8 Configuratie
Vraagprintplaat
De vraagprintplaat wordt gebruikt om het besturing energieverbruik
via digitale inputs te regelen. Zie
mogelijke toepassingen" op pagina 9.
#
Code
[A.2.2.7]
[D04]
Vraagprintplaat
Geef aan dat de optionele vraag
printplaat geplaatst werd.
▪ 0
geïnstalleerd.
▪ 1 (Ja): Geïnstalleerd De besturing
energieverbruik via digitale inputs kan
in [A.6.2.1] geselecteerd worden.
De energiemeting
Als de energiemeting via externe energiemeters gebeurt, configureer
de instellingen dan zoals hierna beschreven. Selecteer de
pulsfrequentieoutput van elke energiemeter conform de specificaties
van de energiemeters. Er kunnen (tot 2) energiemeters met
verschillende pulsfrequenties aangesloten worden. Als slechts
1 energiemeter of zelfs geen energiemeter wordt gebruikt, selecteer
dan Nee om aan te geven dat de overeenstemmende pulsinput
NIET gebruikt wordt.
#
Code
[A.2.2.8]
[D08]
Optionele externe kWhmeter 1:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1: Geïnstalleerd (0,1 impuls/kWh)
▪ 2: Geïnstalleerd (1 impuls/kWh)
▪ 3: Geïnstalleerd (10 impuls/kWh)
▪ 4: Geïnstalleerd (100 impuls/kWh)
▪ 5: Geïnstalleerd (1000 impuls/kWh)
[A.2.2.9]
[D09]
Optionele externe kWhmeter 2:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1: Geïnstalleerd (0,1 impuls/kWh)
▪ 2: Geïnstalleerd (1 impuls/kWh)
▪ 3: Geïnstalleerd (10 impuls/kWh)
▪ 4: Geïnstalleerd (100 impuls/kWh)
▪ 5: Geïnstalleerd (1000 impuls/kWh)
8.2.4
Snelle wizard: Capaciteiten
(energiemeting)
De capaciteiten van alle elektrische verwarmingen moeten voor de
energiemeting en/of de regeling van het besturing energieverbruik
ingesteld worden om goed te werken. Door de weerstand van elk
verwarmingstoestel te meten, kunt u de exacte capaciteit van elk
verwarmingstoestel instellen en zodoende meer nauwkeurige
energiegegevens hebben.
#
Code
[A.2.3.2]
[603]
BUH: stap 1: De capaciteit van de eerste
stap van de backupverwarming aan
nominale spanning. Nominale waarde
3 kW. Standaard: 3 kW.
0~10 kW (in stappen van 0,2 kW)
[A.2.3.3]
[604]
BUH: stap 2: Het verschil in capaciteit
tussen de tweede en de eerste stap van
de backupverwarming. Standaard:
3 kW.
0~10 kW (in stappen van 0,2 kW)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
44
"5 Richtlijnen met betrekking tot
Beschrijving
(Nee)(standaard):
NIET
Beschrijving
Beschrijving
8.2.5
De regeling van de ruimteverwarming
De vereiste instellingen om de ruimteverwarming van uw systeem te
configureren
worden
in
dit
weersafhankelijke installateurinstellingen bepalen de parameters
voor de weersafhankelijke werking van de unit. Wanneer de
weersafhankelijke
werking
watertemperatuur automatisch bepaald op basis van de
buitentemperatuur. Lage buitentemperaturen zorgen voor warmer
water en omgekeerd. In de weersafhankelijke werking kan de
gebruiker de doeltemperatuur van het water met maximum 5°C
verhogen of verlagen.
Zie de uitgebreide handleiding voor de gebruiker en/of de
gebruiksaanwijzing voor meer details over deze functie.
Aanvoerwatertemperatuur: Primaire zone
#
Code
[A.3.1.1.1]
Nvt
AWT inst modus:
▪ Absoluut:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ vast over de tijd (wat betekent:
▪ Weersafh (standaard): De gewenste
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk (wat betekent:
▪ vast over de tijd (wat betekent:
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
hoofdstuk
beschreven.
geactiveerd
is,
wordt
Beschrijving
De
gewenste
weersafhankelijk
(wat
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
vervolg >>
EGSQH10S18AA9W
4P3517481B – 2014.03
De
de
de