116
Klimaatregeling
De ingestelde temperatuur wordt au‐
tomatisch afgeregeld. In de automa‐
tische modus regelen de ventilator‐
snelheid en de luchtverdeling auto‐
matisch de luchtstroom.
Het systeem kan handmatig worden
bijgesteld met behulp van de knop‐
pen voor luchtverdeling en lucht‐
stroom.
Elke wijziging in de instellingen ver‐
schijnt enkele seconden lang op het
Info-display.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
■ Druk op de knop AUTO, de lucht‐
verdeling en ventilatorsnelheid
worden automatisch geregeld.
■ Alle luchtroosters openen.
■ Druk op n om naar koeling om te
schakelen. Op sommige versies
wordt koeling automatisch geacti‐
veerd door op de knop AUTO te
drukken.
■ Stel de voorkeurstemperatuur aan
de bestuurders- en passagierskant
voorin in door de linker en rechter
draaiknop naar 22 °C te draaien.
U kunt de snelheidsregeling van de
ventilator in de automatische modus
veranderen in het menu Instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 94.
In de automatische modus worden
alle luchtroosters automatisch be‐
diend. Daarom moeten de luchtroos‐
ters altijd openstaan.
Temperatuur selecteren
De temperatuur kan naar wens wor‐
den ingesteld.