 3.
Verlichting Leeslampen Verlichting bagagecompartiment E99453 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. E72784 3. Verwijder de gloeilamp. 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. GLOEILAMPENTABEL Lampje Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor PY21W Grootlicht Koplamp, dimlicht...
Pagina 59
Verlichting Lampje Specificatie Vermogen (watt) Leeslamp Verlichting bagagecompartiment...
Ruiten en spiegels Veiligheidsschakelaar voor de ELEKTRISCH BEDIENBARE achterste ruiten RUITEN N.B.: U kunt altijd de ruiten achterin vanaf het bestuurdersportier bedienen. WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. N.B.: Wanneer de ruiten gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking treden om schade door oververhitting te...
Ruiten en spiegels Antiklemfunctie uitschakelen 2. Laat de schakelaar los en trek hem twee tot drie keer opnieuw een LET OP seconde lang omhoog. Wanneer u de ruit voor de derde 3. Open de ruit en probeer hem keer sluit, wordt de antiklemfunctie automatisch te sluiten.
Ruiten en spiegels De spiegels klappen automatisch uit ELEKTRISCHVERSTELBARE wanneer u de auto vergrendelt met BUITENSPIEGELS behulp van de sleutel, de afstandsbediening of een verzoek van de sleutelloze toegang. De spiegels klappen uit wanneer u de auto ontgrendelt met behulp van de sleutel, de afstandsbediening, een verzoek van de sleutelloze toegang, de binnenhandgreep van het bestuurdersportier of door de...
Instrumenten METERS E102660 Toerenteller Informatiedisplay Snelheidsmeter Brandstofpeilmeter Terugsteltoets dagteller • Niet goed gesloten portier(en) Brandstofpeilmeter • Motor De pijl naast het symbool van de • Vorst benzinepomp duidt aan, aan welke zijde • Contact zich de brandstofvulklep bevindt. • Oliedruk WAARSCHUWINGS- EN •...
Pagina 64
Instrumenten Controlelamp airbag Waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur Wanneer deze lamp tijdens het rijden brandt, duidt dit op een LET OP storing. Laat het systeem Hervat uw reis niet wanneer de onmiddellijk door een goed opgeleide waarschuwingslamp gaat branden monteur controleren. terwijl het peil correct is. Laat het systeem onmiddellijk door een goed Controlelampen remsysteem opgeleide monteur controleren.
Pagina 65
Instrumenten Controlelampen motor Controlelamp 'Vorst' Controlelamp motorstoring WAARSCHUWING Ook wanneer de temperatuur tot boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen garantie dat de weg vrij is van gevaren die door plotselinge Controlelamp aandrijflijn weersveranderingen kunnen ontstaan. De lamp gaan branden en wordt oranje wanneer de Alle modelvarianten buitentemperatuur tussen 4 ºC...
Pagina 66
Instrumenten Controlelamp laag Controlelamp brandstofniveau stuurbekrachtiging Wanneer deze lamp brandt, ga Deze lamp gaan branden dan zo spoedig mogelijk tanken. wanneer zich een storing in het stuurbekrachtigingssysteem voordoet. De auto blijft bestuurbaar, maar Controlelamp grootlicht hiervoor is meer kracht vereist. Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed De controlelamp gaat branden opgeleide monteur controleren.
Instrumenten AKOESTISCHE WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGSSIGNALEN Ga niet op een in het gordelslot gestoken veiligheidsgordel zitten EN -INDICATIES om te voorkomen dat het herinneringssysteem wordt geactiveerd. Automatische transmissie Het veiligheidssysteem voor inzittenden biedt alleen optimale veiligheid wanneer Indien de keuzehendel niet in de stand P u de veiligheidsgordel correct gebruikt.
Infodisplays Instellingen ALGEMENE INFORMATIE N.B.: Het informatiedisplay blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende Bedieningstoetsen enkele minuten aan. Meerdere systemen kunnen geprogrammeerd worden m.b.v. de bedieningselementen van de audio-unit. Lijst met componenten Het gemarkeerde pictogram geeft de functie weer die momenteel in gebruik is. E103626 CD-speler Druk op de pijltoetsen omhoog en...
Pagina 69
Infodisplays RADIO AUT/HAND HANDM. AFSTELLEN SCAN AUTOM. OPSLAAN NORMAAL CD OPTIE Herh. SHUFFLE SCAN NORMAAL MP3 OF CD OPTIE Herh. SHUFFLE SCAN AVC NIVEAU AUDIO MENU GELUID DSP BEZETTING DSP EQUALISER NIEUWS ALTERNAT. FREQ. RDS REGIONAAL SLOT/SPIEG INKLAP VOERTG INSTELL. RICHT.
Pagina 70
Infodisplays Type 2 Gebruik de knop MENU en de linker pijltoets om toegang tot de menu's te N.B.: Het telefoonmenu hangt af van de krijgen. telefoonfuncties, de gespreksstatus, etc.
Pagina 71
Infodisplays Map / Tracks Zenders Radio Zenders FM AST Zenders AM AST Zenders iPOD Afspeellijsten Artiesten Albums Nummers Genres Map / Tracks Audio-ingang Telefoon Nummer kiezen Actief gesprek Opnieuw kiezen Telefoonboek Oproepen Gemiste oproepen Ontv. Oproepen Uitg. Oproepen Telefoon kiezen Bluetooth aan Alles weigeren Aanpassing volume...
Infodisplays Actieradius tot de brandstoftank TRIPCOMPUTER leeg is Duidt bij benadering de afstand aan die nog kan worden afgelegd voordat de tank leeg is. De waarde zal variëren naarmate de rijomstandigheden veranderen. Gemiddeld brandstofverbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik E103499 aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld.
Infodisplays Gong uitschakelen • Waarschuwingsmeldingen. • Informatiemeldingen. De volgende geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld: INFOBERICHTEN Niet goed gesloten portier(en) Mededeling Controlelamp Systeem Sloten. Auto is in beweging. Stop Driver door open rood de auto zo snel en veilig mogelijk en sluit het portier. Sloten.
Pagina 74
Infodisplays Sleutelloze toegang Mededeling Controlelamp Systeem Immobiliser malfunction service rood Sleutelloze toegang. Key not detected oranje Sleutelloze toegang. Key outside car oranje Sleutelloze toegang. Key battery low replace battery oranje Sloten. Turn ignition off use POWER oranje Sleutelloze toegang. button To start press brake Sleutelloze toegang.
Pagina 75
Infodisplays Mededeling Controlelamp Systeem Engine oil change due next Motor. Onderhoudsindicatie. service Stuurinrichting Mededeling Controlelamp Systeem Steering malfunction service now rood Stuurinrichting Steering malfunction stop safely rood Stuurinrichting Stuurbekrachtiging. De auto blijft bestuurbaar, maar hiervoor is Power steering malfunction oranje meer kracht vereist.
Pagina 76
Infodisplays Mededeling Controlelamp Systeem To start select N Transmissie. Door open apply brake Transmissie. Stabiliteitsregeling (ESP) Mededeling Controlelamp Systeem ABS malfunction service now oranje Stabiliteitsregeling (ESP). ESP malfunction next service Stabiliteitsregeling (ESP). ESP off Stabiliteitsregeling (ESP). Motor Mededeling Controlelamp Systeem Engine preheating oranje Motor (alleen diesel).
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Klimaatregeling Luchtrooster aan de zijkant Ventilator E71942 HANDMATIGE E102390 KLIMAATREGELING Off (uit) Toetsen voor luchtverdeling N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt kan de voorruit beslaan. Gerecirculeerde lucht Druk op de toets om te kiezen tussen toevoer van buitenlucht en het recirculeren van de in het interieur aanwezige lucht.
Pagina 79
Klimaatregeling Ventilatie Interieur snel afkoelen E102394 E102396 Stel de regelknoppen van de luchtstroom, Voorruit ontdooien en ontwasemen de aanjager en luchtroosters naar wens Airconditioning in- en uitschakelen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld. Wanneer u de aanjager weer inschakelt, schakelt de airconditioning automatisch E102397 Wanneer de temperatuur hoger is dan 4...
Klimaatregeling Temperatuur instellen Luchtvochtigheid in het interieur verlagen E102706 U kunt de temperatuur tussen 16 ºC en 28 ºC met stappen van of 0,5 ºC instellen. E102398 In de stand LO (lager dan 16 ºC) schakelt het systeem over op continu koelen, in de stand HI (hoger dan 28 °C) op continu AUTOMATISCHE verwarmen en wordt de temperatuur niet...
Pagina 81
Klimaatregeling Airconditioning in- en uitschakelen E91393 Druk op de A/C toets om de E70308 airconditioning in of uit te schakelen. A/C OFF verschijnt op het display wanneer Beenruimte de airconditioning is uitgeschakeld. Hoofdniveau A/C ON verschijnt op het display wanneer de airconditioning wordt ingeschakeld.
Klimaatregeling VERWARMDE RUITEN EN SPIEGELS Verwarmbare ruiten Schakel de ruitverwarming in om de voor- of achterruit te ontdooien of ontwasemen. N.B.: De ruitverwarming werkt alleen bij een draaiende motor. Verwarmde voorruit E103392 Verwarmde achterruit E72507 Verwarmbare buitenspiegels In de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt.
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Stoelen Hoofdsteun verwijderen WAARSCHUWING Schuif de stoel naar voren en naar Druk de knoppen in en verwijder de achteren nadat u de hendel hebt hoofdsteun. losgelaten om ervoor te zorgen dat de stoel weer goed wordt vergrendeld. HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Lendensteun instellen WAARSCHUWINGEN Breng geen extra stoelhoezen aan...
Stoelen Hellingshoek van de rugleuning instellen E102532 1. Druk de ontgrendelknoppen naar beneden en houd ze in deze stand. E70731 2. Druk de rugleuning naar voren. ACHTERBANK WAARSCHUWINGEN Zorg er bij het omhoog klappen van Rugleuningen neerklappen de rugleuningen voor dat de gordels zichtbaar zijn voor de inzittende en WAARSCHUWING niet achter de bank bekneld raken.
Pagina 86
Stoelen E112664 De stoelverwarming werk alleen met ingeschakeld contact. De maximum temperatuur wordt bereikt na vijf tot zes minuten. De temperatuur wordt door een thermostaat geregeld. De stoelverwarming blijft werken tot de schakelaart van de stoelverwarming of het contact wordt uitgeschakeld.
Gemaksfuncties N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt ZONNEKLEPPEN gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 15 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. E72973 KLOK E103382 N.B.: U kunt de klok instellen met de uur Druk het verwarmingselement in om de en minuten toetsen naast het display.
Gemaksfuncties PASLEZER TOLWEGEN E72980 WEGENKAARTOP- BERGVAKKEN E99272 Bij auto's met een warmtewerende voorruit moet de transponder zoals afgebeeld worden aangebracht (alle maten zijn in millimeters weergegeven), anders kan de chipkaart bij de tolpoorten niet goed worden afgelezen. E74686 De transponder moet aan passagierszijde worden aangebracht om te voorkomen dat het zicht van de bestuurder wordt belemmerd (bijv.
De motor starten ALGEMENE INFORMATIE Algemene opmerkingen over het starten Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels weer zijn aangesloten, een afwijkende draaikarakteristiek vertonen gedurende E85766 ca. 8 kilometer. Contact aan De oorzaak is, dat het motormanagement zich weer aan de motor moet aanpassen.
De motor starten N.B.: Houd het koppelings- of rempedaal STUURWIELBLOKKERING ingetrapt tot de motor wordt gestart. WAARSCHUWING Motor slaat niet aan. Controleer altijd voordat u probeert Het startsysteem met passive key werkt uw auto in beweging te brengen of niet indien: het stuurslot is uitgeschakeld.
