8 Configuratie
De aanvoerwatertemperatuur: Secundaire zone
Alleen van toepassing als er 2 aanvoerwatertemperatuurzones zijn.
#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
AWT inst modus:
▪ Absoluut:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ vast over de tijd (wat betekent:
▪ Weersafh (standaard): De gewenste
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk (wat betekent:
▪ vast over de tijd (wat betekent:
#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
<< vervolg
▪ Abs+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ volgens een programma. De
▪ Weersafh+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk (wat betekent:
▪ volgens een programma. De
#
Code
[A.3.1.2.3]
[000]
Weersafhank verwarm instellen:
T t
[001]
[002]
[0-01]
[003]
[0-00]
▪ T
(primair)
▪ T
Uitgebreide handleiding voor de installateur
46
Beschrijving
De
gewenste
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
vervolg >>
Beschrijving
De
gewenste
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
De
gewenste
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
Beschrijving
[0-03]
[0-02]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
vervolg >>
#
Code
[A.3.1.2.3]
[000]
[001]
[002]
[003]
(wat
de
(wat
De aanvoerwatertemperatuur: Delta T generator
de
Het temperatuurverschil voor het retourwater en het aanvoerwater.
De unit is ontworpen om vloerverwarming te ondersteunen. De
aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur
gebruikersinterface) voor vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In
dat geval wordt de unit aangestuurd om een temperatuurverschil van
5°C te bekomen, wat betekent dat de temperatuur van het
retourwater naar de unit ongeveer 30°C bedraagt. Afhankelijk van
de
de geplaatste toepassing (radiatoren, warmtepompconvectoren,
vloerverwarmingslussen) of de situatie kan het temperatuurverschil
tussen het retourwater en het aanvoerwater gewijzigd worden. Merk
op dat de pomp haar debiet zal regelen om de Δt constant te
behouden.
de
#
Code
[A.3.1.3.1]
[909]
Specifiek voor installaties die hogere watertemperaturen vereisen
(bijv. radiatoren)
T a
Beschrijving
<< vervolg
▪ [003]:
buitenomgevingstemperatuur.
−20°C~5°C (standaard: −20°C)
▪ [002]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~20°C (standaard: 15°C)
▪ [001]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
eronder valt.
Tussen
de
minimum
en
maximumaanvoerwatertemperatuur
25°C~65°C (standaard: 60°C).
Opmerking: Deze waarde moet
hoger zijn dan [000], omdat bij lage
buitentemperaturen warmer water
nodig is.
▪ [000]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
erover komt.
Tussen
de
minimum
en
maximumaanvoerwatertemperatuur
25°C~65°C (standaard: 25°C).
Opmerking: Deze waarde moet
lager zijn dan [001], omdat bij hoge
buitentemperaturen minder warm
water nodig is.
(ingesteld
via
Beschrijving
Verwarming: vereist
temperatuurverschil tussen retour en
aanvoerwater. Gebied: 3~10°C (in
stappen van 1°C; standaardwaarde:
8°C).
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517481B – 2014.03
Lage
Hoge
de
of
de
de
of
de
de