5.5.2
Verbruikte energie
De verbruikte energie meten
▪ Ze vereist wel externe energiemeters.
▪ Op/instelling en configuratie:
▪
Voor de kenmerken van elk type van meter, zie "14 Technische
gegevens" op pagina 71.
▪ Wanneer elektrischeenergiemeters gebruikt worden, stel het
aantal pulsen/kWh voor elke energiemeter in via de
gebruikersinterface. De gegevens over de verbruikte energie
zullen alleen beschikbaar zijn indien deze instelling
geconfigureerd is.
INFORMATIE
Wanneer u het elektrischeenergieverbruik meet, zorg
ervoor dat de elektrischeenergiemeters de VOLLEDIGE
energietoevoer naar het systeem meten.
5.5.3
Elektrische voeding met normaal kWh
tarief
Algemene regel
Eén energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende.
Opstelling
Sluit de energiemeter aan op X5M/7 en X5M/8.
Energiemetertype
Gebruik een driefasige energiemeter.
Voorbeeld
0
0
58 0
1 5 0
a
45 08 96
b
.0 05
c
e
d
A
A
Binnenunit
a
Elektriciteitskast (L
b
Energiemeter (L
/L
1
c
Zekering (L
/L
/L
/N)
1
2
3
d
Backupverwarming (L
e
Binnenunit (L
/L
/L
1
2
Uitzondering
▪ U kunt in de volgende gevallen een tweede energiemeter
gebruiken:
▪ Het energiebereik van de eerst meter is onvoldoende.
▪ De
elektriciteitsmeter
elektriciteitskast geplaatst worden.
▪ Aansluiting en instelling:
▪ Sluit de tweede energiemeter aan op X5M/9 en X5M/10.
▪ In de software worden de gegevens van het energieverbruik
van beide meters opgeteld, zodat u NIET hoeft in te stellen
welke meter welk energieverbruik meet. U hoeft alleen het
aantal pulsen van elke energiemeter in te geven.
▪ Zie
"5.5.4 Elektrische voeding met voorkeur kWhtarief" op
pagina 17 voor een voorbeeld met twee energiemeters.
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517481B – 2014.03
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
/L
/L
/N)
1
2
3
/L
/N)
2
3
/L
/L
/N)
1
2
3
/N)
3
kan
niet
gemakkelijk
in
5.5.4
Elektrische voeding met voorkeur kWh
tarief
Opstelling
▪ Sluit energiemeter 1 aan op X5M/7 en X5M/8.
▪ Sluit energiemeter 2 aan op X5M/9 en X5M/10.
Zie
"6.4.3 Overzicht van de elektrische verbindingen, behalve de
uitwendige stelmotoren" op pagina 24.
5.6
De regeling van het
energieverbruik instellen
▪ De besturing van het energieverbruik:
▪ Laat u toe het energieverbruik van het hele systeem te
beperken (de som van de binnenunit en de back
upverwarming).
▪ Configuratie: geef via de gebruikersinterface de volgende zaken
in: het niveau van vermogenbeperking en de manier waarop dit
gedaan moet worden.
▪ Het niveau van vermogenbeperking kan als volgt uitgedrukt
worden:
▪ Maximum opgenomen amperage (in A)
▪ Maximum opgenomen vermogen (in kW)
▪ Het niveau van vermogenbeperking kan als volgt ingeschakeld
worden:
▪ Continu
▪ Door digitale inputs
INFORMATIE
▪ Tijdens noodbedrijf kan de besturing energieverbruik
NIET worden gebruikt. Dit is omdat de back
upverwarming een grotere capaciteit heeft dan tijdens
de normale werking (9 kW i.p.v. 6 kW) en daarom zal de
door de unit berekende nodige stroom kleiner zijn dan
de huidig nodige stroom.
▪ Indien de vermogenbeperking is ingeschakeld, worden
watertemperatuurinstelpunten
ruimteverwarming NIET gewaarborgd.
5.6.1
Continue vermogenbeperking
Een continue vermogenbeperking is nuttig om ervoor te zorgen dat
het systeem steeds over een maximale energie of stroomtoevoer
beschikt. In sommige landen beperkt de wetgeving het maximale
energieverbruik voor ruimteverwarming en het produceren van warm
tapwater.
P
i
a
DI
de
P
Opgenomen vermogen
i
t
Tijd
DI
Digitale input (niveau vermogenbeperking)
a
Vermogenbeperking ingeschakeld
b
Werkelijke opgenomen vermogen
boven
b
t
Uitgebreide handleiding voor de installateur
60°C
in
17