Pagina 93
De motor starten Koude of warme motor 2. Druk het gaspedaal volledig in en houd het ingedrukt. Alle modelvarianten 3. Start de motor. LET OP Uitvoeringen met automatische Zet, wanneer de temperatuur lager transmissie dan -20 ºC is, het contact minimaal 1.
De motor starten Regeneratie EEN DIESELMOTOR STARTEN WAARSCHUWING Laat de motor niet stationair draaien Koude of warme motor of parkeer de wagen niet op droge bladeren, droog gras of ander Alle modelvarianten brandbaar materiaal. Het N.B.: Wanneer de temperatuur lager is DPF-regeneratieproces werkt met dan -15 ºC, mag u de startmotor 25 bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen...
BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. N.B.: Gebruik uitsluitend brandstof van N.B.: Het gebruik van niet door Ford hoge kwaliteit zonder additieven of goedgekeurde additieven of andere andere toevoegingen. motorbehandelingen worden door Ford afgeraden.
Brandstof en tanken TANKKLEP WAARSCHUWINGEN Voorkom dat tijdens het tanken brandstof wordt gemorst, die zich in het vulpistool bevindt. Wij raden aan minimaal 10 seconden te wachten alvorens het vulpistool E107539 uit de vulbuis te halen, zodat alle Plaats het vulpistool tot de eerste inkeping achtergebleven brandstof in de en houd het pistool op de plaats in de brandstoftank kan stromen.
Probeer niet de motor te starten enz. wanneer u de tank met de onjuiste Uw Ford dealer dient u gaarne van advies brandstofsoort hebt gevuld. Hierdoor hoe u het brandstofverbruik kunt kan de motor worden beschadigd. Laat verlagen.
Pagina 98
Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1.4L Duratec (96 pk) - auto- 8,9 (31,7) 5,1 (55,4) 6,5 (43,5) matische transmissie 1.6L Duratec-16V Ti-VCT (120 pk) - handgeschakelde 7,9 (35,8) 4,7 (60,1) 5,9 (47,9)
Versnellingsbak/transmissie Standen van transmissiehendel HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK De achteruit inschakelen LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. Druk het koppelingspedaal geheel in en wacht drie seconden voordat u E78310 de achteruit inschakelt.
Pagina 100
Versnellingsbak/transmissie Selecteer handmatig schakelen om WAARSCHUWINGEN handmatig gebruik te maken van de Trek voordat u de wagen voorwaartse versnellingen. Druk de verlaat de handrem aan en keuzehendel naar voren om terug te schakel de parkeerstand in. schakelen en trek hem naar achteren om Controleer of de keuzehendel is op te schakelen.
Pagina 101
Versnellingsbak/transmissie Stoppen 1. Laat het gaspedaal opkomen en druk het rempedaal in. 2. Trek de handrem aan. Kickdown Druk het gaspedaal volledig in terwijl het keuzehendel in de rijstand staat om voor optimale prestaties de eerstvolgende lagere versnelling in te schakelen. Laat E78322 het gaspedaal los wanneer kickdown niet langer gewenst is.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Alle uitvoeringen Natte remschijven hebben een lagere WAARSCHUWING wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten Bij auto's met automatische van een wasstraat het rempedaal even transmissie moet de keuzehendel voorzichtig in om de waterfilm op de altijd in de stand P staan. remschijven te laten verdampen.
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
Parkeerhulp Manoeuvreren met de U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en parkeerhulp een obstakel ca. 150 cm bedraagt of ca. 50 cm aan de zijkanten. Wanneer de afstand kleiner wordt, volgen de signalen elkaar sneller op. Een voortdurend signaal weerklinkt op een afstand van minder dan 30 centimeter tot de achterbumper.
Snelheidsregeling (cruise control) Snelheid instellen WERKING Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen. U kunt cruise control gebruiken bij snelheden hoger dan ongeveer 30 km/u. GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING (CRUISE CONTROL) E102680 Druk de schakelaar in om de huidige...
Pagina 107
Snelheidsregeling (cruise control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E102681 Accelereren (versnellen) E102682 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal proberen de auto met de eerder door u Ingestelde snelheid ingestelde snelheid te laten rijden. uitschakelen Cruise control uitschakelen E102682...
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de E72512 bagageruimte of de laadruimte. Rijd niet met geopende achterklep DAKREKKEN EN of achterdeur.
Aanhangers trekken Steile hellingen TREKKEN VAN EEN AANHANGER WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de WAARSCHUWING oplooprem van een aanhanger niet Overschrijd het maximaal door het ABS wordt geregeld. toelaatbaar treingewicht dat op het identificatieplaatje van de auto staat Schakel terug voordat u een steile afdaling niet.
Pagina 110
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Een 13 pins stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld. Trekhaakkogel ontgrendelen E71329 1. Verwijder de beschermkap (1). Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom om hem te ontgrendelen (2).
Pagina 111
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. E71332 Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld.
Pagina 112
Aanhangers trekken Rijden zonder aanhanger E94771 1. Verwijder de trekhaakkogel. 2. Steek de stekker in de houder (1). WAARSCHUWING Ontgrendel de trekhaakkogel nooit terwijl een aanhanger is aangekoppeld. Onderhoud LET OP Verwijder voordat u uw auto met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af.
Tips voor het rijden INRIJDEN DOOR WATER RIJDEN Banden Door water rijden WAARSCHUWING LET OP Rijd alleen door water in Nieuwe banden hebben een noodgevallen en niet als normaal inlooptijd van ongeveer 500 wordt gereden. kilometer (300 mijl). Gedurende deze periode kan de auto een andere De motor kan beschadigd raken als rijkarakteristiek vertonen.
Zekeringen PLAATSEN EENZEKERINGVERVANGEN ZEKERINGENHOUDERS WAARSCHUWINGEN Zekeringenkast in de Wijzig de elektrische installatie van motorcompartiment uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door goed getrainde monteurs uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle elektrische onderdelen uit voordat u probeert een zekering te...
Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringenkast in de motorcompartiment Zekering Ampère Beveiligde circuits ABS-module ABS/ESP-module Hoog toerental ventilator koelsysteem Ventilator koelsysteem Laag toerental ventilator koelsysteem Verwarmingsaanjager Voeding zekeringenkast passagiersruimte (accu) Carrosserieregelmodule (BCM) Voeding zekeringenkast passagiersruimte (ontsteking) Gloeibougies Verwarmde voorruit Niet in gebruik Relais startmotor Relais grootlicht links Relais grootlicht rechts...
Pagina 117
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Voeding verlichting Voormistlichten Richtingaanwijzers Dagverlichting Schakelaar buitenspiegels met elektrische afstelling, elektrisch inklapbare buitenspiegels, elektrisch bediende ruit (bestuurdersportier) ABS-module, ESP Koppeling van compressor airconditioning Niet in gebruik Niet in gebruik Claxon, accuspaarvoorziening, module sleutelloos- voertuigsysteem Verwarmde achterruit Brandstofpomprelais, verwarming dieselbrandstof Niet in gebruik Niet in gebruik...
Pagina 118
Zekeringen Relais Geschakelde circuits Dimlicht Dagverlichting Koelventilateur Startmotor Koppeling van compressor airconditioning Voormistlichten Brandstofpomp, brandstofverwarming Achteruitrijlicht Verwarmingsaanjager Zekeringenkast passagiersruimte - Type 1 Zekering Ampère Beveiligde circuits Ontsteking, regensensor, verwarmde voorruit Remlichten Achteruitrijlamp Hoogteverstelling koplamp- lichtbundels Ruitenwissers Achterruitwisser Sproeierpomp Parkeerhulp (auto's met parkeerhulp voorzijde) Niet in gebruik Stoelverwarming...
Pagina 119
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Ontsteking, elektrische stuurbekrachtiging (EPAS), instrumentengroep, passief anti-diefstalsysteem (PATS), PCM, keuzehendel, brand- stofpomp, Audiosysteem, instrumen- tengroep Verwarmbare buitenspiegel Contactslot Instrumentengroep Data link stekker Multifunctioneel display, klok, interne scanner, paneel verwarming, venti- latie en airconditioning (HVAC) Audiosysteem, Bluetooth Aansteker, voorste voedingspunt Aanhangermodule...
Pagina 120
Zekeringen Zekeringenkast passagiersruimte - Type 2 Zekering Ampère Beveiligde circuits Ontsteking, regensensor, verwarmde voorruit Remlichten Achteruitrijlamp Hoogteverstelling koplamp- lichtbundels Ruitenwissers Achterruitwisser Sproeierpomp Parkeerhulp (auto's met parkeerhulp voorzijde) Vooruit- en achteruitrijbevei- liging Stoelverwarming Niet in gebruik Airbagmodule Ontsteking, elektrische stuurbekrachtiging (EPAS), instrumentengroep, passief anti-diefstalsysteem (PATS), PCM, keuzehendel, brand-...
Pagina 121
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Multifunctionele display, klok, interne scanner, HVAC-paneel Audiosysteem, Bluetooth Aansteker, voorste voedingspunt Aanhangermodule Niet in gebruik Elektrisch bediende ruiten (voor) Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Elektrisch bediende ruiten (achter) Voorruitverwarming, linker- zijde...
Pagina 122
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Niet in gebruik Contactslotpositie 2 Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Relais Geschakelde circuits Contact Elektrisch inklapbare buitenspiegel 1 Elektrisch inklapbare buitenspiegel 2 Niet in gebruik Verwarmde voorruit Sleutelloze toegang (accessoire)
Bergen van de auto SLEEPPUNTEN AUTO OP VIER WIELEN SLEPEN Sleepoog, voor Alle uitvoeringen WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet. De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait.
Pagina 124
Bergen van de auto LET OP Sleep uw wagen niet achterwaarts. Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept.
• Remvloeistofpeil. Zie Controle en de inruilwaarde ten goede komen. Er vloeistofpeil koppeling en staat een groot netwerk van Ford remsysteem (bladzijde 132). Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
Onderhoud Trek de motorkap iets omhoog en DE MOTORKAP OPENEN EN beweeg de veiligheidshaak naar links. SLUITEN De motorkap openen E87786 Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten E102165 WAARSCHUWING Positie van onderdeel: Zie Kort Zorg dat de motorkap goed wordt overzicht (bladzijde 10).
Onderhoud Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 130). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OLIEPEILSTAAF - 1,25 L OLIEPEILSTAAF - 1,4 L DURATEC-16V (SIGMA) /1,4 DURATORQ-TDCI (DV) L DURATEC-16V (SIGMA) DIESEL /1,6 L DURATORQ- /1,6 L DURATEC-16V TI-VCT TDCI (DV) DIESEL...
Het oliepeil mag niet boven het MAX de motor heet is. Laat de motor merkteken komen te staan. eerst afkoelen. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Draai de dop langzaam los. Laat de druk specificatie. Zie Technische langzaam ontsnappen terwijl u de dop specificatie (bladzijde 133).
LET OP Het oliepeil mag niet boven het MAX KOPPELING EN merkteken komen te staan. REMSYSTEEM Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford WAARSCHUWINGEN specificatie. Zie Technische Voorkom dat de vloeistof in contact specificatie (bladzijde 133). komt met de huid of de ogen.
WSS-M2C913-B motorolie Motorcraft SuperPlus anti- Koelvloeistof WSS-M97B44-D vries Ford of Motorcraft Super Remvloeistof ESD-M6C57-A DOT 4 remvloeistof Als alternatief kunt u SAE 5W-30 motorolie gebruiken, wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-B. N.B.: Wanneer u uw auto gebruikt bij temperaturen lager dan -20 °C, moet u geen SAE 10W-40 motorolie gebruiken.
