ALGEMENE INFORMATIE
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
N.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden
hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een metaal
op metaal geluid, een voortdurend schurend
geluid of een voortdurend piepgeluid
hoorbaar is, dan kunnen de remvoeringen
zijn versleten. Als voortdurend trillen of
schokken in het stuur voorkomt tijdens het
remmen, laat dan de auto controleren door
een erkende dealer.
N.B.: Remmenstof kan zich ophopen op de
wielen (zelfs onder normale
rij-omstandigheden). Vanwege slijten van
de remmen is een beetje stof onvermijdelijk.
Zie Lichtmetalen velgen reinigen
(bladzijde 180).
Natte remmen leiden tot een lagere
wrijvingscoëfficiënt. Trap het rempedaal
enkele malen voorzichtig in tijdens
wegrijden bij een wasstraat of stilstaand
water om de remmen te drogen.
Noodstopbekrachtiging
De noodstopbekrachtiging herkent een
noodstopsituatie aan de snelheid waarmee
u het rempedaal indrukt. Het systeem zorgt
voor een maximale remdruk zolang het
rempedaal wordt ingedrukt. De
noodremassistent kan de remweg in
kritieke situaties reduceren.
Anti-blokkeerremsysteem
Dit systeem helpt om de stuurregeling en
de stabiliteit te behouden tijdens een
noodstop door te voorkomen dat de
remmen blokkeren.
Remmen
TIPS VOOR RIJDEN MET ABS
N.B.: Wanneer het systeem in werking is,
pulseert het rempedaal en legt wellicht een
langere weg af. Blijf het rempedaal
indrukken. Er is tevens wellicht een geluid
hoorbaar vanaf het systeem. Dat is normaal.
Het ABS voorkomt geen risico's die
ontstaan wanneer:
•
u te weinig afstand ten opzichte van
voor u rijdend verkeer houdt;
•
uw auto last heeft van aquaplanning;
•
u bochten te snel neemt;
•
het wegdek slecht is.
PARKEERREM
Auto's met automatische
transmissie
Trek de handrem altijd volledig aan
en laat de auto achter met de
keuzehendel van de transmissie in
stand P.
N.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een
helling en naar boven wijst, zet de
keuzehendel dan in stand P en draai het
stuur weg van de stoeprand.
N.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een
helling en naar beneden wijst, zet de
keuzehendel dan in stand P en draai het
stuur richting de stoeprand.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
N.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een
helling en naar boven wijst, selecteer dan
de 1e versnelling en draai het stuur weg van
de stoeprand.
120
WAARSCHUWING