Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 121
Remmen .................................... 132
emen .......................................... 138
Brandstof ................................... 150
Trekken ...................................... 153
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten uitrollen wanneer de
motor niet draait (behalve
tijdens een Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Tijdens een Autostop blijven alle sys-
temen werken, maar de stuurbe-
krachtiging werkt beperkt en de rij-
snelheid wordt verlaagd.
Stop/Start-systeem 3 124.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te la-
den wegens een probleem met de
accu, moet de stroomafgifte van de
dynamo verhoogd worden. Dit kan
door stationair aanjagen, wat moge-
lijk hoorbaar is.
Bij auto's met een Uplevel- of Uple-
vel-Combi-display verschijnt een be-
richt op het Driver Information Centre.
Rijden en bediening
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
121