Pagina 136
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 1.25L Duratec-16V (Sigma)- Smeersysteem van de 82pk-handgeschakelde 3,8 (0,8) motor - inclusief oliefilter versnellingsbak 1.25L Duratec-16V (Sigma)- Smeersysteem van de 82pk-handgeschakelde 3,5 (0,8) motor - exclusief oliefilter versnellingsbak 1.25L Duratec-16V (Sigma)- 82pk-handgeschakelde Koelsysteem 5,5 (1,2) versnellingsbak 1.25L Duratec-16V (Sigma)- 82pk-handgeschakelde...
Pagina 137
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 1.6L Duratec-16V Ti-VCT Smeersysteem van de (Sigma)-120pk-handgescha- 4,1 (0,9) motor - inclusief oliefilter kelde versnellingsbak 1.6L Duratec-16V Ti-VCT Smeersysteem van de (Sigma)-120pk-handgescha- 3,8 (0,8) motor - exclusief oliefilter kelde versnellingsbak 1.6L Duratec-16V Ti-VCT (Sigma)-120pk-handgescha- Koelsysteem 5,5 (1,2) kelde versnellingsbak...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto 1. Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar GEBRUIK VAN niet raken. STARTKABELS 2. Zet het contact van beide wagens af en schakel alle stroomverbruikers uit. LET OP 3. Verbind de plus (+) pool van auto B Verbind alleen accu's met dezelfde met de plus (+) pool van auto A (kabel nominale spanning met elkaar.
Velgen en banden ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Leg zo kort mogelijke afstanden af. LET OP Gebruik uitsluitend banden en velgen Monteer nooit meer dan één met de goedgekeurde maat. Het reservewiel tegelijk. gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben N.B.: De auto kan enige ongewone en kan de typegoedkeuring ongeldig rij-eigenschappen vertonen.
Pagina 143
Velgen en banden Uitvoeringen zonder Boordkrik bandenreparatieset Wielmoersleutel Uw boordkrik en wielmoersleutel bevinden zich in de reservewielkuip. Kriksteunpunten LET OP Gebruik uitsluitend de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen.
Pagina 144
Velgen en banden E102950 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud...
Pagina 145
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de auto met de wielen in de rechtuitstand op een stevige, vlakke ondergrond staat. Zet het contact af en schakel de parkeerrem in. Schakel de eerste versnelling of de E93184 achteruit in wanneer uw auto is Uitsparingen in de dorpels A duiden de uitgerust met een handgeschakelde kriksteunpunten aan.
Pagina 146
Velgen en banden 1. Steek het platte uiteinde van de wielmoersleutel tussen de velg en het wieldeksel en verwijder voorzichtig de naafdop of het wieldeksel. E113400 7. Krik de auto op tot de band vrij is van de grond. 8. Verwijder de wielmoeren en het wiel. Wiel aanbrengen E90922 WAARSCHUWINGEN...
Velgen en banden 2. Draai de wielmoeren handvast aan. WAARSCHUWING Laat het aanhaalmoment van de wielmoeren en de bandenspanning zo spoedig mogelijk controleren. N.B.: Wanneer het reservewiel een andere maat heeft of anders is geconstrueerd dan de overige wielen, laat deze dan zo spoedig mogelijk vervangen.
Pagina 148
Velgen en banden Let op het volgende bij het gebruik van • Parkeer uw auto zodanig langs de de set: kant van de weg dat u het verkeer niet belemmert en dat u in staat bent de • Rijd voorzichtig en maak geen set te gebruiken zonder in gevaar te plotselinge stuurbewegingen, komen.
Pagina 149
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Sla de bandwang gade. Wanneer u scheuren, knobbels en dergelijke ziet verschijnen, schakel dan de compressor uit en laat de lucht met behulp van het drukregelventiel ontsnappen I. Rijd niet verder met deze band. Het afdichtmiddel bevat natuurlijk latex.
Pagina 150
Velgen en banden 2. Trek het label A waarop de maximaal Neem de stekker F uit de aansluiting toelaatbare snelheid van 80 km/u van de aansteker of het extra vermeld staat van de fles elektrisch aansluitpunt. afdichtmiddel en maak het binnen het Schroef de slang C snel van het gezichtsveld van de bestuurder vast bandenventiel.
Velgen en banden Als de band de correcte VERZORGING VAN BANDEN bandenspanning heeft, zet dan de compressorschakelaar G in stand 0, verwijder de stekker F uit de aansluiting, draai de slang C los en draai de ventieldop vast. 22. Laat slang C en H aangesloten op de fles afdichtmiddel B en berg de set veilig op.
Velgen en banden GEBRUIK VAN LET OP WINTERBANDEN Wanneer uw auto is uitgerust met wieldeksels, verwijder deze dan voordat u sneeuwkettingen LET OP monteert. Controleer of u de velgen met de winterbanden met het correcte type N.B.: Het ABS blijft normaal werken. wielmoeren hebt bevestigd.
Pagina 153
Velgen en banden Bandenspanning (koude banden) Tot 80 km/h (50 mph) Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) Alle 175/65 R14 3 (44) 3 (44) 3 (44) 3 (44) Tot 160 km/u Normale belasting Maximaal beladen...
Pagina 154
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 1.6L Duratorq-TDCi 195/45 R16 2,1 (31) 1,8 (26) 2,4 (35) 3,2 (46) (DV) dieselmotor 1.6L Duratorq-TDCi 205/40 R17 2,1 (31) 1,8 (26) 2,4 (35) 2,8 (41)
Pagina 155
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 1.6L Duratorq-TDCi 2,3 (33) 1,8 (26) 2,6 (38) 3,2 (46) 175/65 R14 (DV) dieselmotor 1.6L Duratorq-TDCi 195/50 R15 2,3 (33) 1,8 (26) 2,6 (38) 3,2 (46)
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 E87496 Voertuig Identificatie Nummer Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de Maximaal toelaatbare voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. totaalgewicht Het is ook op de linkerzijde van het Maximaal toelaatbaar instrumentenpaneel vermeld. treingewicht Maximum voorasbelasting Maximum achterasbelasting...
