Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding ........7 Werking..............40 Overzicht van symbolen.........7 Gecodeerde sleutels........40 Aanbeveling nieuwe onderdelen....8 Immobilisatiesysteem inschakelen..40 Immobilisatiesysteem uitschakelen..40 In één oogopslag Alarm In één oogopslag ..........10 Werking...............41 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen..........41 kinderen Alarm uitschakelen.........41 Kinderzitjes............19 Stuurwiel Plaatsing van kinderzitjes......20 Stoelverhogers ..........23 Stuurwiel afstellen........42 ISOFIX verankeringspunten.......24...
Pagina 4
Inhoudsopgave Wegenkaartopbergvakken......90 Ruiten en spiegels Paslezer tolwegen.........90 Elektrisch bedienbare ruiten......58 Aansluiting Auxiliary ingang......90 Buitenspiegels..........59 USB-poort............91 Elektrisch verstelbare buitenspiegels..........59 Houder satelliet-navigatie-unit....91 Automatisch dimmende spiegel.....60 Vloermatten............91 Instrumentenpaneel Motor starten en stoppen Meters..............61 Algemene informatie........92 Waarschuwings- en Contactslot............92 indicatielampen..........61 Sleutelloos starten........92 Akoestische waarschuwingssignalen en Stuurwielblokkering........94 -indicaties.............65 Een benzinemotor starten......94...
Pagina 5
Inhoudsopgave Door water rijden..........121 Remmen Werking............108 Wat te doen bij pech Tips voor rijden met ABS ......108 Eerstehulpset..........122 Parkeerrem.............108 Gevarendriehoek...........122 Stabiliteitsregeling Zekeringen Werking............109 Plaatsen zekeringenhouders....123 Gebruik maken van stabiliteitsregeling........109 Een zekering vervangen......123 Specificatie-overzicht zekeringen..124 Parkeerhulp Bergen van de auto Werking.............110 Parkeerhulp - Auto's met: Parkeerhulp Sleeppunten...........133 achteruit............110...
Pagina 6
Inhoudsopgave Kleine lakschade repareren......147 Autostore toets..........177 Regeling functie verkeersinformatie..177 Accu van de auto Menu's audio-installatie Starten met hulpstartkabels ....148 Aansluitpunten van de accu ....149 Automatische volumeregeling....179 Digitale signaalverwerking (DSP)..179 Velgen en banden Nieuwsberichten...........179 Algemene informatie........150 Alternatieve frequenties......179 Een wiel vervangen........150 Regionale modus (REG)......180 Bandenreparatieset........156 CD-speler...
OVER DEZE HANDLEIDING de passagiers tegen allergie opwekkende deeltjes in de buitenlucht. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen om Neem voor meer informatie contact op met uw auto kennis te maken door deze met TÜV via www.tuv.com.
Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn • Voor- en achterbumper gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de volgende onderdelen zichtbaar wanneer Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Wanneer uw auto moet worden gerepareerd, kijk dan of het duidelijk...
Pagina 14
In één oogopslag Portiervergrendelingsknop. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 35). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 50). Toetsen van klimaatregeling. Zie Klimaatregeling (bladzijde 78). Kaarthouder of waarschuwingslamp/schakelaar parkeerhulp. Zie Parkeerhulp (bladzijde 110). Kaarthouder of waarschuwingslamp deactivering passagiersairbag. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 30). Start/stop-schakelaar.
Pagina 15
In één oogopslag Vergrendelen en ontgrendelen Sleutelloze toegang Auto ontgrendelen E78276 Voor het passief vergrendelen en ontgrendelen is een geldige passieve sleutel nodig die zich in de omgeving van een van de drie externe detectiezones E71963 bevindt. Ontgrendelen Auto vergrendelen Vergrendelen Kofferdeksel/achterklep ontgrendelen...
Pagina 16
In één oogopslag Auto ontgrendelen Druk het koppelingspedaal volledig in. 2. Druk de startknop kortstondig in. Zie Sleutelloos starten (bladzijde 92). Stuurwiel instellen WAARSCHUWING Verstel het stuurwiel nooit wanneer de auto in beweging is. E87384 Druk een vergrendelknop eenmaal in. Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 37).
Pagina 17
In één oogopslag Aanbevolen instellingen voor verwarming E112146 Sluit de middelste luchtroosters en open E95179 de luchtroosters aan de zijkant. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 42). Richt de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten Handmatige klimaatregeling Zie Handmatige klimaatregeling Aanbevolen instellingen voor koeling (bladzijde 79).
Pagina 18
In één oogopslag Richtingaanwijzers Aanbevolen instellingen voor verwarming E102016 E112148 Indien de hendel licht naar boven of naar Stel de temperatuur in op 22 °C. beneden wordt bewogen knipperen de Open de luchtroosters in het midden en richtingaanwijzers driemaal. aan de zijkant. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 50).
Pagina 19
In één oogopslag Airbag Rugleuning neerklappen - 3-deurs uitvoering E69213 WAARSCHUWING Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, E112675 mag nooit een kinderzitje achterwaarts op een voorstoel worden Rugleuning opklappen - 3-deurs geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld. uitvoering Zie Veiligheidsuitrusting voor kinderen (bladzijde 19).
Pagina 20
In één oogopslag Klep van brandstofvulopening E119081 Til het vulpistool licht op om het te verwijderen. Zie Tankklep (bladzijde 101). E140041 Druk op de klep om deze te openen. Open de klep volledig tot hij vergrendelt. E139202 Breng het vulpistool tot en met de eerste nok op het vulpistool in.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter. Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, dient u het kinderzitje door een hiertoe opgeleide monteur te laten controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het E133140 gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.
Neem contact op met uw dealer voor zonder dat er speling overblijft, zet de de laatste informatie betreffende rugleuning dan recht omhoog en zet de stoel door Ford aanbevolen kinderzitjes. in een hogere stand. Zie Stoelen (bladzijde 84).
Pagina 23
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Plaats Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Voorstoel aan passa- gierszijde, met airbag UF¹ UF¹ UF¹ Voorstoel aan passa- gierszijde met airbag U¹ U¹ U¹...
Pagina 24
Baby Safe. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Romer Duo. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (Groep 2) STOELVERHOGERS WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de schoudergordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje met een ISOFIX veiligheidsriem aan de bovenzijde VERANKERINGSPUNTEN bevestigen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX Bevestig de veiligheidsgordel aan de systeem een voorziening dat bovenzijde aan geen ander punt dan voorkomt dat de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt dat kan draaien.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWING Controleer of de rugleuning van de zitplaats achterin stevig vastzit en goed is vergrendeld. 4. Druk de rugleuning weer in verticale stand. E112197 Linkerzijde Draai linksom om te vergrendelen en rechtsom om te ontgrendelen. E87145 Rechterzijde 5.
Bescherming van inzittenden N.B.: Reinig de panelen van de airbags met WERKING een vochtige doek. Airbags Airbags voor de bestuurder en passagier, voorin WAARSCHUWINGEN Wijzig de voorzijde van de wagen op geen enkele wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het ontvouwen van de airbags kunnen hebben.
Pagina 29
Bescherming van inzittenden De knieairbag voor de bestuurder treedt in De zijairbags worden geactiveerd bij zware werking bij zware frontale aanrijdingen of zijdelingse aanrijdingen. De airbags worden bij aanrijdingen binnen een hoek van in enkele milliseconden opgeblazen en maximaal 30 graden van links of van stromen weer leeg zodra zij in contact rechts.
Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd WAARSCHUWING voldoende afstand tussen uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer u de Steek de slottong in het gordelslot veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, tot een zachte klik hoorbaar is. kan deze u op uw plaats houden, waardoor Wanneer de veiligheidsgordel niet de airbag zijn maximale bescherming kan...
Herinneringssysteem uitschakelen Neem contact op met uw Ford dealer. GEBRUIK VAN E104440 N.B.: Door het stelmechanisme iets in te VEILIGHEIDSGORDELS drukken terwijl u de knop indrukt komt het TIJDENS ZWANGERSCHAP verstelmechanisme makkelijker los.
Bescherming van inzittenden De heupgordel moet comfortabel over de Wanneer de controlelamp van de airbag heupen liggen aan de onderzijde van uw tijdens het rijden gaat branden of zwangere buik. Leg de schoudergordel knipperen, duidt dit op een storing. Zie tussen uw borsten, boven en aan de zijkant Waarschuwings- en indicatielampen van uw zwangere buik.
Sleutels en afstandsbediening Een nieuwe afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE programmeren OVER RADIOFREQUENTIES Draat, om nieuwe afstandsbedieningen te programmeren, het contactslot LET OP viermaal binnen zes seconden in de De radiofrequentie van de stand II. afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een 2.
