7.2
Stand-by-modus deactiveren
Aanwijzing
Wanneer het product via een netaansluitkabel
of een netstekker wordt aangesloten, dan is het
product ingeschakeld zodra de stroomvoorziening
aanwezig is.
Een controle van een mogelijke verbrandingsgas-
blokkade vindt automatisch op de achtergrond
plaats zodra de stroomvoorziening is ingescha-
keld. De ventilator draait een bepaalde tijd op
maximale stand.
▶
Druk op de aan-/uittoets op het display.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
7.3
Installatieassistent doorlopen
De installatieassistent wordt bij de eerste keer inschakelen
van het product gestart of kan via het installateurniveau te
allen tijde opnieuw worden gestart.
Installateurniveau (→ Bijlage C)
▶
Sluit de gaskraan voordat u de Installatieassistent uit-
voert.
▶
Waarborg, dat de gaskraan net zolang gesloten blijft, tot
de installatieassistent is uitgevoerd.
▶
Na beëindiging van de installatieassistent opent u de
gaskraan en schakelt u de warmtevraag in.
7.3.1
Installatieassistent opnieuw starten
Navigeer naar MENU → INSTELLINGEN→ Installa-
1.
teursniveau → Installatieassistent.
2.
Bevestig met
.
7.4
Testprogramma en actortest
MENU → INSTELLINGEN → Installateursniveau → Test-
modi
Naast de installatieassistent kunt u voor de ingebruikneming,
het onderhoud en het verhelpen van storingen ook de vol-
gende functies oproepen:
Testprogramma's (→ Bijlage G)
Werkingtest (→ Bijlage H)
7.5
Toegestane systeemdruk waarborgen
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, dan kunnen hogere waarden voor de vuldruk vereist
zijn dan de toegestane bedrijfsvuldruk, om lucht in de CV-in-
stallatie te vermijden.
–
Toegestane bedrijfsvuldruk: 0,1 ... 0,2 MPa (1,0
... 2,0 bar)
Als de vuldruk tot in het minimumbereik daalt, geeft het pro-
duct het druktekort door een knipperende waarde op het
display aan.
–
Minimumbereik vuldruk: 0,05 ... 0,08 MPa (0,50
... 0,80 bar)
Als de vuldruk onder het minimumbereik ligt, wordt het pro-
duct buiten bedrijf gesteld en toont het display een bijbeho-
rende melding.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
20
7.6
CV-installatie vullen
1.
Spoel de CV-installatie uit voor u deze vult.
2.
Start het testprogramma P.008. (→ Hoofdstuk 6.4)
◁
De driewegklep beweegt zich in de middelste
stand, de pompen lopen niet en het product treedt
niet in werking.
3.
Verbind vul- en aftapkraan van de CV-installatie vol-
gens de normen met een CV-water-voorziening.
4.
Open de CV-wateraanvoer.
5.
Open alle thermostaatkranen en evt. onderhoudskra-
nen.
6.
Open langzaam de vul- en aftapkraan zodat het CV-
water in het verwarmingssysteem stroomt.
7.
Ontlucht de hoogst gelegen radiator tot het water bij de
ontluchtingsklep er zonder bellen uitkomt.
8.
Ontlucht alle andere radiatoren op alle verdiepingen tot
de CV-installatie compleet met CV-water gevuld is.
9.
Sluit alle ontluchtingsventielen.
10.
Vul CV-water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
11.
Sluit de vul- en aftapkraan van de CV-installatie.
12.
Controleer alle aansluitingen en het volledige CV-sys-
teem op lekkage.
7.7
CV-installatie ontluchten
1.
Start het testprogramma P.000. (→ Hoofdstuk 6.4)
◁
Het product treedt niet in werking, de interne pomp
loopt intermitterend en ontlucht automatisch het
CV-circuit of het warmwatercircuit.
◁
Het display toont de vuldruk van de CV-installatie.
2.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie niet on-
der de min. vuldruk daalt.
–
≥ 0,08 MPa (≥ 0,80 bar)
3.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie min-
stens 0,02 MPa (0,2 bar) boven de tegendruk van het
membraanexpansievat (MAG) ligt (P
0,02 MPa (0,2 bar)).
Resultaat:
Vuldruk van de CV-installatie is te laag
▶
Vul de CV-installatie. (→ Hoofdstuk 7.6)
Aanwijzing
Als er zich na het beëindigen van het
testprogramma P.000 nog te veel lucht
in de CV-installatie bevindt, start het
testprogramma dan opnieuw.
7.8
Warmwatersysteem vullen en ontluchten
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
1.
Open de koudwaterstopkraan op het product.
2.
Vul het warmwatercircuit door alle warmwatertappun-
ten te openen tot er water uit komt.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282268_05
≥ P
+
Installatie
MAG