Code/betekenis
F.024
De temperatuurstijging gaat te
snel.
F.025
De verbrandingsgastemperatuur
is te hoog.
F.027
Een vlamsignaal is herkend,
terwijl de brander uit is.
F.028
Het vlamsignaal is tijdens de
ontstekingsfase niet herkend.
56
Mogelijke oorzaak
Fout in de elektrische verbin-
ding van de aanvoertempera-
tuursensor
Fout in de elektrische verbin-
ding van de retourtemperatuur-
sensor
Aanvoertemperatuursensor de-
fect
Retourtemperatuursensor defect
Pomp geblokkeerd
Pump loopt met verminderd
vermogen
3- wegventiel defect of geblok-
keerd
Intern expansievat defect
Kabelboom defect
Indien aanwezig: verbrandings-
gastemperatuurbewaking is ge-
activeerd
Gasmagneetventiel lek
Printplaat defect
Harde ontsteking plaatsgevon-
den
Gasafsluitkraan gesloten
Gasaansluitdruk te gering
Lucht in de gasleiding (bijv. bij
eerste inbedrijfstelling)
Verkeerde gassoort ingesteld
Offset gasblok in D.052 und
ggf. D.182 verkeerd ingesteld
Luchtaanzuigbuis geblokkeerd
Ontsteking mislukt
Dynamische gasdruk te gering
Condenswater in de verbran-
dingskamer vanwege verstopte
condensafvoer
Regelelektrode heeft contact
met de brander
Ontstekingselektrode defect
Brander defect
Condenspomp (indien aanwe-
zig) defect
Gasblok defect/verkeerde ET-
gasblok
Maatregel
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom tussen print-
plaat en sensor inclusief alle stekkerverbindingen.
▶
Controleer en vervang eventueel de aanvoertemperatuursen-
sor.
▶
Controleer en vervang eventueel de retourtemperatuursensor.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Controleer of de pomp goed functioneert.
▶
Controleer en vervang eventueel de 3-wegklep.
▶
Controleer het interne expansievat en vervang deze eventueel.
▶
Controleer en vervang eventueel de kabelboom inclusief alle
stekkerverbindingen (printplaat stekker X20, contact 14/15).
▶
Controleer en vervang eventueel de verbrandingsgastempera-
tuurbewaking.
▶
Controleer het gasblok op goede werking en vervang deze
eventueel.
▶
Vervang de printplaat.
1.
Controleer de warmtewisselaar, sifon, sifonadapter, sifon-
slang (verbinding tussen primaire warmtewisselaar en sifon
en sifonslang buiten het product), verbrandingsgasafvoer-
buisadapter, productbehuizing, voormantel en zijdelen op
mogelijke beschadigingen.
2.
Vervang beschadigde onderdelen direct.
▶
Open de gasafsluitkraan.
▶
Controleer de gasaansluitdruk.
▶
Reset het product eenmalig.
▶
Controleer de gassoort en de instelling van de gassoort onder
D.156 en D.157.
▶
Controleer de offsetinstelling van het gasblok.
▶
Controleren en vervang eventueel de luchtaanzuigbuis.
1.
Controleer de ontsteking met het testprogramma P.021.
2.
Product start: ontstekingselektrode, ontstekingstransforma-
tor, gasblok en ventilator werken, gas stroomt en het gasvo-
lume is correct, geen blokkade of recirculatie instellen.
3.
Product start niet en toont weer F.028: voer de volgende
controles uit.
▶
Controleer de dynamische gasdruk en de externe gasdrukre-
gelaar.
1.
Controleer en reinig eventueel de condensafvoerleiding incl.
sifon.
2.
Controleer de verbrandingskamer (elektrode, isolatiematten,
brander).
3.
Vervang eventueel de isolatiematten in de verbrandingska-
mer.
1.
Controleer de afstand tussen de regelelektrode en de bran-
der.
2.
Controleer en vervang de eventueel de regelelektrode.
▶
Controleer en vervang de ontstekingselektrode eventueel.
▶
Controleer en vervang eventueel de brander.
▶
Controleer en reinig de condenspomp. Vervang de condens-
pomp eventueel.
▶
Controleer en vervang eventueel het gasblok.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282268_05