5.1.3
Basiswerkzaamheden voor de installatie
uitvoeren
1.
Installeer een gaskraan aan de gasleiding.
2.
Zorg ervoor, dat de aanwezige gasmeter geschikt is
voor het vereiste gasdebiet.
3.
Bereken volgens de erkende regels van de techniek of
de inhoud van het ingebouwde expansievat voor het
installatievolume volstaat.
Resultaat:
Inhoud niet voldoende
▶
Installeer een extra expansievat zo dicht mogelijk
bij het product.
4
5
1
Vulaansluiting
2
Sifon voor condensaf-
voer
3
Expansievat (aan de
CV-retour)
4.
Monteer een afvoertrechter met een sifon voor de con-
densafvoer en de afblaasbuis van het overstortventiel.
Installeer de afvoerleiding zo kort mogelijk en onder
constant afschot naar de afvoertrechter.
5.
Isoleer vrijliggende, aan omgevingsinvloeden blootge-
stelde buizen ter bescherming tegen vorst met geschikt
isolatiemateriaal.
6.
Spoel alle aanvoerleidingen voor de installatie grondig
door.
7.
Installeer een vulvoorziening tussen de koudwaterlei-
ding en de CV-aanvoerleiding.
12
1
2
3
4
Inlaatcombinatie voor
de koudwaterleiding
5
Gasafsluitkraan
5.2
Buizen voor gas en CV-aanvoer/-retour
installeren
1.
Installeer de gasleiding spanningsvrij op de gasaan-
sluiting.
2.
Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikneming.
3.
Installeer de buis voor de CV-aanvoerleiding en de CV-
retourleiding volgens de normen.
4.
Controleer de gehele gasleiding op dichtheid.
5.3
Buizen voor koud en warm water installeren
▶
Installeer de buizen voor koud en warm water conform de
normering.
5.4
Condensafvoerslang aansluiten
Gevaar!
Levensgevaar door lekken van verbran-
dingsgassen!
De condensafvoerslang van de condenswa-
tersifon mag niet vast met een rioleringslei-
ding verbonden zijn, omdat anders de interne
condenswatersifon niet goed meer kan functi-
oneren.
▶
Laat de condensafvoerslang boven de
rioleringsleiding eindigen.
▶
Laat de condensafvoerslang niet in het
water van de inlaat van de rioleringslei-
ding dompelen.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282268_05