Sleutels en afstandsbediening 2. Draai de schroevendraaier in de BATTERIJ VAN afgebeelde richting om een begin te AFSTANDSBEDIENING maken de twee huishelften van de VERVANGEN afstandsbediening van elkaar te scheiden. Zorg dat u oude batterijen op milieuvriendelijke wijze weggooit. Zoek advies m.b.t. de plaatselijke E107998 regels m.b.t.
Pagina 35
Sleutels en afstandsbediening Breng het sleutelblad aan. Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad Type 1 E126281 LET OP Raak de batterijcontacten of de printplaat niet met de schroevendraaier aan. E126152 3. Maak de batterij voorzichtig met de Steek een schroevendraaier in de schroevendraaier los.
Pagina 36
Sleutels en afstandsbediening 5. Maak de batterij voorzichtig met de schroevendraaier los. 6. Breng een nieuwe batterij (3V CR 2032) aan met de + naar beneden gekeerd. Zet de twee huishelften van de afstandsbediening op elkaar vast. 8. Breng het sleutelblad aan. E105362 3.
Sloten Met afstandsbediening dubbel VERGRENDELEN EN vergrendelen ONTGRENDELEN Druk de toets tweemaal binnen N.B.: Laat uw sleutels niet in de auto liggen. drie seconden in. Vergrendelen Ontgrendelen Met sleutel vergrendelen Met sleutel ontgrendelen Draai de bovenzijde van de sleutel in de Draai de bovenzijde van de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto.
Pagina 38
Sloten Bevestiging van het vergrendelen Kofferdeksel/achterklep sluiten en ontgrendelen N.B.: Wanneer uw auto is uitgerust met dubbele vergrendeling, knipperen de richtingaanwijzers slechts tweemaal wanneer u de dubbele vergrendeling inschakelt. Wanneer u de portieren vergrendelt, knipperen de richtingaanwijzers tweemaal. Wanneer u de portieren ontgrendelt, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal.
Sloten Linkerzijde N.B.: Wanneer het passive entry systeem niet werkt, moet u voor het vergrendelen en Draai rechtsom om te vergrendelen. ontgrendelen van uw auto de sleutelbaard gebruiken. Rechterzijde De sleutelloze toegang maakt het gebruik Draai linksom om te vergrendelen. van een sleutel of afstandsbediening overbodig.
Pagina 40
Sloten Auto vergrendelen Kofferdeksel/achterklep N.B.: Als de passieve sleutel zich bij gesloten portieren in de bagageruimte bevindt, kan het kofferdeksel/de achterklep niet worden gesloten en komt deze weer omhoog. N.B.: Indien zich een tweede geldige passieve sleutel binnen het detectiegebied van het kofferdeksel/de achterklep bevindt, kan het kofferdeksel/de achterklep niet worden gesloten.
Pagina 41
Sloten Portieren met de sleutelbaard Alleen bestuurdersportier vergrendelen en ontgrendelen ontgrendelen Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is geprogrammeerd zodat alleen het bestuurdersportier en het kofferdeksel/de achterklep worden ontgrendeld ( Zie Programmeren van de afstandsbediening (bladzijde 31). ), let dan op het volgende: Als het bestuurdersportier als eerste wordt geopend blijven de andere portieren vergrendeld.
Wanneer u een sleutel verliest, kunt u bij uw Ford dealer een vervangingssleutel verkrijgen. Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd.
Alarm WERKING ALARM UITSCHAKELEN Uitvoeringen zonder sleutelloze Het systeem is een afschrikmiddel voor personen die ongeoorloofd de portieren en toegang de motorkap proberen te openen. Het Schakel de alarminstallatie en het beveiligt ook de audio-installatie. alarmsignaal uit door de deuren met de Alarm activeren sleutel te ontgrendelen, zet het contact met een correct gecodeerde sleutel aan of...
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN AUDIOBEDIENING WAARSCHUWING Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 84). E72288 Volume hoger Opwaarts zoeken Volume lager Neerwaarts zoeken Modus Modus Druk de modus toets in en houd deze...
Stuurwiel • af te stemmen op een radiostation op een hogere of lagere frequentie • door een CD nummer te zoeken SPRAAKSTURING E102756 Druk op de toets om de spraakbesturing in of uit te schakelen. Voor meer informatie Zie Spraaksturing (bladzijde 193).
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch ruitenwissersysteem VOORRUITWISSERS Sommige uitvoeringen zonder een automatisch ruitenwissersysteem zijn uitgerust met een snelheidsafhankelijk ruitenwissersysteem voor de voorruit. Wanneer de auto tot loopsnelheid of tot stilstand wordt gebracht, wordt de ruitenwissersnelheid automatisch naar de volgende lagere snelheid teruggebracht. Wanneer de auto in snelheid toeneemt, keert de ruitenwissersnelheid terug naar de met de hand gekozen instelling.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie uit voordat u een wasstraat binnenrijdt. E102051 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is. E102033 Wanneer de knop op het uiteinde van de Hoge gevoeligheid hendel wordt ingedrukt worden zowel de sproeiers als de ruitenwissers...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Wissen tijdens achteruitrijden RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN De achterruitwisser wordt automatisch ingeschakeld wanneer de achteruit wordt ingeschakeld als: • treedt deze automatisch in werking wanneer de achteruit wordt ingeschakeld, • de ruitenwisserhendel in de stand A, B, C of D staat en •...
Pagina 49
Ruitenwissers en ruitensproeiers 3. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Achterruitwisserblad Til de ruitenwisserarm op. E86456 2. Draai het ruitenwisserblad onder een rechte hoek op de ruitenwisserarm. 3. Maak het ruitenwisserblad los van de wisserarm. 4. Verwijder het ruitenwisserblad. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten.
Verlichting Grootlicht en dimlicht VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E101829 Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen. Lichtsignaal Trek de schakelaarhendel naar het stuurwiel toe. E70718 Home safe verlichting Off (uit) Schakel de verlichting uit en trek de Stads- en achterlichten richtingaanwijzer naar het stuurwiel toe Koplampen...
Verlichting AUTOMATISCH IN- EN MISTACHTERLICHTEN UITSCHAKELENDE VERLICHTING E70720 WAARSCHUWINGEN E70719 Gebruik de mistachterlichten alleen wanneer het zicht minder dan 50 N.B.: Wanneer u de automatisch meter bedraagt. in-/uitschakelende verlichting hebt ingeschakeld, kunt u alleen het grootlicht Schakel de mistachterlichten niet in inschakelen wanneer de functie de bij regen of sneeuwval en wanneer koplampen heeft ingeschakeld.
Verlichting Aanbevolen regelknopstanden Belading Gewicht in bagage- Regelknopstand ruimte Voorstoelen Achterbank Max. Max. Max. Zie Voertuigidentificatieplaatje (bladzijde 164). Alleen gesloten bestelwagen. RICHTINGAANWIJZERS WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN N.B.: Afhankelijk van de verkeerswetgeving van het land waarin uw wagen oorspronkelijk is gebouwd, knipperen de waarschuwingsknipperlichten wanneer u krachtig remt.
Verlichting Leeslampen INTERIEURVERLICHTING Instapverlichting E112208 E112207 Off (uit) Portiercontact Wanneer u de schakelaar in stand B zet, E143927 gaat de interieurverlichting branden Wanneer u het contact afzet, gaan de wanneer u een portier of de achterklep leeslampen korte tijd later automatisch uit ontgrendelt of opent.
Verlichting E102590 3. Trek de stekker los. 4. Verwijder de koplamp. E102593 N.B.: Zorg er bij het monteren van de 2. Verwijder het paneel. koplamp voor dat deze volledig in de 3. Draai de lamphouder linksom en klemmen voor de koplamp aangrijpt. verwijder deze.
Pagina 55
Verlichting 3. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 4. Verwijder de gloeilamp. Grootlicht Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 51). E102596 2. Verwijder het paneel. 3. Trek aan de lamphouder en verwijder deze. Verwijder de gloeilamp. Zijknipperlichten E102597 2.
Pagina 56
Verlichting E112778 E112775 3. Verwijder de gloeilamp en de 2. Til de afdichting van de bagageruimte lamphouder. Verwijder de gloeilamp. Voormistlichten N.B.: De voormistlichten voor kunnen niet worden gerepareerd, raadpleeg bij defecten uw dealer. Achterlichtunits E112776 3. Verwijder de vloerbedekking. E102854 1.
Pagina 57
Verlichting Derde remlicht N.B.: De LED verlichting kan niet worden gerepareerd, raadpleeg bij defecten uw dealer. Kentekenplaatverlichting E102620 4. Verwijder de vleugelmoer. 5. Verwijder de achterlichtunit en maak de E72789 lamphouder los. Maak voorzichtig de klemveer los. 2. Verwijder het lamphuis. 3.
Verlichting Leeslampen Bagageruimtelamp en beenruimtelamp E99453 Werk de lamp voorzichtig los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. E72784 3. Verwijder de gloeilamp. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. GLOEILAMPENTABEL Lampje Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor PY21W Grootlicht Koplamp, dimlicht...
