22
Sleutels, portieren en ruiten
Handzender synchroniseren
Na vervanging van de batterij het be‐
stuurdersportier openen met de sleu‐
tel in het slot. Bij het inschakelen van
de ontsteking wordt de handzender
gesynchroniseerd.
Opgeslagen instellingen
Wanneer de sleutel uit het contactslot
wordt getrokken, worden de volgende
instellingen automatisch opgeslagen
in het geheugen van de sleutel:
■ Verlichting
■ Infotainmentsysteem
■ Centrale vergrendeling
■ Instellingen sportmodus
■ Comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen worden
automatisch toegepast wanneer de
sleutel met het geheugen de vol‐
gende keer in het contactslot wordt
gestoken en naar stand 1 3 122
wordt gedraaid.
Een voorwaarde is dat Pers. inst. voor
bestuurder geactiveerd is in de per‐
soonlijke instellingen van de
Graphic-Info-Display. Dit moet wor‐
den ingesteld voor alle gebruikte
sleutels. Bij auto's die zijn uitgerust
met een Colour-Info-Display, is de
personalisatie permanent ingescha‐
keld.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch ont‐
grendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐
tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
Ontgrendelen
Knop c indrukken.
U kunt uit twee instellingen kiezen:
■ Om alleen het bestuurdersportier,
de bagageruimte en de tankklep te
ontgrendelen, drukt u eenmaal op
knop c. Om beide portieren te ont‐
grendelen, drukt u tweemaal op de
knop c
of
■ u drukt eenmaal op de knop c om
beide portieren, de bagageruimte
en de tankklep te ontgrendelen