2. Schakel het contact van beide auto's
uit en schakel alle stroomverbruikers
uit.
3. Verbind de pluspool (+) van auto B
met de pluspool (+) van auto A (kabel
C).
4. Verbind de minpool (-) van auto B met
de massaverbinding van auto A (kabel
D).
WAARSCHUWINGEN
Sluit de kabel niet direct op de
minpool (-) van de ontladen accu
aan.
Zorg ervoor dat de kabels niet met
draaiende onderdelen en onderdelen
van het brandstoftoevoersysteem in
aanraking kunnen komen.
Motor starten
1.
Start de motor van auto B en laat deze
met een matig hoog toerental draaien.
2. Start de motor van auto A.
3. Laat beide motoren minimaal drie
minuten draaien alvorens de kabels los
te koppelen.
Wat te doen bij pech
kunnen de gloeilampen doorbranden.
Koppel de kabels in omgekeerde volgorde
los.
142
WAARSCHUWING
Schakel de koplampen tijdens het
loskoppelen van de hulpstartkabels
niet in. Door de spanningspiek