Ruiten en spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. N.B.: Wanneer de ruiten gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem E121511 een bepaalde tijd buiten werking treden om schade door oververhitting te voorkomen.
Ruiten en spiegels Om deze veiligheidsvoorziening uit te BUITENSPIEGELS schakelen wanneer er meer weerstand is, bijvoorbeeld in de winter, gaat u als volgt WAARSCHUWING te werk: Vergis u niet in de afstand van Sluit de ruiten tweemaal tot aan de voorwerpen die u in deze weerstand en laat deze terugschuiven.
Ruiten en spiegels Richtingen waarin de spiegel kan AUTOMATISCH DIMMENDE worden gekanteld SPIEGEL E71028 De automatisch dimmende E71281 achteruitkijkspiegel voorkomt verblinding Elektrisch inklapbare door achteropkomend verkeer. Bij buitenspiegels ingeschakelde achteruitversnelling werkt hij niet. Automatisch inklappen en uitklappen N.B.: Als de spiegels zijn ingeklapt met behulp van de toets handmatig inklappen, dan kunnen deze alleen worden uitgeklapt met behulp van de toets handmatig...
Instrumentenpaneel METERS E102660 Toerenteller Informatiedisplay en koelvloeistoftemperatuurmeter Snelheidsmeter Brandstofpeilmeter Terugsteltoets dagteller Brandstofpeilmeter WAARSCHUWINGS- EN INDICATIELAMPEN De pijl naast het symbool van de benzinepomp duidt aan, aan welke zijde zich de brandstofvulklep bevindt. De volgende waarschuwings- en controlelampen gaan branden wanneer Koelvloeistoftemperatuurmeter het contact wordt aangezet: •...
Pagina 64
Instrumentenpaneel Waarschuwingslamp • Oliedruk koelvloeistoftemperatuur • Stuurbekrachtiging • Stabiliteitsregeling (ESP) LET OP Indien een van deze waarschuwings- of Hervat uw reis niet wanneer de controlelampen niet gaat branden waarschuwingslamp gaat branden wanneer het contact wordt aangezet, duidt terwijl het peil correct is. Laat het dit op een storing.
Pagina 65
Instrumentenpaneel Controlelampen motor Controlelamp 'Vorst' Controlelamp motorstoring WAARSCHUWING Ook wanneer de temperatuur tot boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen garantie dat de weg vrij is van gevaren die door plotselinge Controlelamp aandrijflijn weersveranderingen kunnen ontstaan. De lamp gaan branden en wordt oranje wanneer de Alle modelvarianten buitentemperatuur tussen 4 ºC...
Pagina 66
Instrumentenpaneel Controlelamp koplampen Controlelamp mistachterlicht De controlelamp gaat branden De controlelamp gaat branden wanneer u het dimlicht van de wanneer u de mistachterlichten koplamp, de zijlichten of de inschakelt. achterlichten inschakelt. Herinneringssysteem Controlelamp laadstroom veiligheidsgordel Wanneer deze lamp tijdens het Zie Waarschuwingssignaal rijden brandt, duidt dit op een veiligheidsgordel (bladzijde...
Instrumentenpaneel AKOESTISCHE WAARSCHUWINGEN Ga niet op een in het gordelslot WAARSCHUWINGSSIGNALEN gestoken veiligheidsgordel zitten om EN -INDICATIES te voorkomen dat het herinneringssysteem wordt geactiveerd. Automatische transmissie Het veiligheidssysteem voor inzittenden biedt alleen optimale veiligheid wanneer Indien de keuzehendel niet in de stand P u de veiligheidsgordel correct gebruikt.
Infodisplays Instellingen ALGEMENE INFORMATIE N.B.: Het informatiedisplay blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende enkele Bedieningstoetsen minuten aan. Meerdere systemen kunnen geprogrammeerd worden m.b.v. de bedieningselementen van de audio-unit. Lijst met componenten Het pictogram verandert om de gebruikte functie aan te duiden. E103626 CD-speler Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag...
Pagina 69
Infodisplays RADIO AUT/HAND HANDM. AFSTELLEN SCAN AUTOM. OPSLAAN NORMAAL CD OPTIE Herh. SHUFFLE SCAN NORMAAL MP3 OF CD OPTIE Herh. SHUFFLE SCAN AVC NIVEAU AUDIO MENU GELUID DSP BEZETTING DSP EQUALISER NIEUWS ALTERNAT. FREQ. RDS REGIONAAL SLOT/SPIEG INKLAP VOERTG INSTELL. RICHT.
Pagina 70
Infodisplays Type 2 Gebruik de knop MENU en de linker pijltoets om toegang tot de menu's te N.B.: Het telefoonmenu hangt af van de krijgen. telefoonfuncties, de gespreksstatus, etc.
Pagina 71
Infodisplays Map / Tracks Zenders Radio Zenders FM AST Zenders AM AST Zenders iPOD Afspeellijsten Artiesten Albums Nummers Genres BT Audio Audio-ingang Telefoon Nummer kiezen Actief gesprek Opnieuw kiezen Telefoonboek Oproepen Gemiste oproepen Ontv. Oproepen Uitg. Oproepen Telefoon kiezen Bluetooth aan Alles weigeren Aanpassing volume Menu...
Pagina 72
Infodisplays Type 3 Gebruik de knop MENU en de linker pijltoets om toegang tot de menu's te N.B.: Het telefoonmenu hangt af van de krijgen. telefoonfuncties, de gespreksstatus, etc. Radio FM AST AM AST iPOD BT Audio Audio-ingang Telefoon Nummer kiezen Telefoonboek Oproepen Bluetooth on...
Infodisplays Gemiddeld brandstofverbruik TRIPCOMPUTER Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld. Momentaan brandstofverbruik Geeft het actuele brandstofverbruik aan. E102759 Druk op de toets om door de schermen te scrollen. Scroll naar de gewenste display Stationair brandstofverbruik voor het resetten van de Geeft het actuele...
Infodisplays • Momentaan brandstofverbruik PERSOONLIJKE • Gemiddelde snelheid INSTELLINGEN Gong uitschakelen Maateenheden De volgende geluidssignalen kunnen Blader naar dit display en druk op de worden uitgeschakeld: OK-toets om te wisselen tussen metrische • Waarschuwingsmeldingen. en Engelse eenheden. • Informatiemeldingen. Het wisselen naar andere maateenheden via dit display heeft invloed op de volgende displays: •...
Pagina 75
Infodisplays Niet goed gesloten portier(en) Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Auto is in beweging. Stop de auto portier bestuurd. open rood zo snel en veilig mogelijk en sluit het portier. Auto is in beweging. Stop de auto zijport. achter best. open rood zo snel en veilig mogelijk en sluit het portier.
Pagina 76
Infodisplays Immobilisatiesysteem Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Laat het systeem zo snel mogelijk startonderbr. storing service nu rood door een goed opgeleide en vakkundige monteur controleren. Sleutelloze toegang Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Zie Sleutelloze toegang (blad- sleutel niet herkend oranje zijde 37).
Pagina 77
Infodisplays Onderhoud Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Zie Controle vloeistofpeil Brake fluid level low stop safely rood koppeling en remsysteem (bladzijde 142). Laat het systeem onmiddellijk remsysteem storing veilig stoppen rood door een goed opgeleide monteur controleren. Zie Motorolie controleren motorolie druk laag stop veilig rood (bladzijde 141).
Pagina 78
Infodisplays Transmissie Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Laat het systeem onmiddellijk transmissie storing service nu rood door een goed opgeleide monteur controleren. Onder bepaalde rijomstandig- heden kunnen de koppelingen in de transmissie oververhit raken. Onder dergelijke omstandigheden moet het rempedaal worden transmissie oververhit veilig ingetrapt en de auto worden stil- rood...
Pagina 79
Infodisplays Stabiliteitsregeling (ESP) Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Laat het systeem zo snel mogelijk ABS storing service nu oranje door een goed opgeleide en vakkundige monteur controleren. Laat het systeem onmiddellijk ESP storing volg. servicebeurt door een goed opgeleide monteur controleren.
Klimaatregeling Het interieur verwarmen WERKING Laat de lucht naar de beenruimten Buitenlucht stromen. Laat, bij koud of vochtig weer, een geringe hoeveelheid lucht naar de Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij voorruit en de portierruiten stromen. van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Het interieur afkoelen effectief kan werken.
Klimaatregeling N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt HANDMATIGE kan de voorruit beslaan. KLIMAATREGELING Gerecirculeerde lucht Toetsen voor luchtverdeling E73059 Druk op de toets om te kiezen tussen toevoer van buitenlucht en het recirculeren van de in het interieur aanwezige lucht. Systeeminstellingen N.B.: Stel alle bedieningen in op de afgebeelde posities.