Pagina 160
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) hart 1e bevestigingspunt – hart 2e bevestigingspunt 267 (10,5) Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspunt 584 (23)
Overzicht audio-installatie N.B.: Audio-units zijn voorzien van een OVERZICHT AUDIO- geïntegreerd multifunctioneel display INSTALLATIE boven de CD-sleuf. Hierop wordt belangrijke informatie weergegeven over de bediening van de audio-unit. Daarnaast bevinden zich rondom het display diverse pictogrammen die oplichten wanneer een functie actief is (bijvoorbeeld CD, Radio of Aux.) Type 1...
Pagina 162
Overzicht audio-installatie Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 166). Stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 165). Opwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 164). Zie Nummer selecteren (bladzijde 169). Aan of uit en volumeregelknop Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 164). Zie Nummer selecteren (bladzijde 169). Menu selecteren Geluidsmenu selecteren.
Pagina 163
Overzicht audio-installatie E103294 CD-uitwerptoets. Zie CD-speler (bladzijde 169). Navigatiepijlen CD-sleuf. Zie CD-speler (bladzijde 169). Informatie Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 166). Geluidsmenu selecteren. Zie Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling (bladzijde 164). Zie Balance/fade (balans links/rechts, voor/achter) regeling (bladzijde 164). Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 178).
Pagina 164
Overzicht audio-installatie Opwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 164). Zie Nummer selecteren (bladzijde 169). Aan of uit en volumeregelknop Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 164). Zie Nummer selecteren (bladzijde 169). Functie 2 Functie 1 Menu selecteren Telefoon selecteren. Zie Telefoon (bladzijde 176). Extra ingang, USB en iPod selecteren.
Beveiliging van uw audio-installatie BEVEILIGINGSCODE Elke installatie heeft een unieke code die gekoppeld is aan het chassisnummer (VIN). Het systeem controleert automatisch of de audio-installatie en de auto overeenkomen, voordat het gebruik wordt toegestaan. Als een veiligheidscodemelding verschijnt, neem dan contact op met uw dealer.
Werking van de audio-installatie Het display geeft de gekozen instelling AAN/UIT TOETS weer. Druk op de toets OK om de nieuwe instelling te bevestigen. Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is afgezet worden gebruikt.
Werking van de audio-installatie Type 2 • Selecteer een golfband. • Stem af op het gewenste radiostation. • Druk op functietoets 2. • Houd een van de voorkeuzetoetsen • Druk vervolgens op één van de ingedrukt. Er verschijnen een pijltjestoetsen om de golfband in kleine voortgangsbalk en een melding.
Werking van de audio-installatie Volume van de N.B.: De AutoStore-band kan, net als bij de andere golfbanden, ook worden verkeersberichten gebruikt om radiostations handmatig op Verkeersberichten onderbreken de te slaan. normale geluidsweergave met een voorgeprogrammeerd volume dat REGELING FUNCTIE gewoonlijk hoger is dan het gebruikelijke luistervolume.
Menu's audio-installatie Regionale modus OFF (uit): Hiermee kan AUTOMATISCHE een groter gebied worden ontvangen VOLUMEREGELING wanneer naburige regionale netwerken hetzelfde programma uitzenden, maar Indien van toepassing, past de kan leiden tot overschakelen wanneer dit automatische volumeregeling (AVC) het niet het geval is. geluidsvolume aan, om geluiden van de •...
Menu's audio-installatie Wanneer een radiostation wordt gevonden wordt de weergave van het geluid hervat; wanneer er geen radiostation wordt gevonden, stemt het systeemautomatisch af op de oorspronkelijke frequentie. Indien geselecteerd wordt 'AF' op het display weergegeven. • Druk op de MENU toets. •...
CD-speler CD AFSPELEN VERSNELD VOORUIT/ACHTERUIT N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de verstreken tijd van het • Houd de zoeken omlaag of omhoog nummer op het display weergegeven. toets ingedrukt om achteruit of vooruit binnen de nummers op de CD te Druk tijdens radio-ontvangst eenmaal op gaan.
CD-speler Type 2 CD-NUMMERS HERHALEN • Druk op functietoets 3. Type 1 • Wanneer een MP3-CD wordt • Druk op de toets MENU en selecteer afgespeeld, bestaan de opties uit CD MODE. SCANNEN van de hele CD of van alleen de nummers in de map. Door •...
Pagina 173
CD-speler Elke folder kan maximaal 8 bomen • Wanneer u de extensie “.MP3” aan bevatten. een ander bestand dan een MP3 bestand toevoegt, herkent de speler Denk aan deze beperkingen voor Joliet het bestand niet correct en zal deze of Romeo in het geëxpandeerde format een geluid genereren dat uw wanneer u de software voor uw luidsprekers kan beschadigden.
Pagina 174
CD-speler N.B.: Een map die geen MP3 bestand • Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 bevat wordt overgeslagen. (aan het begin van het nummer) wordt overgeslagen, wordt geen geluid Tip voor het afspelen:om de weergegeven. Sla veranderingen in gewenste volgorde van afspelen aan te tijd over afhankelijk van de capaciteit duiden, moet vóór de map of de van ID3 tag ver.2.
CD-speler N.B.: Hierdoor wordt niet de CD MP3 WEERGAVE-OPTIES uitgeworpen; het weergeven van de CD wordt alleen onderbroken op de plaats N.B.: Bij units van type 1 kan het nodig waar de weergave van de radio werd zijn meerdere keren op de toets INFO te hervat.
Ingangsaansluiting (AUX IN) INGANGSAANSLUITING (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie...
Storingen verhelpen audio-installatie STORINGEN VERHELPEN AUDIO-INSTALLATIE Display van de audio-instal- Rectificatie latie CONTROLEER CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz. Controleer of de CD is aangebracht met de juiste zijde naar boven is gekeerd.
