Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Patiënten behandelen
V
oordat u een patiënt behandelt
Controleer of het oogveiligheidsfilter goed is geïnstalleerd.
Controleer of de laseronderdelen en afgifteapparatuur goed zijn aangesloten.
Hang het laserwaarschuwingsbord op de deur van de behandelruimte.
N.B. Raadpleeg hoofdstuk 6, "Veiligheid en naleving", en de handleiding(en) bij uw afgifteapparaat voor
belangrijke informatie over laserveiligheidsbrillen en oogveiligheidsfilters.
a
ls u een patiënt behandelt
1.
Schakel de TxCell-bedieningseenheid in via de stroomschakelaar op de achterkant van de
bedieningseenheid.
2.
Zet de laser aan.
3.
Reset de teller.
4.
Positioneer de patiënt.
5.
Selecteer een lasercontactlens die geschikt is voor de behandeling. Let op bij het gebruik van een
lasercontactlens met meerdere spiegels in de modus met meerdere spots. Overvul de spiegel niet
met het patroon en zorg dat u het volledige patroon en het te behandelen gebied voorafgaand aan
laserbehandeling kunt zien.
6.
Zorg ervoor dat al het ondersteunend personeel in de behandelingsruimte goede
laserveiligheidsbrillen draagt.
7.
Selecteer modus Treat (Behandeling).
8.
Controleer of de laagst mogelijke richtstraalintensiteit wordt gebruikt.
9.
Plaats de richtstraal of doelraster op de behandelplek.
10. Controleer focus en verstel het afgifteapparaat waar nodig.
11. Om laservermogen te titreren, voert u een test met enkele spots uit voordat u behandeling
start. Als u geen zekerheid hebt over de te verwachten klinische respons, begint u altijd met
conservatieve instellingen en verhoogt u de instelling voor het laservermogen en/of de duur
met kleine stappen.
a.
Zorg ervoor dat herhaalde modus uit staat bij het titreren.
12. Selecteer de laatste parameters voor de laserbehandeling, inclusief patroon met meerdere spots of
herhaalde modus, indien gewenst.
a.
Merk op dat herhaalde modus alleen beschikbaar is met de modus voor enkele spots.
Er is een minimumtijdsinterval van 10 ms met herhaalde modus voor enkele spots.
b. Merk op dat patroonmodus met meerdere spots alleen beschikbaar is met spotgroottes van
meer dan 100 µm. Er is een minimumtijdsinterval van 2 ms tussen opeenvolgende spots met
patroonmodus voor meerdere spots.
16
Gebruikershandleiding Iridex EndoProbe
:
:
-handstuk, OtoProbe™-apparaat en FlexFiber™-apparaat
®
70375-NL Rev B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave