8.3
De geavanceerde configuratie/
optimalisatie
8.3.1
De ruimteverwarming: geavanceerd
De voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur
U kunt voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperaturen bepalen:
▪ economisch (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het laagst is)
▪ comfort (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het hoogst is).
Voorgeprogrammeerde waarden zorgen ervoor dat de zelfde waarde
gemakkelijk in het programma gebruikt kan worden of dat de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur aangepast kan worden (zie aanpassing). Indien u
later de waarde wilt wijzigen, hoeft u dit maar op één plaats te doen.
Afhankelijk van het feit of de gewenste aanvoerwatertemperatuur al
dan niet weersafhankelijk is, moet de absolute gewenste
aanvoerwatertemperatuur ingesteld worden of de gewenste
omschakelwaarden.
OPMERKING
De
voorgeprogrammeerde
kunnen ALLEEN voor de primaire zone gebruikt worden,
omdat het programma voor de secundaire zone uit AAN/
UITacties bestaat.
OPMERKING
Selecteer
aanvoerwatertemperaturen die overeenstemmen met de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers om het
evenwicht tussen de gewenste kamertemperatuur en
aanvoerwatertemperatuur te bewaren.
#
Code
Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone wanneer NIET weersafhankelijk
[7.4.2.1]
[809]
Comfort (verwarming)
[901]~[900] (standaard: 55°C)
[7.4.2.2]
[80A]
Eco (verwarming)
[901]~[900] (standaard: 45°C)
Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur
(omschakelwaarde) voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone wanneer weersafhankelijk
[7.4.2.5]
Nvt
Comfort (verwarming)
−10~+10°C (standaard: 0°C)
[7.4.2.6]
Nvt
Eco (verwarming)
−10~+10°C (standaard: −2°C)
De temperatuurbereiken (aanvoerwatertemperaturen)
Deze instelling dient om te voorkomen dat een verkeerde
aanvoerwatertemperatuur (nl. te warm) geselecteerd zou worden.
Hiervoor kan het beschikbare bereik voor de gewenste
verwarmingstemperaturen geconfigureerd worden.
OPMERKING
Bij een toepassing met vloerverwarming is het belangrijk
om de maximale uitlaatwatertemperatuur bij het
verwarmen te beperken volgens de specificaties van de
vloerverwarmingsinstallatie.
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517481B – 2014.03
gemakkelijk
aan
de
aanvoerwatertemperaturen
voorgeprogrammeerde
Beschrijving
OPMERKING
▪ Wanneer
de
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
gewenste
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
omschakelwaarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te vermijden dat de kamer NIET opgewarmd kan worden:
aanvoerwatertemperaturen moeten voldoende hoger zijn dan de
kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Het gebied van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming)
[A.3.1.1.2.2] [900]
Maximumtemp (verwarm)
37~65°C (standaard: 65°C)
[A.3.1.1.2.1] [901]
Minimumtemp (verwarm)
15~37°C (standaard: 24°C)
Het gebied van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming)
[A.3.1.2.2.2] [906]
Maximumtemp (verwarm)
37~65°C (standaard: 65°C)
[A.3.1.2.2.1] [905]
Minimumtemp (verwarm)
15~37°C (standaard: 24°C)
De temperatuuroverregeling voor de aanvoerwatertemperatuur
Deze functie bepaalt hoeveel de watertemperatuur boven de
gewenste aanvoerwatertemperatuur mag stijgen vooraleer de
compressor stopt. De compressor zal opnieuw starten wanneer de
aanvoerwatertemperatuur
tot
aanvoerwatertemperatuur zakt.
#
Code
Nvt
[904]
1~4°C (standaard: 1°C)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
bereiken
voor
de
aanvoerwatertemperaturen
met
de
gewenste
weersafhankelijke
te
beperken
tot
Beschrijving
onder
de
gewenste
Beschrijving
49