Dit bestand wordt een SIS-bestand genoemd en kan vanaf de Ford website In dit hoofdstuk worden de functies en www.ford-mobile-connectivity.com eigenschappen van het handsfree worden gedownload.
Telefoons die in het systeem zijn 3. Zoek het audiosysteem op. opgeslagen zijn met behulp van de 4. Selecteer Ford Audio. telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. 5. Voer het op de voertuigdisplay N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten weergegeven codenummer in met worden gekoppeld.
Telefoon Bellen N.B.: Als de audiounit wordt uitgeschakeld, wordt een telefoongesprek Een nummer kiezen m.b.v. verbroken. Wanneer de contactsleutel in spraakbesturing de stand '0' wordt gezet, blijft de telefoonverbinding behouden. Telefoonnummers kunnen m.b.v. spraakbesturing worden gekozen. Zie BEDIENINGSELEMENTEN Commando’s telefoon (bladzijde 190). TELEFOON Een nummer kiezen m.b.v.
Pagina 181
Telefoon N.B.: Als u bij het kiezen van een 1. Druk op de toets PHONE. telefoonnummer een onjuist cijfer intoetst, 2. Druk op de toets OK. druk dan op functietoets 3 om het laatste 3. Druk op functietoets 2. cijfer te wissen. Wanneer de toets lang wordt ingedrukt, wordt de complete serie Een inkomend gesprek cijfers gewist.
Pagina 182
Telefoon Microfoon dempen N.B.: Het is mogelijk om tijdens een gesprek de microfoon te dempen. Tijdens het dempen verschijnt er een bevestiging op het display. Druk op functietoets 1. Druk nogmaals op de toets om deze functie uit te schakelen. Van actieve telefoon veranderen N.B.: Voordat telefoons kunnen worden...
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
Pagina 185
Spraaksturing "CD PLAYER" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD PLAYER"...
Pagina 186
Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 187
Spraaksturing • "Five thirty one" (531) Naam opslaan • "Nine hundred" (900) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam • "Fourteen forty" (1440) in het bestand opslaan. • "Fifteen zero three" (1503) • "Ten eighty" (1080) Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 188
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
Pagina 189
Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Pagina 190
Spraaksturing Afspelen USB Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten USB-apparaat. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE"...
Pagina 191
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "PLAYLIST" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 197). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PLAYLIST NUMBER PLEASE" "PLAYLIST" "<een getal tussen 1 en 10>" "PLAYLIST <nummer>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 197). Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's.
Pagina 193
Spraaksturing Telefoonfuncties Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden Nummer kiezen gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden...
Pagina 194
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REDIAL" "REDIAL" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers.
Pagina 195
Spraaksturing Een telefoonboek aanleggen Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE Naam opslaan NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Pagina 196
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "PLAY DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S KLIMAATREGELING Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Airconditioning volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete Met gesproken commando's voor de commandomenu aan de hand van klimaatregeling kunnen het gekozen voorbeelden. aanjagertoerental, de temperatuur en de modus worden ingesteld.
Pagina 198
Spraaksturing Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "DEFROSTING ON/DEMISTING "DEFROSTING ON/DEMISTING ON" ON" "DEFROSTING OFF/DEMISTING "DEFROSTING OFF/DEMISTING OFF" OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
MP3-spelers met USB-aansluiting Breng geen USB-hubs of -splitters aan. • iPod mediaspelers (ga naar www.ford-mobile-connectivity.com voor de nieuwste compatibiliteitslijst). N.B.: Het systeem is alleen ontworpen voor het herkennen en lezen van Het systeem is USB 2.0 Full Speed geschikte audiobestanden van een compatibel, USB 1.1 Host Compliant en...
USB-kabel en een aparte 3,5 mm Maak afspeellijsten met de naam audiokabel. Wanneer gebruik wordt "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 gemaakt van deze methode moet het en 10 is voor het inschakelen van volume van de iPod op maximum worden...
Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets USB-APPARAAT omhoog/omlaag of de OK toets om door GEBRUIKEN de inhoud van het apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Verschillende pictogrammen worden de volgende andere belangrijke gebruikt voor het herkennen van informatie: verschillende audiobestanden, mappen enz.
Verbinding Houd de toetsen ingedrukt om snel Algemene categorie iPod achteruit/vooruit door een nummer te gaan. E100036 Algemeen mediabestand iPod Gebruik de functietoetsen om willekeurig afspelen en herhaald afspelen in te E100037 schakelen voor mappen en afspeellijsten. Druk op functietoets 3 om het volledige Bediening apparaat, de huidige map of een Selecteer de iPod als audiobron door...
Pagina 203
Verbinding Gebruik voor het navigeren door de inhoud van de iPod de pijltjestoets omhoog/omlaag om door de lijsten te bladeren en de pijltjestoets links/rechts om binnen de structuur omhoog of omlaag te bladeren. Druk op de OK toets om afspelen te selecteren nadat het gewenste nummer, album, genre of de gewenste afspeellijst of artiest is gemarkeerd.
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
GPS-ontvanger in de auto. fabrikanten van mobiele telefoons een groot aantal profielen in hun N.B.: De Ford Mobile Navigation moet Bluetooth apparaten implementeren. worden geïnstalleerd en geactiveerd op Daardoor is het mogelijk dat een telefoon uw mobiele telefoon.
Pagina 206
Navigatiesysteem E114213 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. 3. Kies Selecteer navigatie. 4. Kies Adres. 5. Wijzig de route-opties indien nodig en start de routebegeleiding. 6. De bochtinformatie wordt weergegeven in de voertuigdisplay. De gesproken instructies zijn hoorbaar via de voertuigluidsprekers.
Het woord, het merk en de logo's FCC/INDUSTRY CANADA Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth NOTICE SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de gebruiken. Namen van andere producten FCC-regelgeving.
