11.4
Noodbedrijfmeldingen
De noodbedrijfmeldingen worden onderverdeeld in reversible
en irreversible meldingen. De reversible L.XXX codes heffen
zichzelf op en voor de irreversible N.XXX codes is ingrijpen
nodig.
Wanneer een irreversible N.XXX code voor de eerste keer
optreedt, dan kunt u via de resettoets proberen de kortston-
dige comfortbeperking op te heffen. Bij meerdere keren
optreden van hetzelfde irreversible noodbedrijf, voert u de
maatregelen uit de tabel uit.
Wanneer meerdere irreversible noodbedrijfmeldingen tegelij-
kertijd optreden, worden deze op het display weergegeven.
Elke irreversible noodbedrijfmelding moet worden bevestigd.
Reversible noodbedrijfcodes (→ Bijlage J)
Irreversible noodbedrijfcodes (→ Bijlage K)
11.4.1 Noodbedrijfgeschiedenis opvragen
1.
Roep het installateurniveau op. (→ Hoofdstuk 6.2)
2.
Navigeer naar het menu Noodbedrijfhistorie.
◁
In het display wordt een lijst met de opgetreden
noodbedrijfmeldingen en getoond.
3.
Kies met de schuifbalk de gewenste noodbedrijfmel-
ding.
4.
Verlaat het installateurniveau. (→ Hoofdstuk 6.2.1)
11.5
Product ontstoren
Aanwijzing
Maximaal aantal herhalingen: 3.
▶
Druk langer dan 3 seconden op
◁
Op het display wordt
▶
Wanneer u daarom wordt gevraagd, bevestigt u het re-
setten van het product met
◁
Het product start opnieuw.
▶
Als u de storing niet kunt opheffen, neem dan contact op
met het serviceteam.
11.6
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
1.
Noteer alle relevante instellingen in de kolom Actueel
van de tabel diagnosecode in de bijlage. (→ Bijlage D)
Met name de waarden van de diagnosecodes D.052
en D.182, voor zover beschikbaar. (→ Hoofdstuk 6.3)
Aanwijzing
Bij het resetten naar de fabrieksinstelling
worden alle installatiespecifieke instellingen
gewist.
2.
Stel de diagnosecode D.096 in. (→ Hoofdstuk 6.3)
◁
Parameters worden naar fabrieksinstelling terugge-
zet.
◁
De foutcode F.105 verschijnt, omdat de Offset van
het gasblok ontbreekt. (→ Hoofdstuk 11.7.6)
3.
Stel de diagnosecodes D.052 en D.182 met de geno-
teerde waarden in.
◁
De foutcode F.105 wordt niet meer getoond.
0020282268_05 Installatie- en onderhoudshandleiding
.
weergegeven.
.
4.
Controleer de installatiespecifieke instellingen en pas
deze aan.
5.
Verlaat de diagnosecodes. (→ Hoofdstuk 6.3.1)
6.
Verlaat het installateurniveau. (→ Hoofdstuk 6.2.1)
11.7
Defecte componenten vervangen
1.
Voer voor elke reparatie de voorbereidende werkzaam-
heden uit. (→ Hoofdstuk 11.7.2)
2.
Voer na elke reparatie de afsluitende werkzaamheden
uit. (→ Hoofdstuk 11.7.14)
11.7.1 Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
11.7.2 Reparatie voorbereiden
1.
Als u watervoerende componenten van het product
wilt vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
(→ Hoofdstuk 10.6)
2.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf.
(→ Hoofdstuk 12.1)
3.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
4.
Demonteer eventueel de geïnstalleerde module onder
het product (→ installatiehandleiding module).
5.
Demonteer de voormantel. (→ Hoofdstuk 5.7.3)
33