Pagina 82
Klimaatregeling Stel de regelknoppen van de luchtstroom, Voorruit ontdooien en ontwasemen de aanjager en luchtroosters naar wens in. Airconditioning in- en uitschakelen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld. Wanneer u de aanjager weer inschakelt, schakelt de airconditioning automatisch E102397 Wanneer de temperatuur hoger is dan 4 Koelen met buitenlucht...
Klimaatregeling U kunt de temperatuur instellen tussen 16 AUTOMATISCHE °C en 28 °C in stappen van 0,5 °C. In de KLIMAATREGELING positie LO, lager dan 16 °C, schakelt het systeem naar permanente koeling. In de Het systeem regelt automatisch de positie HI, hoger dan 28 °C, schakelt het temperatuur, de hoeveelheid en verdeling systeem naar permanente verwarming.
Klimaatregeling Gerecirculeerde lucht Wanneer u voorruit ontdooien en ontwasemen kiest schakelen A, B en C automatisch uit en wordt de airconditioning ingeschakeld. Buitenlucht stroomt nu het interieur in. U kunt de recirculatiestand niet selecteren. Druk op de recirculatietoets om de lucht te laten recirculeren.
Pagina 85
Klimaatregeling Verwarmde achterruit E72507 Verwarmbare buitenspiegels In de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt. Wanneer u de achterruitverwarming inschakelt, worden deze elementen automatisch ingeschakeld.
Stoelen • het stuurwiel met licht gebogen armen DE JUISTE ZITPOSITIE vasthoudt. INNEMEN • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken. • de schoudergordel over het midden van uw schouder en de heupgordel strak over uw heupen legt. Zorg ervoor dat uw zitpositie comfortabel is en dat u de volledige controle over de auto hebt.
Stoelen Hoofdsteunen verwijderen Middelste hoofdsteun achter Hoofdsteunen voorin E135401 Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun. HANDMATIG VERSTELBARE E140447 STOELEN Druk vergrendelknop 1 in en maak tegelijkertijd bevestigingsklem 2 los met WAARSCHUWINGEN behulp van een geschikt voorwerp. Breng geen extra stoelhoezen aan Buitenste hoofsteunen achter die niet speciaal zijn ontwikkeld voor het gebruik op stoelen met...
Pagina 88
Stoelen 2. Druk de rugleuning naar voren tot deze in de neergeklapte stand wordt vergrendeld. 3. Blijf de rugleuning naar beneden drukken om de zitting naar voren te schuiven. Rugleuning opklappen - 3-deurs uitvoering WAARSCHUWING Plaats geen voorwerpen achter de rugleuning die het vergrendelen zouden kunnen belemmeren.
Stoelen Lendensteun instellen Hellingshoek van de rugleuning instellen E70729 E70731 Hoogte van de bestuurdersstoel verstellen ACHTERBANK Rugleuningen neerklappen WAARSCHUWING Wanneer u de rugleuningen neerklapt, let er dan op dat uw vingers niet tussen de rugleuning en het stoelframe komen. LET OP Probeer niet de rugleuning van de achterbank neer te klappen.
Stoelen E102532 Druk de ontgrendelknoppen naar beneden en houd ze in deze stand. E112664 2. Druk de rugleuning naar voren. De stoelverwarming werk alleen met WAARSCHUWINGEN ingeschakeld contact. Zorg er bij het omhoog klappen van De maximum temperatuur wordt bereikt de rugleuningen voor dat de gordels na vijf tot zes minuten.
Houd het verwarmingselement van de aansteker niet ingedrukt. N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 15 ampère. Gebruik E72980 alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen.
Gemaksfuncties Bij auto's met een warmtewerende voorruit WEGENKAARTOP- moet de transponder zoals afgebeeld BERGVAKKEN worden aangebracht (alle maten zijn in millimeters weergegeven), anders kan de chipkaart bij de tolpoorten niet goed worden afgelezen. De transponder moet aan passagierszijde worden aangebracht om te voorkomen dat het zicht van de bestuurder wordt belemmerd (bijv.
Gemaksfuncties 3. Vergrendelen USB-POORT N.B.: Zorg dat de houder van de navigatie-unit in de juiste positie wordt vergrendeld. VLOERMATTEN WAARSCHUWING Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten geen invleod hebben op de bediening van de pedalen.
Motor starten en stoppen N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu ALGEMENE INFORMATIE leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Algemene opmerkingen over het starten II Het contact staat aan. Alle elektrische circuits zijn ingeschakeld. Waarschuwings- Als de accu losgekoppeld is geweest kan en controlelampen branden.
Pagina 95
Motor starten en stoppen Motor starten bij uitvoeringen met automatische transmissie N.B.: Door tijdens het starten het rempedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het contact aan. Controleer of de transmissie in stand P of N staat. 2.
Motor starten en stoppen Houd de startknop twee seconden EEN BENZINEMOTOR ingedrukt of druk hier driemaal binnen drie STARTEN seconden op. N.B.: De startmotor kan slechts een STUURWIELBLOKKERING beperkte periode worden bediend (bijvoorbeeld 10 seconden). Het aantal startpogingen is beperkt tot ongeveer zes. WAARSCHUWING Als deze limiet wordt overschreden, dan laat Controleer altijd voordat u probeert...
Motor starten en stoppen Levert het starten bij temperaturen lager EEN DIESELMOTOR STARTEN dan -25 °C problemen op, druk het gaspedaal dan tot het middenpunt van de Koude of warme motor pedaalslag in en probeer het opnieuw. Alle auto's Verzopen motor N.B.: Wanneer de temperatuur lager is dan Auto's met handgeschakelde -15°C, mag u de startmotor 25 seconden...
Motor starten en stoppen Regeneratie • Rijd tot 20 minuten met een constante snelheid, bij voorkeur op een hoofdweg WAARSCHUWING of snelweg. • Voorkom langdurig stationair draaien Laat de motor niet stationair draaien en neem altijd snelheidslimieten en het of parkeer de auto niet op droge type wegdek in acht.
Start/stop knop N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer de WERKING motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt en de buitentemperatuur tussen 0 LET OP °C en 30 °C ligt. Voor auto's met N.B.: Als u de motor laat afslaan en start/stop-schakelaar verschillen de vervolgens binnen een paar seconden het accuvereisten.
Pagina 100
Start/stop knop Het systeem zet de motor wellicht niet af onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld: • Om het interieurklimaat te behouden. • Lage accuspanning. • De buitentemperatuur is te laag of te hoog. • Het bestuurdersportier is geopend. • Lage bedrijfstemperatuur motor. •...
Eco-modus Anticipatie WERKING Door uw rijsnelheid aan te passen en de Het systeem assisteert de bestuurder bij afstand tot voertuigen voor u aan te het efficiënter rijden door voortdurend de passen zodat hard remmen of versnellen karakteristieken van het schakelen, het niet nodig is, verbetert het anticiperen op verkeersomstandigheden brandstofverbruik.
BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. LET OP N.B.: Het gebruik van niet door Ford goedgekeurde additieven of andere Gebruik geen gelode benzine of motorbehandelingen worden door Ford benzine met additieven die andere afgeraden.
Brandstof en tanken TANKKLEP WAARSCHUWINGEN Voorkom dat tijdens het tanken brandstof wordt gemorst, die zich in het vulpistool bevindt. Vermijd open vuur of hittebronnen in de nabijheid van het brandstofsysteem. Het brandstofsysteem staat onder druk. Wanneer het brandstofsysteem lekt, bestaat het gevaar van verwonding. E139202 LET OP N.B.: Wanneer u het vulpistool plaatst,...
Brandstof en tanken WAARSCHUWINGEN Verwijder tijdens de gehele tankprocedure het vulpistool niet uit de volledig geplaatste positie. E139203 Incorrecte positie E119081 Correcte positie 5. Til het vulpistool licht op om het te verwijderen. 3. Til tijdens het tanken het vulpistool niet op.
TANKEN Uw Ford dealer dient u gaarne van advies hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. LET OP Probeer niet de motor te starten wanneer u de tank met de onjuiste brandstofsoort hebt gevuld.
Versnellingsbak/transmissie Standen van transmissiehendel HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK De achteruit inschakelen LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. Druk het koppelingspedaal geheel in en wacht drie seconden voordat u de E78310 achteruit inschakelt.
Pagina 108
Versnellingsbak/transmissie N.B.: Wanneer u het bestuurdersportier WAARSCHUWING opent en de parkeerstand is niet Houd de keuzehendel niet constant ingeschakeld, klinkt er een akoestisch of +. waarschuwingssignaal. N.B.: De accubeveiliging zal het akoestische U kunt versnellingen overslaan door de waarschuwingssignaal na een bepaalde tijd keuzehendel met korte intervallen uitschakelen.