Bijlagen E114220 WAARSCHUWINGEN ELEKTROMAGNETISCHE Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. COMPATIBILITEIT mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in uw wagen worden gemonteerd, wanneer WAARSCHUWINGEN deze volledig voldoen aan de parameters Uw wagen is getest en die in de onderstaande tabel zijn gecertificeerd volgens de Europese weergegeven.
Pagina 209
Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Bevestig geen antennekabels aan Houd antennekabels en de originele bedrading, stroomdraden minimaal 100 mm brandstofleidingen en remleidingen weg van elektronische modules en van de wagen. airbags. E85998 Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 –...
Pagina 210
Bijlagen Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 2400 – 2500 0,1 W Alle plaatsen Alleen voor GSM/3G mobiele telefoons met een patch antenne tegen de binnenzijde van de voorruit gemonteerd. N.B.: Controleer na het monteren van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de...
Pagina 211
Index Anti Blokkeer Systeem (ABS) Zie: Remmen..........100 Audiobediening........41 Aan/uit toets...........164 Modus.............41 Aanhangers trekken......107 Seek (zoekfunctie)........41 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Automatisch dimmende spiegel..60 ..............87 Automatische klimaatregeling....78 Aansluitpunten van de accu ....139 Airconditioning in- en uitschakelen....79 Aansteker..........85 Automatische airconditioning Accessoires uitschakelen..........79 Zie: Onderdelen en accessoires....7 Gerecirculeerde lucht........79 Accu van de auto........138...
Pagina 212
Index Batterij van afstandsbediening Commando’s klimaatregeling.....195 Zie: Batterij van afstandsbediening Airconditioning..........195 Commando’s telefoon......190 vervangen..........32 Batterij van afstandsbediening Een telefoonboek aanleggen....193 vervangen..........32 Hoofdinstellingen........194 Afstandsbediening met inklapbaar Telefoon............190 sleutelblad..........32 Telefoonfuncties..........191 Controle koelvloeistofpeil Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad..........33 Zie: Motorkoelvloeistof controleren..131 Bedieningselementen telefoon...178 Controle oliepeil Afstandsbediening........178 Zie: Motorolie controleren......130 Bekerhouders..........85...
Pagina 213
Index Een wiel vervangen.......140 Gebruik maken van snelheidsregeling (cruise control)........104 Boordkrik............140 Kriksteunpunten..........141 Cruise control inschakelen......104 Uitvoeringen met een ruimtebesparend Cruise control uitschakelen......105 reservewiel..........140 Ingestelde snelheid opnieuw Wiel aanbrengen.........144 inschakelen..........105 Wielslotmoeren...........140 Ingestelde snelheid uitschakelen.....105 Wiel verwijderen..........143 Ingestelde snelheid veranderen....104 Een zekering vervangen.......113 Snelheid instellen........104 Eerstehulpset..........112 Gebruik maken van...
Pagina 214
Index Handmatig verstelbare stoelen....82 Introductie ..........203 Hellingshoek van de rugleuning Compatibiliteit van instellen............83 telefoontoestellen........203 Hoogte van de bestuurdersstoel Micro SD-kaart installeren......203 verstellen...........82 Navigatiesysteem mobiele telefoon Lendensteun instellen.........82 activeren..........203 Introductie navigatie ......202 Stoelen naar voren of naar achteren iPod gebruiken ........200 schuiven............82 Handrem Bediening............200...
Pagina 215
...............130 Onderdelen en accessoires....7 Menu's audio-installatie......167 Kijk voor het Ford logo op de volgende Meters............61 onderdelen..........8 Brandstofpeilmeter........61 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Mistachterlichten........49 onderdelen Ford onderdelen zijn.....7 Mistlamp Onderhoud..........123 Zie: Voorste mistlampen......49 Algemene informatie........123 Motorkapslot Technische specificatie......133...
Pagina 216
Index Passagiersairbag uitschakelen.....30 Ruitenwisserbladen vervangen....46 Airbag aan passagierszijde Achterruitwisserblad........46 inschakelen..........31 Voorruitwisserbladen........46 Ruitenwissers en ruitensproeiers..43 Airbag aan passagierszijde uitschakelen..........31 Schakelaar voor airbag aan passagierszijde monteren......30 Persoonlijke instellingen......70 Setup Bluetooth........177 Gong uitschakelen........71 Eisen voor een Bluetooth verbinding..177 Maateenheden..........70 Telefoons bedienen........177 Plaatsen zekeringenhouders....113 Setup telefoon........176 Zekeringenkast in de Een andere Bluetooth telefoon...
Pagina 217
Index Specificatie-overzicht zekeringen..114 Telefoon Zekeringenkast in de Zie: Gebruik maken van de telefoon ..178 Telefoon..........176 motorcompartiment.......114 Zekeringenkast passagiersruimte - Type Algemene informatie........176 Tips voor het rijden met ABS 1..............116 Zekeringenkast passagiersruimte - Type Zie: Tips voor rijden met ABS....100 Tips voor het rijden........111 2..............118 Spiegels Tips voor rijden met ABS......100...
Pagina 218
Index Vergrendelen en ontgrendelen....34 Voorruitwissers........43 Achterklep.............35 Automatisch ruitenwissersysteem....44 Automatisch opnieuw vergrendelen..36 Automatisch wissen........43 Bevestiging van het vergrendelen en Intervalwissen..........43 Voorste mistlampen.......49 ontgrendelen..........34 Voorzorgsmaatregelen voor koude Centrale vergrendeling........34 weersomstandigheden.......111 De portieren van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen........35 Dubbel vergrendelen........34 Ontgrendelfunctie opnieuw Waarschuwings- en programmeren.........36 indicatielampen........61 Portieren afzonderlijk met de sleutel...
Pagina 219
Index Wegenkaartopbergvakken....86 Werking van de audio-installatie..164 Winterbanden Zie: Gebruik van winterbanden....150 Zekeringen..........113 Zitverhogers..........23 Kinderzitje (groep 2)........23 Zitverhoger (groep 3)........23 Zonnekleppen.........85...