18
Kort en bondig
Motor starten
■ draai de sleutel naar stand 1
■ verdraai het stuurwiel iets, zodat
het stuurslot wordt opgeheven
■ bedien de koppeling en rem
■ automatische versnellingsbak in P
of N
■ bedien het gaspedaal niet
■ dieselmotoren: draai de sleutel
naar stand 2 om voor te gloeien en
wacht totdat de controlelamp !
dooft
■ draai de sleutel naar stand 3 en laat
los
Motor starten 3 123.
Stop/Start-systeem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er aan bepaalde voorwaarden is
voldaan, activeer dan een autostop
zoals hieronder beschreven:
■ Bedien het koppelingspedaal
■ Zet de schakelhendel in neutraal
■ Laat het koppelingspedaal los
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven op de AUTOSTOP-po‐
sitie op de toerenteller.
Om de motor te herstarten, moet u het
koppelingspedaal opnieuw bedienen.
Stop/Start-systeem 3 124.