Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin Altherma EGSQH10S18AA9W Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 50

Inhoudsopgave

Advertenties

8 Configuratie
De aanvoerwatertemperatuur rond 0°C compenseren
Wanneer  de  buitentemperatuur  ongeveer  0°C  bedraagt,  wordt
plaatselijk  de  gewenste  aanvoerwatertemperatuur  hoger  tijdens  het
verwarmen.  Deze  compensatie  kan  geselecteerd  worden  wanneer
een  absolute  of  weersafhankelijke  gewenste  temperatuur  gebruikt
wordt  (zie  de  afbeelding  hieronder).  Gebruik  deze  instelling  om
mogelijke  warmteverliezen  van  het  gebouw  te  compenseren
wanneer  de  buitentemperatuur  rond  de  0°C  draait  (bijv.  in  koude
streken).
T
T
t
t
L
L
R
R
T
A
0°C
0°C
a
b
a
Absoluut gewenste aanvoerwatertemperatuur
b
Weersafhankelijke gewenste aanvoerwatertemperatuur
#
Code
Nvt
[D­03]
▪ 0 (uitgeschakeld) (standaard)
▪ 1 (geactiveerd) L=2°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 2 (geactiveerd) L=4°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 3 (geactiveerd) L=2°C,
R=8°C (−4°C<T
▪ 4 (geactiveerd) L=4°C,
R=8°C (−4°C<T
De aanvoerwatertemperatuur maximaal aanpassen
Alleen  van  toepassing  in  kamerthermostaatregeling  en  wanneer
aanpassing geactiveerd werd. De maximumaanpassing (= afwijking)
van  bijv.  3°C  voor  de  gewenste  aanvoerwatertemperatuur  bepaald
op basis van het verschil tussen de werkelijke kamertemperatuur en
de  gewenste  kamertemperatuur  betekent  dat  de  gewenste
aanvoerwatertemperatuur  met  3°C  verhoogd  of  verlaagd  kan
worden.  Deze  aanpassing  vergroten  zorgt  voor  betere  prestaties
(minder  AAN/UIT,  sneller  verwarmen),  maar  er  moet  steeds  en
afhankelijk van de warmteafgever een evenwicht zijn (raadpleeg de
kenmerken  van  de  geselecteerde  warmteafgevers)  tussen  de
gewenste 
aanvoerwatertemperatuur 
kamertemperatuur.
#
Code
Nvt
[8­06]
1~5°C (standaard: 3°C)
De temperatuurbereiken (kamertemperatuur)
Alleen  van  toepassing  in  kamerthermostaatregeling.  Om  energie  te
besparen door te beletten dat de kamer teveel verwarmd wordt, kunt
u het bereik van de kamertemperatuur beperken.
OPMERKING
Wanneer  de  bereiken  voor  de  kamertemperaturen
aangepast 
worden, 
kamertemperaturen  aangepast  worden,  zodat  ze  binnen
de grenswaarden blijven.
#
Code
Kamertemp.bereik
[A.3.2.1.2]
[3­06]
Maximumtemp (verwarm)
18~30°C (standaard: 30°C)
[A.3.2.1.1]
[3­07]
Minimumtemp (verwarm)
12~18°C (standaard: 12°C)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
50
T
A
Beschrijving
<2°C)
A
<2°C)
A
<4°C)
A
<4°C)
A
en 
de 
gewenste
Beschrijving
moeten 
ook 
alle 
gewenste
Beschrijving
De kamertemperatuurstap
Alleen  van  toepassing  in  kamerthermostaatregeling  en  als  de
temperatuur in °C wordt weergegeven.
#
Code
[A.3.2.4]
Nvt
Kamertemp. stap
▪ 1°C 
kamertemperatuur 
gebruikersinterface kan in stappen van
1°C ingesteld worden.
▪ 0,5°C De gewenste kamertemperatuur
op  de  gebruikersinterface  kan  in
stappen  van  0,5°C  ingesteld  worden.
De werkelijke kamertemperatuur wordt
met  een  nauwkeurigheid  van  0,1°C
weergegeven.
De kamertemperatuurhysteresis
Alleen  van  toepassing  in  het  geval  van  een  regeling  via
kamerthermostaat. 
De 
hysteresisband 
kamertemperatuur  is  instelbaar.  Daikin  adviseert  om  de
kamertemperatuurhysteresis  niet  te  wijzigen  aangezien  deze  is
ingesteld voor optimaal gebruik van het systeem.
a
b
c
[ 9-0C ]
a
Kamertemperatuur
b
Werkelijke kamertemperatuur
c
Gewenste kamertemperatuur
d
Tijd
#
Code
Nvt
[9­0C]
1~6°C (standaard: 1°C)
De kamertemperatuurafwijking
Alleen  van  toepassing  in  het  geval  van  een  regeling  via
kamerthermostaat.  U  kunt  de  (externe)  kamertemperatuursensor
ijken.  U  kunt  een  afwijking  instellen  op  de  waarde  van  de
kamerthermistor  gemeten  door  de  gebruikersinterface  of  door  een
externe  kamersensor.  De  instellingen  kunnen  gebruikt  worden  om
situaties  te  compenseren  waarin  de  gebruikersinterface  of  externe
kamersensor  niet  op  de  ideale  plaats  geplaatst  kan  worden  (zie  de
installatiehandleiding  en/of  de  uitgebreide  handleiding  voor  de
installateur).
#
Code
Kamertemp.afwijking: Afwijking op de werkelijke kamertemperatuur
gemeten op de sensor van de gebruikersinterface.
[A.3.2.2]
[2­0A]
−5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)
Afwijk. ext. kamersensor: Alleen van toepassing als de optie met
externe kamersensor geplaatst en geconfigureerd werd (zie [C­08])
[A.3.2.3]
[2­09]
−5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)
Vorstbescherming kamer
Alleen  van  toepassing  in  het  geval  van  een  regeling  via
kamerthermostaat. Wanneer de werkelijke kamertemperatuur onder
de kamervriestemperatuur zou vallen, zal de unit aanvoerwater naar
de warmteafgevers leiden om de kamer opnieuw op te warmen.
OPMERKING
Zelfs 
als 
de 
kamerthermostaatregeling 
gebruikersinterface  UIT  is,  blijft  de  bescherming  tegen
vorst in de kamer actief.
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
Beschrijving
(standaard). 
De 
gewenste
op 
rond 
de 
gewenste
d
Beschrijving
Beschrijving
op 
de
EGSQH10S18AA9W
4P351748­1B – 2014.03
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave