122
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont‐
wikkeling optreden door het verdam‐
pen van was en olie op het uitlaatsys‐
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens het inrijden kunnen het brand‐
stof- en motorolieverbruik hoger zijn
en wordt het roetfilter wellicht vaker
gereinigd. Autostop is wellicht niet
mogelijk wanneer de accu wordt bij‐
geladen.
Roetfilter 3 127.
Contactslotstanden
0 = Ontsteking uit
1 = Stuurslot opgeheven, ontste‐
king uit
2 = Ontsteking aan, bij dieselmotor:
voorgloeien
3 = Starten
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier is geopend of ten laatste
10 minuten nadat het contact werd
uitgeschakeld.
■ Elektrisch bediende ruiten
■ Stekkerdozen
Het Infotainmentsysteem blijft van
stroom voorzien en zal 30 minuten
blijven werken of tot de sleutel uit de
contactschakelaar wordt gehaald, on‐
afhankelijk of er een portier geopend
wordt of niet.