Pagina 109
Versnellingsbak/transmissie Kickdown Druk met een geschikt voorwerp de vergrendelhendel in de opening en Druk het gaspedaal volledig in terwijl het verplaats tegelijkertijd de keuzehendel uit keuzehendel in de rijstand staat om voor de stand P. optimale prestaties de eerstvolgende N.B.: Wanneer de keuzehendel opnieuw in lagere versnelling in te schakelen.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen WAARSCHUWING Bij auto's met automatische Natte remschijven hebben een lagere transmissie moet de keuzehendel wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten altijd in de stand P (Park) staan. van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen.
Stabiliteitsregeling Waarschuwingslamp WERKING stabiliteitsregeling (ESP) Elektronisch Wanneer het systeem tijdens het rijden Stabiliteitsprogramma (ESP) wordt geactiveerd, knippert de lamp. Zie Waarschuwings- en indicatielampen WAARSCHUWING (bladzijde 61). Het systeem is niet bedoeld om de Noodremassistent bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden WAARSCHUWING voorzichtig en oplettend te zijn.
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs en WERKING sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een signaal Ondanks de parkeerhulp bent u registreert dat op dezelfde frequentie wordt verplicht voorzichtig en aandachtig uitgezonden als de sensoren gebruiken, of te rijden.
Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ca. 150 cm bedraagt of ca. 50 cm aan de zijkanten. Wanneer de afstand kleiner wordt, volgen de signalen elkaar sneller op. Een voortdurend signaal weerklinkt op een afstand van minder dan 30 centimeter tot de achterbumper.
Achteruitkijkcamera Achteruitkijkcamera activeren WERKING LET OP De camera is een visueel hulpmiddel bij achteruitrijden. Het kan voorkomen dat de camera voorwerpen die zich te dicht bij de WAARSCHUWING auto bevinden niet kan registreren. Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn Schakel de achteruitversnelling in met plicht om tijdens het rijden...
Pagina 115
Achteruitkijkcamera Anber - 2 meter Oranje - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto De lijnen geven een geprojecteerde route van de auto aan gebaseerd op de afstand vanaf de buitenspiegels en de achterbumper. Achteruitkijkcamera in- en uitschakelen E128967 Aan- en uittoets Druk op toets A om het systeem handmatig in of uit te schakelen.
Snelheidsregeling (Cruise Control) Snelheid instellen WERKING WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen.
Pagina 117
Snelheidsregeling (Cruise Control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E102681 Accelereren (versnellen) E102682 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal proberen de auto met de eerder door u ingestelde Ingestelde snelheid uitschakelen snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen E102682 Druk het rempedaal of de CAN RES...
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de E72512 laadruimte.
Aanhangers trekken In bergachtige streken moet vanaf hoogten TREKKEN VAN EEN van 1.000 meter het maximum toelaatbaar AANHANGER gewicht voor iedere 1.000 meter met 10% worden verlaagd. WAARSCHUWINGEN Steile hellingen Rijd niet harder dan 100 km/h (62 mph). WAARSCHUWING De bandenspanningen achter Houd er rekening mee dat de moeten worden vermeerderd met oplooprem van een aanhanger niet...
Pagina 120
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Een 13 pins stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld. Trekhaakkogel ontgrendelen E71329 Verwijder de beschermkap (1). Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom om hem te ontgrendelen (2).
Pagina 121
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. E71332 Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld.
Pagina 122
Aanhangers trekken Rijden zonder aanhanger E94771 Verwijder de trekhaakkogel. 2. Steek de stekker in de houder (1). WAARSCHUWING Ontgrendel de trekhaakkogel nooit terwijl een aanhanger is aangekoppeld. Onderhoud WAARSCHUWING Verwijder voordat u uw auto met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af.
Tips voor het rijden INRIJDEN LET OP De motor kan beschadigd raken als Banden water het luchtfilter binnendringt. WAARSCHUWING In noodsituaties kan de auto met een Nieuwe banden hebben een maximumsnelheid van 10 km/u (6 mph) inlooptijd van ongeveer 500 door water met een maximale diepte van kilometer.
Zekeringen PLAATSEN EEN ZEKERING VERVANGEN ZEKERINGENHOUDERS WAARSCHUWINGEN Zekeringenkast in de Wijzig de elektrische installatie van motorcompartiment uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door goed getrainde monteurs uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle elektrische onderdelen uit voordat u probeert een zekering te vervangen...
Pagina 127
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Carrosserieregelmodule Voeding zekeringenkast passagiersruimte (ontste- king) Gloeibougies Verwarmde voorruit Niet in gebruik Relais startmotor Relais grootlicht links Relais grootlicht rechts Relais dimlicht links Relais dimlicht rechts Computer motorregeling, koelventilateur hoog en laag toerental HEGO-sensoren (auto's met benzinemotor) Voedingsspanningsmodule (auto's met dieselmo- toren) FN (automatische) transmissie...
Pagina 128
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Koppeling van compressor airconditioning Niet in gebruik Niet in gebruik Claxon, accuspaarvoorziening, module sleutelloze toegang Verwarmde achterruit Brandstofpomprelais, verwarming dieselbrandstof Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Relais Geschakelde circuits...
Pagina 129
Zekeringen Relais Geschakelde circuits Brandstofpomp, brandstofverwarming Achteruitrijlicht Verwarmingsaanjager Zekeringenkast passagiersruimte - Type 1 E125747 Zekering Ampère Beveiligde circuits Ontsteking, regensensor, verwarmde voorruit Remlichten Achteruitrijlicht, achteruitkijkcamera (VP) Hoogteverstelling koplamplichtbundels Ruitenwissers Achterruitwisser Sproeierpomp Parkeerhulp (auto's met parkeerhulp voorzijde) Niet in gebruik...
Pagina 130
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Stoelverwarming Niet in gebruik Airbagmodule Ontsteking, elektrische stuurbekrachtiging, instrumen- tengroep, passieve elektronische startbeveiliging, Computer motorregeling, keuzehendel, brandstof- pomp, Audiosysteem, instrumentengroep Verwarmbare buitenspiegel Contactslot Aansteker, voorste voedingspunt Data link stekker Aanhangermodule Audiosysteem, navigatie, Bluetooth Instrumentengroep Multifunctioneel display, klok, interieurscanner, verwarming/ventilatie, airconditioningspaneel Niet in gebruik Elektrisch bediende ruiten (voor)
Pagina 132
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Parkeerhulp (auto's met parkeerhulp voorzijde) Niet in gebruik Stoelverwarming Niet in gebruik Airbagmodule Ontsteking, elektrische stuurbekrachtiging, instrumen- tengroep, passieve elektronische startbeveiliging, Computer motorregeling, keuzehendel, brandstof- pomp, Audiosysteem, instrumentengroep Verwarmbare buitenspiegel Contactslot Aansteker, voorste voedingsaansluiting Data link stekker Aanhangermodule Audiosysteem, navigatie, Bluetooth Instrumentengroep...
Pagina 133
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Niet in gebruik Sleutelloze toegang Sleutelloze toegang Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik...
Pagina 134
Zekeringen Relais Geschakelde circuits Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik...
Bergen van de auto SLEEPPUNTEN AUTO OP VIER WIELEN SLEPEN Sleepoog, voor Alle uitvoeringen WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet. De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait.
Pagina 136
Bergen van de auto LET OP Het wordt aanbevolen de auto niet te slepen met de aandrijfwielen op het wegdek. Als het echter nodig is om de auto van een gevaarlijk plaats te verwijderen, sleep uw auto dan niet sneller dan 20 km/h of over een afstand van meer dan 20 kilometer.
Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Erkende Controles bij het tanken Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde kunnen •...
Onderhoud Trek de motorkap iets omhoog en beweeg DE MOTORKAP OPENEN EN de veiligheidshaak naar links. SLUITEN De motorkap openen E87786 Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten E102165 WAARSCHUWING Positie van onderdeel: Zie In één Zorg dat de motorkap goed wordt oogopslag (bladzijde 10).
N.B.: Het olieverbruik van nieuwe motoren N.B.: Neem onmiddellijk gemorste olie op bereikt zijn normale waarden na ongeveer met een absorberende doek. 5000 kilometer. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Het oliepeil controleren specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 143). LET OP Draai de vuldop er weer op.
Vul bij met een mengsel van koelvloeistof Daardoor kan het koelvloeistofpeil enkele en water (50/50) op basis van vloeistof millimeters boven het MAX merkteken die voldoet aan de Ford specificatie. Zie staan. Technische specificatie (bladzijde 143). Wanneer het peil bij het MIN merkteken RUITENSPROEIERVLOEISTOF staat, vul dan direct bij.
High Performance remvloei- 4925 klasse 6 stof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. N.B.: Wanneer u uw auto gebruikt bij temperaturen lager dan -20 °C, moet u geen SAE 10W-40 motorolie gebruiken.
