Voor patiënten met brede variaties in retinapigmentatie, zoals geëvalueerd via oftalmoscopische
observatie, selecteert u patronen met meerdere spots die een homogeen gepigmenteerd kleiner gebied
dekken om onvoorspelbare weefselschade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het instellen van parameters voor meerdere spots (pulsduur en aantal spots
per patroon) wanneer CW-laserbrandwonden moeten worden afgegeven in de macula; met langere
rastervoltooiingstijden is door beweging van de patiënt het risico van behandeling van niet-beoogde
doelen groter.
Procedurele aanbevelingen
b
elangrijke elementen Van elke laserlichtcoagulatieprocedure
Oogheelkundige laserlichtcoagulatie heeft een decennialange geschiedenis van het succesvol
bieden van duurzame klinische uitkomsten die zowel nuttig als gunstig voor de patiënt zijn. Het is
echter belangrijk om rekening te houden met de verschillende hardwarebesturingselementen en
aanpassingen, de bijbehorende interacties onderling en de behoeften van elke patiënt om de best
mogelijke klinische resultaten te bereiken. Onder deze afwegingen vallen:
•
Spotgrootte
Spotgrootte bij doel is afhankelijk van vele parameters, waaronder de keuze van de arts voor de
laserspotgrootte en de keuze voor de lens voor laserafgifte, het reactieve vermogen van de patiënt
en de juiste focus van de richtlaser op het doel.
•
Laservermogen
Als u onzeker bent over de respons van het weefsel, begint u met de lagere vermogensinstellingen
en verhoogt u het vermogen totdat u bevredigende klinische resultaten bereikt.
•
Vermogen, spotgrootte en vermogensdichtheid
Vermogensdichtheid is de verhouding van laservermogen ten opzichte van het gebied van
de spotgrootte. Weefselreactie op laserlicht van een bepaalde golflengte wordt in grote mate
bepaald door de vermogensdichtheid. Om vermogensdichtheid te verhogen, verhoogt u het
laservermogen of verkleint u de spotgrootte. Omdat vermogensdichtheid varieert met de
vierhoek van spotgrootte, is deze parameter vooral een gevoelige factor.
•
Rode richt- en behandelingslaserstralen
Controleer in de modus voor enkele spots altijd of de richtstraal een scherpe focus heeft op
het beoogde doel voorafgaand aan en tijdens laserafgifte. Spots die niet scherp zijn afgesteld,
kunnen bij het doel minder consistente vermogensdichtheid hebben en misschien niet tot klinisch
bevredigende resultaten leiden.
Controleer in de modus voor meerdere spots altijd of het doelraster een scherpe focus heeft
voorafgaand aan laserafgifte. Een doelraster dat niet scherp is afgesteld, kan leiden tot klinisch
onbevredigende resultaten.
20
Gebruikershandleiding Iridex EndoProbe
-handstuk, OtoProbe™-apparaat en FlexFiber™-apparaat
®
70375-NL Rev B