Inschakelen
■ Activeert zichzelf 30 seconden na‐
dat u de auto vergrendelt (initialisa‐
tie van het systeem)
■ Direct wanneer u na het vergren‐
delen nogmaals op e van de hand‐
zender drukt
Let op
Bij wijzigingen in het interieur, zoals
het gebruik van stoelhoezen en bij
open ruiten, werkt de bewaking van
het interieur wellicht minder goed.
Inschakelen zonder bewaking
passagiersruimte en
hellingshoek auto
Schakel de bewaking van het interi‐
eur en de hellingshoek van de auto uit
als u huisdieren in de auto achterlaat,
om te voorkomen dat hoge ultrasone
tonen of bewegingen het alarm acti‐
veren. Schakel ze ook uit wanneer de
auto op een veerboot of een trein
staat.
1. Sluit de achterklep, motorkap, rui‐
ten.
2. Druk op de knop o. De led in de
knop o brandt maximaal
10 minuten.
3. Portieren sluiten.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐
len.
Het statusbericht verschijnt op het
Driver Information Centre.
Sleutels, portieren en ruiten
Status-led
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.
Status tijdens de eerste
30 seconden na het activeren van het
alarmsysteem:
Led aan
= test, inschakelvertra‐
ging.
Led
= portieren, achterklep of
knippert
motorkap niet volledig
snel
gesloten, eventuele
systeemstoring.
27