▶
Verwijder de manometer.
▶
Draai de schroef van de meetnippel vast.
▶
Open de gaskraan.
▶
Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
▶
Klap de schakelkast naar boven.
▶
Monteer de voormantel. (→ Hoofdstuk 7.10.3)
▶
Neem het product in gebruik.
Resultaat 2:
Gasaansluitdruk/gasstroomdruk niet in het toegestane
bereik
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade en
bedrijfsstoringen door verkeerde
gasaansluitdruk/gasstroomdruk!
Als de gasaansluitdruk/gasstroomdruk
buiten het toegestane bereik ligt, kan dit
tot storingen in de werking en tot schade
aan het product leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het pro-
duct uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de
gasmaatschappij op de hoogte.
▶
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf.
(→ Hoofdstuk 12.1)
▶
Klap de schakelkast naar onderen.
▶
Verwijder de manometer.
▶
Draai de schroef van de meetnippel vast.
▶
Open de gaskraan.
▶
Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
▶
Klap de schakelkast naar boven.
▶
Monteer de voormantel. (→ Hoofdstuk 7.10.3)
▶
Sluit de gaskraan.
22
7.10.3 Voormantel monteren
1.
A
B
2.
Schroef de twee schroeven aan de linker en rechter
onderzijde van het product vast.
7.10.4 CO₂- en O₂-gehalte controleren
1.
Open de meetopening op de verbrandingsgasmeetnip-
pel en monteer de meetsonde van het verbrandings-
gas-analysetoestel.
2.
Start de schoorsteenvegermodus (→ Hoofdstuk 6.8).
Aanwijzing
Voer de metingen alleen uit met gemon-
teerde voormantel.
3.
Let op de correcte verwarmingsbelasting.
–
Max. warmtebelasting WW (standaardinstelling)
–
Instelbare verwarmingsbelasting (bij veel instal-
laties moet van de standaardinstelling worden afge-
weken)
4.
Wacht tot het product de kalibratie via S.093 heeft af-
gesloten en de status naar S.004, S.014 oder S.024
verandert.
5.
Positioneer de meetsonde van het verbrandingsgas-
analysetoestel in het midden van de kernstroom van
het verbrandingsgas.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282268_05
C
D