Pagina 146
Onderhoud Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Sproeiersysteem voor de Alle 2,5 (0,6) voorruit en achterruit Auto's met een benzine- Koelsysteem ca. 5,5 (1,2) motor Auto's met een dieselmotor Koelsysteem ca. 6,1 (1,3) Auto's met een benzine- Brandstoftank 42 (9,2) motor Auto's met een dieselmotor Brandstoftank...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het wassen chemische oplossingen op de in een autowasserette in de was binnenzijde van de achterruit te reinigen. wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Grondig afspoelen met een oprolmechanisme komt. hogedrukspuit nadat de reinigingsprocedure is voltooid. Reinig de veiligheidsgordels met een Er wordt aanbevolen Ford-wielenreiniger interieurreiniger of water met een zachte te gebruiken. Lees en volg de aanwijzingen spons. Laat de veiligheidsgordels op een van de fabrikant.
Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant...
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten STARTEN MET HULPSTARTKABELS WAARSCHUWING Gebruik brandstofleidingen, motorafdekkingen of inlaatspruitstuk nooit als massapunten. LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto.
Accu van de auto AANSLUITPUNTEN VAN DE LET OP Sluit de kabel niet aan op de ACCU minpool ( ) van de ontladen accu. Zorg ervoor dat de kabels niet met draaiende onderdelen en onderdelen van het brandstoftoevoersysteem in aanraking kunnen komen. Motor starten Start de motor van auto B en laat deze met een matig hoog toerental draaien.
Velgen en banden Uitvoeringen met een ALGEMENE INFORMATIE ruimtebesparend reservewiel LET OP WAARSCHUWINGEN Gebruik uitsluitend banden en velgen Wanneer de maat van het met de goedgekeurde maat. Het reservewiel afwijkt van de andere gebruik van andere maten kan gemonteerde wielen, moet u zich aan beschadiging van de auto tot gevolg de volgende regels houden: hebben en maakt de typegoedkeuring...
Pagina 153
Velgen en banden Kriksteunpunten De krik, de wielmoersleutel, het afneembare sleepoog en de LET OP wieldopverwijderaar zijn aangebracht in de reservewielkuip. Gebruik uitsluitend de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen.
Pagina 154
Velgen en banden E102950 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud...
Pagina 155
Velgen en banden N.B.: Zorg dat de wielmoersleutel volledig is verlengd. E93184 Uitsparingen in de dorpels A duiden de E122546 kriksteunpunten aan. Verleng de wielmoersleutel. Type 2 LET OP Het afneembare sleepoog heeft linkse schroefdraad. Draai het linksom om het vast te zetten. Zorg ervoor dat het sleepoog volledig wordt vastgezet.
Pagina 156
Velgen en banden Type 2 WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of de achteruit in wanneer uw auto is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Selecteer stand 'P' wanneer deze met een automatische transmissie is uitgerust. Laat de inzittenden uitstappen. Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
Pagina 157
Velgen en banden E113400 5. Krik de auto op tot de band vrij is van de grond. 6. Verwijder de wielmoeren en het wiel. Wiel aanbrengen WAARSCHUWINGEN Gebruik uitsluitend banden en velgen met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg hebben en maakt de typegoedkeuring E121887...
Velgen en banden N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van De bandenreparatieset bevindt zich in de de wielmoeren naar de velg is gekeerd. reservewielkuip. Breng het wiel aan. Algemene informatie 2. Draai de wielmoeren handvast aan. WAARSCHUWINGEN 3. Breng de dopsleutel voor de slotmoer Afhankelijk van het type en de aan.
Pagina 159
Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
Pagina 160
Velgen en banden 2. Trek het label A waarop de maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/u vermeld staat van de fles afdichtmiddel en maak het binnen het gezichtsveld van de bestuurder vast op het instrumentenpaneel. Het label mag niets belangrijks aan het oog onttrekken.
Velgen en banden Neem de stekker F uit de aansluiting Laat slang C en H aangesloten op de van de aansteker of het extra fles afdichtmiddel B en berg de set elektrisch aansluitpunt. veilig op. Schroef de slang C snel van het Rijd naar de dichtstbijzijnde bandenventiel.
Velgen en banden Om ervoor te zorgen dat de banden van de GEBRUIK VAN voor- en achterwielen van uw auto SNEEUWKETTINGEN gelijkmatig slijten en een langere levensduur hebben, adviseren we de wielen WAARSCHUWINGEN met regelmatige intervallen tussen 5000 en 10000 kilometer van voor naar achter Rijd niet harder dan 50 km/u (30 en vice versa te wisselen.
Velgen en banden TECHNISCHE SPECIFICATIE Aanhaalmoment wielmoeren Wieltype Nm (Ib-ft) Alle 110 (81) Bandenspanning (koude banden) Tot 80 km/h (50 mph) Normale belasting Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Uitvoering Bandenmaat bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ in²) in²) in²) in²)
Pagina 164
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Uitvoering Bandenmaat bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ in²) in²) in²) in²) Alle motoren behalve 1.6L Dura- 205/40 R17 2,2 (32) 1,8 (26) 2,4 (35) 2,8 (41) torq-TDCi (DV) dieselmotor Alle motoren...
Pagina 165
Velgen en banden Snelheid continu hoger dan 160 km/u Normale belasting Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Uitvoering Bandenmaat bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ in²) in²) in²) in²) Alle motoren behalve 1.6L Dura- 2,1 (31) 2 (29) 2,6 (38) 3,2 (46) 175/65 R14...
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER N.B.: Het ontwerp van het identificatieplaatje kan afwijken van het getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. E87496 Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de voorstoel in de bodemplaat ingeslagen.
Inhouden en specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Totale lengte 3950 - 3958 (155,5 - 155,8) Totale breedte inclusief buitenspiegels 1973 (77,7) Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1433 - 1481 (56,4 - 58,3) Wielbasis 2489 (98) Spoorbreedte, voor 1473 - 1493 (58 - 58,8) Spoorbreedte, achter 1460 - 1480 (57,5 - 58,3)
Pagina 168
Inhouden en specificaties Afmetingen trekhaak E101872 Item Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Bumper – achterzijde trekhaakkogel 124 (4,9) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 7 (0,3) Hart wiel – hart trekhaakkogel 761 (29,9) Hart trekhaakkogel – langsbalk 512 (20,2)
Pagina 169
Inhouden en specificaties Item Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Afstand tussen de langsbalken 1024 (40,3) Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigings- 267 (10,5) punt Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigings- 584 (23) punt...
Inleiding audio-installatie Labels op de audio-installatie BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD s (CD-R's) en E66256 opnieuw beschrijfbare CD s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Deze radio / CD-spelers spelen CD's af die voldoen aan de standaard audiospecificaties van het E66257 International Red Book.
Overzicht audio-installatie N.B.: Audio-units zijn voorzien van een geïntegreerd multifunctioneel display boven de CD-sleuf. Hierop wordt belangrijke informatie weergegeven over de bediening van de audio-unit. Daarnaast bevinden zich rondom het display diverse pictogrammen die oplichten wanneer een functie actief is (bijvoorbeeld CD, Radio of Aux.) Type 1 E103293...
Pagina 172
Overzicht audio-installatie Stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 177). Opwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 176). Zie Nummer selecteren (bladzijde 181). Aan/uit en volumeknop. Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 176). Zie Nummer selecteren (bladzijde 181). Menu selecteren. Klanktoets. Zie Volumeknop (bladzijde 176). Extra ingang selecteren.
Pagina 173
Overzicht audio-installatie E103294 CD-uitwerptoets. Zie CD-speler (bladzijde 181). Navigatiepijlen. CD-sleuf. Zie CD-speler (bladzijde 181). Informatie. Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 177). Klanktoets. Zie Volumeknop (bladzijde 176). Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 190). Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 177). Functie 4.
Pagina 174
Overzicht audio-installatie Aan/uit en volumeknop. Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 176). Zie Nummer selecteren (bladzijde 181). Functie 2. Functie 1. Menu selecteren. Telefoonmenu. Zie Telefoon (bladzijde 188). Extra ingang, USB en iPod selecteren. Zie Aansluiting Auxiliary ingang (bladzijde 90). Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 186). Zie Verbinding (bladzijde 210).
Pagina 175
Overzicht audio-installatie E129074 Aan/uit regeling. Display selecteren. Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 190). Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 177). CD-sleuf. Zie CD-speler (bladzijde 181). Navigatiepijlen. DSP selecteren. Zie Digitale signaalverwerking (DSP) (bladzijde 179). CD-uitwerptoets. Zie CD-speler (bladzijde 181). Informatie.
Beveiliging van uw audio-installatie BEVEILIGINGSCODE Elke installatie heeft een unieke code die gekoppeld is aan het chassisnummer (VIN). Het systeem controleert automatisch of de audio-installatie en de auto overeenkomen, voordat het gebruik wordt toegestaan. Als een veiligheidscodemelding verschijnt, neem dan contact op met uw dealer.
Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS STATION AFSTEMTOETSEN DAB-service linking Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is N.B.: De DAB service linking is standaard afgezet worden gebruikt. uitgeschakeld. Na een uur schakelt het radiotoestel N.B.: Via service linking zijn kruisreferenties automatisch uit.
Werking van de audio-installatie 2. Druk op de linker en rechter 3. Houd een van de voorkeuzetoetsen pijltjestoetsen om de frequentieband ingedrukt. Er verschijnen een in kleine stappen omlaag of omhoog voortgangsbalk en een melding. af te zoeken of houd de toets ingedrukt Wanneer de voortgangsbalk vol is, is om snel te zoeken tot u een het radiostation opgeslagen.
Pagina 180
Werking van de audio-installatie Verkeersberichten inschakelen • Gebruik de volumeknop om het gewenste volume in te stellen tijdens Voordat u verkeersberichten kunt een inkomende TA-uitzending. De ontvangen, moet u op de TA of TRAFFIC display geeft het geselecteerde niveau toets drukken. ‘TA verschijnt op de display weer.
Menu's audio-installatie 5. Druk op de OK toets om uw keuze te AUTOMATISCHE bevestigen. VOLUMEREGELING 6. Druk op de toets MENU om terug te keren. Indien van toepassing, past de automatische volumeregeling (AVC) het geluidsvolume aan, om geluiden van de NIEUWSBERICHTEN motor en het wegdek te compenseren.
Menu's audio-installatie De installatie evalueert continu de Regionale modus OFF (uit): Hiermee kan signaalsterkte en, indien een beter signaal een groter gebied worden ontvangen beschikbaar komt, schakelt de installatie wanneer naburige regionale netwerken over naar dat alternatief. De hetzelfde programma uitzenden, maar kan geluidsweergave wordt onderbroken terwijl leiden tot overschakelen wanneer dit niet het toestel de lijst met alternatieve...
CD-speler CD AFSPELEN VERSNELD VOORUIT/ACHTERUIT N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de verstreken tijd van het Houd de zoeken omlaag of omhoog toets nummer op het display weergegeven. ingedrukt om achteruit of vooruit binnen de nummers op de CD te gaan. Druk tijdens radio-ontvangst eenmaal op de toets CD om de CD-weergave te starten.
CD-speler 2. Selecteer REPEAT waarna de functie N.B.: Wanneer een MP3-CD wordt kan worden in- of uitgeschakeld. Het afgespeeld, bestaan de opties uit SCANNEN nummer wordt na afloop herhaald. van de hele CD of van alleen de nummers in de map. Door meerdere keren op Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, functietoets 3 te drukken wordt tussen deze bestaan de opties uit HERHALEN van het...
Pagina 185
CD-speler Denk aan deze beperkingen voor Joliet of • Wanneer u de extensie “.MP3” aan een Romeo in het geëxpandeerde format ander bestand dan een MP3 bestand wanneer u de software voor uw toevoegt, herkent de speler het CD-brander configureert. bestand niet correct en zal deze een geluid genereren dat uw luidsprekers Multi session...
Pagina 186
CD-speler Tip voor het afspelen:om de gewenste • Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 volgorde van afspelen aan te duiden, moet (aan het begin van het nummer) wordt vóór de map of de bestandsnaam, het overgeslagen, wordt geen geluid volgnummer (bijv.
CD-speler Druk nogmaals op de CD toets om het MP3 WEERGAVE-OPTIES afspelen van de CD te hervatten. N.B.: Bij units van type 1 kan het nodig zijn meerdere keren op de toets INFO te drukken om alle beschikbare nummerinformatie weer te geven. Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, kan bepaalde informatie die gecodeerd in elke opname is opgenomen, worden...
Ingangsaansluiting (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie van de auto worden aangesloten.
Storingen verhelpen audio-installatie Display van de audio-installatie Rectificatie CONTROLEER CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz. Controleer of de CD is aangebracht met de juiste zijde naar boven is gekeerd.
Om dit te voorkomen moeten alleen 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw aanbevolen telefoons worden gebruikt. telefoon naar Ford Audio en selecteer deze optie. Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens.
Telefoon Van een telefoon een actieve 3. Voer het op de voertuigdisplay telefoon maken weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de telefoon. N.B.: Wanneer met de telefoon die als de Wanneer geen codenummer wordt nieuwe actieve telefoon wordt geselecteerd weergegeven op de display, voer dan een gesprek wordt gevoerd, wordt het het Bluetooth PIN nummer 0000 in...
Telefoon Bellen BEDIENINGSELEMENTEN TELEFOON Een nummer kiezen m.b.v. spraakbesturing Afstandsbediening Telefoonnummers kunnen m.b.v. Voice en mode toets spraakbesturing worden gekozen. Zie Commando’s telefoon (bladzijde 202). Een nummer kiezen m.b.v. het adresboek Druk op de toets PHONE. 2. Druk op de pijltjestoetsen omhoog/omlaag tot PHONEBOOK wordt weergegeven.
Pagina 193
Telefoon Een inkomend gesprek ontvangen N.B.: Als u bij het kiezen van een telefoonnummer een onjuist cijfer intoetst, Een inkomend gesprek beantwoorden druk dan op functietoets 3 om het laatste cijfer te wissen. Wanneer de toets lang Inkomende gesprekken kunnen worden wordt ingedrukt, wordt de complete serie beantwoord door op de toets omlaag cijfers gewist.
Pagina 194
Telefoon Actieve telefoon afmelden Een tweede inkomend gesprek weigeren Een actieve telefoon kan op elk gewenst Tweede inkomende gesprekken kunnen moment uit het systeem worden gewist, worden geweigerd door: behalve wanneer met deze telefoon een gesprek wordt gevoerd. • te drukken op de toets omhoog zoeken, Druk op de toets PHONE.
Spraaksturing Probeer geen nieuwe commando's te WERKING geven voordat u de piep hebt gehoord. Het spraakbesturingssysteem herhaalt elk LET OP gesproken commando. Door gebruik van het systeem bij Wanneer u niet precies weet hoe u moet uitgeschakelde motor wordt de accu doorgaan, zeg dan "HELP"...
Spraaksturing Spraaklabel • Telefoon: NAAM BELLEN, NUMMER (DRAAIEN | BELLEN) en OPNIEUW Het spraaklabel kan de telefoon, de (DRAAIEN|BELLEN) | NUMMER audio-installatie en het navigatiesysteem HERHALEN. ondersteunen door gebruik te maken van • Telefoon: VOORNAAM, ACHTERNAAM, de "STORE NAME" functie (naam LOCATIE BELLEN.
Pagina 197
Spraaksturing "CD PLAYER" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD PLAYER"...
Pagina 198
Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 199
Spraaksturing • "Fifteen zero three" (1503) Naam opslaan • "Ten eighty" (1080) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam in het bestand opslaan. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE"...
Pagina 200
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
Pagina 201
Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Pagina 202
Spraaksturing Afspelen USB Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten USB-apparaat. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE"...
Pagina 203
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 210). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "IPOD" "IPOD" "PLAYLIST NUMBER PLEASE" "PLAYLIST" "<een getal tussen 1 en 10>" "PLAYLIST <nummer>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 210). Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de...
Pagina 205
Spraaksturing "TELEFOON" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" * Kan als short cut worden gebruikt. Telefoonfuncties Nummer kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING"...
Pagina 206
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REDIAL" "REDIAL" "CONFIRM YES OR NO"...
Pagina 207
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NUMBER PLEASE" "<cijfers 1 tot en met 9, nul, hekje, sterretje>" Een telefoonboek aanleggen Naam opslaan Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken.
Pagina 208
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "<naam> DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Gebruik deze functie om het systeem alle opgeslagen namen en nummers te laten opnoemen.
Spraaksturing Hoofdinstellingen Oproepen kunnen zo worden ingesteld dat ze met spraakbesturing automatisch Oproepen weigeren worden geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REJECT CALLS" "REJECT CALLS" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS" * schakel met dit commando de modus 'weigeren' uit Overzicht COMMANDO’S Het onderstaande overzicht toont de...
Pagina 210
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "FAN SPEED PLEASE" "FAN" "MINIMUM" "FAN MINIMUM" "<een getal tussen 1 en 7>" "FAN <getal>" "MAXIMUM" "FAN MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN"...
Pagina 211
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 15 en 29 °C met stappen van 0,5>" of "<een getal "TEMPERATURE <getal>" tussen 59 en 84 °F>" "MAXIMUM" "TEMPERATURE MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Automatische functie Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
USB-aansluiting Zet de audio-unit altijd op een andere • iPod mediaspelers (ga naar bron (bijvoorbeeld de radio) alvorens www.ford-mobile-connectivity.com het USB-apparaat te ontkoppelen. voor de nieuwste compatibiliteitslijst). Breng geen USB-hubs of -splitters Het systeem is USB 2.0 Full Speed aan.
