Kabel om de pekeldrukschakelaar aan te sluiten
(EKGSCONBP1)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving moet u een
pekeldrukschakelaar plaatsen (ter plaatse te voorzien). Om de
pekeldrukschakelaar op de unit aan te sluiten kunt u de kabel om de
pekeldrukschakelaar aan te sluiten gebruiken.
Voor de aanwijzingen voor de installatie, raadpleeg de
installatiehandleiding van de kabel om de pekeldrukschakelaar aan
te sluiten.
OPMERKING
Daikin adviseert een mechanische pekeldrukschakelaar te
gebruiken. Indien een elektrische pekeldrukschakelaar
wordt gebruikt, kunnen capacitieve stromen de werking
van de flowschakelaar storen en zo een storing in de unit
veroorzaken.
5
Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
5.1
Overzicht: Richtlijnen met
betrekking tot mogelijke
toepassingen
Deze richtlijnen bieden een overzicht van de mogelijkheden van het
Daikinwarmtepompsysteem.
OPMERKING
▪ De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen ter
informatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig als
gedetailleerde hydraulische schema's of grafieken
gebruikt worden. De gedetailleerde hydraulische
maatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch in
evenwicht brengen worden hier NIET getoond; deze
maken deel uit van de verantwoordelijkheden van de
installateur.
▪ Voor meer informatie over de configuratieinstellingen
om de werking van de warmtepomp te optimaliseren,
zie "8 Configuratie" op pagina 37.
INFORMATIE
De energiemeetfunctie is NIET van toepassing en/of NIET
geldig voor deze unit indien deze wordt berekend door de
unit. Indien er optionele externe meters worden gebruikt, is
het energiemeetdisplay geldig.
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om de volgende zaken in of op te
stellen:
▪ Het ruimteverwarmingssysteem in/opstellen
▪ Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
▪ De tank voor warm tapwater in/opstellen
▪ De energiemeting instellen
▪ Het energieverbruik instellen
▪ Een externe temperatuursensor opstellen
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517481B – 2014.03
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
5.2
Het
Daikinwarmtepompsysteem
warmteafgevers in een of meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke
kamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende
vragen beantwoordt:
▪ Hoeveel kamers worden er verwarmd door het Daikin
warmtepompsysteem?
▪ Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en
hoeveel bedraagt hun aanvoertemperatuur waarvoor zij
ontworpen werden?
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming duidelijk zijn, adviseert
Daikin onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
5.2.1
Vloerverwarming of radiatoren –
Kamerthermostaat met draad
Opstelling
▪ De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op de
binnenunit aangesloten.
▪ De kamertemperatuur wordt geregeld door de gebruikersinterface,
die als kamerthermostaat gebruikt wordt. Mogelijke installaties:
▪ De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is in de kamer
geplaatst en wordt als kamerthermostaat gebruikt
▪ De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is bij de
binnenunit geplaatst en wordt als regelaar gebruikt dicht bij de
binnenunit + de gebruikersinterface (optionele apparatuur
EKRUCBL*) is in de kamer geplaatst en wordt als
kamerthermostaat gebruikt
Het ruimteverwarmingssysteem
in/opstellen
levert
mogelijk
als
de
Een enkele kamer
A
B
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt
wordt
Uitgebreide handleiding voor de installateur
aanvoerwater
aan
regeling
van
de
a
9