Maak afspeellijsten met de naam schaffen bij uw dealer. "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 en 10 is voor het inschakelen van De iPod kan tevens worden aangesloten spraakregeling voor aangepaste met behulp van de standaard iPod afspeellijsten.
• Artiest. aanbevolen apparaten worden gebruikt. • Album. Bezoek de website • Bestandsnaam. www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. USB-APPARAAT GEBRUIKEN Apparaat aansluiten op Verschillende pictogrammen worden (voertuig)systeem gebruikt voor het herkennen van verschillende audiobestanden, mappen Volg voor het aansluiten van het apparaat enz.
Verbinding Bestandsnaam Gebruik voor het navigeren door de inhoud van het USB-apparaat de pijltjestoets omhoog/omlaag om door de lijsten te E100026 bladeren en de pijltjestoets links/rechts Titel van nummer om binnen de mapstructuur omhoog of omlaag te bladeren. Druk op de OK toets E100027 om afspelen te selecteren nadat het Informatie niet beschikbaar...
Pagina 216
Verbinding Afspeellijst iPod De display toont de nummerinformatie en de volgende andere belangrijke informatie: E100031 • Een verticale schuifbalk aan de Artiest iPod rechterzijde van de display geeft de huidige positie van het lijstoverzicht E100032 aan. Album iPod • ">" na een ingang geeft aan dat een niveau omlaag leesbaar is E100033 (bijvoorbeeld alle albums van een...
Pagina 217
Verbinding Druk op de toets INFO of functietoets 4 om het volgende weer te geven: • titel • artiest • album.
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
GPS-ontvanger in de auto. fabrikanten van mobiele telefoons een groot aantal profielen in hun Bluetooth N.B.: De Ford Mobile Navigation moet apparaten implementeren. Daardoor is het worden geïnstalleerd en geactiveerd op uw mogelijk dat een telefoon niet compatible mobiele telefoon.
Pagina 220
Navigatiesysteem E114213 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. 3. Kies Selecteer navigatie. 4. Kies Adres. 5. Wijzig de route-opties indien nodig en start de routebegeleiding. 6. De bochtinformatie wordt weergegeven in de voertuigdisplay. De gesproken instructies zijn hoorbaar via de voertuigluidsprekers.
TYPEGOEDKEURINGEN Het woord, het merk en de logo's FCC/INDUSTRY CANADA NOTICE Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG Inc. en de Ford Motor Company mag Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de dergelijke merktekens onder licentie FCC-regelgeving. Bediening is onderhevig gebruiken.
Bijlagen E114220 WAARSCHUWINGEN ELEKTROMAGNETISCHE Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. COMPATIBILITEIT mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in uw auto worden gemonteerd wanneer WAARSCHUWINGEN deze voldoen aan de in onderstaande tabel Uw auto is getest en gecertificeerd vermelde parameters. Er zijn geen volgens de wetgeving betreffende bijzondere voorzieningen of voorwaarden elektromagnetische comptabiliteit...
Pagina 223
Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Houd antenne- en voedingskabels centimeter van elektronische modules en op een afstand van tenminste 10 airbags. E85998 Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3, 4 30 – 54 50 W 1, 2, 3 68 –...
Pagina 224
Bijlagen Controleer of de elektromagnetische velden die door de gemonteerde zender in het interieur van de auto worden opgewekt niet de grenzen overschrijden waaraan het menselijk lichaam mag worden blootgesteld.
Pagina 225
Aanbeveling nieuwe onderdelen....8 toegang..............41 Kijk voor het Ford logo op de volgende Algemene informatie over onderdelen............8 radiofrequenties...........31 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Alternatieve frequenties......179 onderdelen Ford onderdelen zijn....8 Audiobediening..........42 Aanhangers trekken........117 Modus...............42 Aansluiting Auxiliary ingang......90 Seek (zoekfunctie)..........42...
Pagina 226
Index Bandenreparatieset........156 CD-nummers scannen.......182 Algemene informatie........156 Type 1...............182 Band oppompen..........157 Type 2 en 3............182 CD-speler............181 Gebruik van de bandenreparatieset....157 Bandenspanningen Commando s audio-unit ......194 Zie: Technische specificatie......161 Auxiliary ingang...........199 Banden CD-speler..............194 Zie: Velgen en banden........150 Externe apparaten - iPod.......200 Batterij van afstandsbediening Externe apparaten - USB........199 Zie: Batterij van afstandsbediening Radio...............195...
Pagina 227
Index Eco-modus............99 Gebruik maken van de telefoon ....190 Werking..............99 Actieve telefoon afmelden......192 Eco-modus gebruiken........99 Bellen..............190 Eco-modus resetten...........99 Een inkomend gesprek ontvangen....191 Een benzinemotor starten......94 Een tweede oproep ontvangen......191 Koude of warme motor........94 Microfoon dempen..........192 Stationair toerental na het starten....95 Van actieve telefoon veranderen....192 Gebruik maken van Verzopen motor............95 Een dieselmotor starten......95...
Pagina 228
Index In één oogopslag ..........10 Airbag.................17 Automatische inschakeling van de Handgeschakelde versnellingsbak..105 verlichting............16 De achteruit inschakelen.........105 Automatische klimaatregeling......15 Handmatige klimaatregeling.....79 Automatisch wissen..........16 Gerecirculeerde lucht..........79 Handmatige klimaatregeling......15 Systeeminstellingen..........79 Handmatig verstelbare stoelen......17 Toetsen voor luchtverdeling......79 Klep van brandstofvulopening......18 Ventilator..............79 Overzicht instrumentenpaneel......10 Handmatig verstelbare stoelen....85 Richtingaanwijzers..........16 Hellingshoek van de rugleuning Sleutelloos starten..........14...
Pagina 229
Index iPod Motorolie controleren........141 Zie: iPod gebruiken ..........213 Bijvullen..............141 ISOFIX verankeringspunten......24 Het oliepeil controleren........141 Motorstartblokkering........40 Kinderzitje met een veiligheidsriem aan de bovenzijde bevestigen........24 Werking..............40 Motor starten en stoppen ......92 Verankeringspunten bovenste gordel...24 Algemene informatie..........92 Motor uitschakelen........96 Auto's met turbocompressor......96 Katalysator............102 MP3-aansluiting Rijden met een auto met katalysator..103 Zie: Extern apparaat aansluiten ....211...
Pagina 230
Index Overzicht motorruimte - 1,25 l Duratec-16V (Sigma)/1,4 l Duratec-16V (Sigma)/1,6 l Duratec-16V Ti-VCT Regeling functie (Sigma)............137 verkeersinformatie........177 Overzicht motorruimte - 1,4 l Verkeersberichten beëindigen.......178 Duratorq-TDCi (DV) diesel ....138 Verkeersberichten inschakelen......178 Overzicht motorruimte - 1,6 l Volume van de verkeersberichten....178 Duratorq-TDCi (DV) diesel ....139 Regionale modus (REG)......180 Overzicht van symbolen.........7...
Pagina 231
Index Shuffle/random (door Stabiliteitsregeling........109 elkaar/willekeurig)........181 Werking..............109 Start/stop knop gebruiken......97 Type 1................181 Type 2 en 3.............181 Motor afzetten............97 Sleeppunten...........133 Motor starten............98 Sleutelloos starten........92 Start/stop knop..........97 Contact aan............92 Werking..............97 Starten met hulpstartkabels Een dieselmotor starten........93 Motor slaat niet aan..........93 Zie: Starten met hulpstartkabels ....148 Starten met hulpstartkabels ....148 Motor starten bij uitvoeringen met automatische transmissie......93...
Pagina 232
Index Tips voor rijden met ABS ......108 Vergrendelen en ontgrendelen....35 Transport............116 Bevestiging van het vergrendelen en Algemene informatie.........116 ontgrendelen............36 Trekhaak ............117 De portieren van binnenuit vergrendelen en Onderhoud............120 ontgrendelen............36 Rijden met een aanhanger.......119 Dubbel vergrendelen...........35 Rijden zonder aanhanger........120 Kofferdeksel/achterklep........36 Trekhaakkogel aanbrengen......118 Ontgrendelen............35 Trekhaakkogel ontgrendelen......118 Portieren afzonderlijk met de sleutel...
Pagina 233
Index Waarschuwings- en Zekeringen............123 indicatielampen..........61 Zonnekleppen..........89 Berichtenindicator..........64 Controlelamp 'Vorst'...........63 Controlelamp ABS..........62 Controlelamp airbag...........62 Controlelamp automatische snelheidsregeling..........62 Controlelamp Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)..........64 Controlelampen motor........63 Controlelamp grootlicht........64 Controlelamp koplampen........64 Controlelamp laadstroom........64 Controlelamp laag brandstofniveau....64 Controlelamp mistachterlicht......64 Controlelamp mistlampen, vóór....63 Controlelamp niet goed gesloten portieren.............62 Controlelamp oliedruk........63 Controlelamp schakeling........64...