5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Op/instelling en configuratie
▪ Geen bijkomend apparatuur nodig.
▪ Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing
van het energieverbruik in zoals beschreven in
overzichtsinstelling wijzigen" op pagina
van alle instellingen, zie "8 Configuratie" op pagina 37):
▪ Selecteer de stand met voltijdse beperking
▪ Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW of
stroom in A)
▪ Geef het gewenste niveau van vermogenbeperking in
OPMERKING
Stel een minimum energieverbruik van ±3 kW in om de
ruimteverwarming te laten werken en warm tapwater te
produceren door minstens stap 1 van de back
upverwarming toe te laten.
5.6.2
Vermogenbeperking door digitale inputs
ingeschakeld
Een vermogenbeperking is tevens nuttig in combinatie met een
energiebeheersysteem.
Het vermogen of de stroom van het volledige Daikinsysteem wordt
dynamisch door digitale inputs beperkt. Het niveau van
vermogenbeperking kan via de gebruikersinterface ingesteld worden
door een van de volgende elementen te beperken:
▪ Stroom (in A)
▪ Opgenomen vermogen (in kW)
Het energiebeheersysteem (ter plaatse te voorzien) bepaalt wanneer
een bepaald niveau van vermogenbeperking ingeschakeld moet
worden. Voorbeeld: Om het maximumvermogen van het volledige
huis
te
beperken
ruimteverwarming...).
B
a
5
4
3
A8P
2
1
b
A
A
Binnenunit
B
Energiebeheersysteem
a
Inschakeling vermogenbeperking (4 digitale inputs)
b
Backupverwarming
P
i
a
DI4
DI3
b
DI1
t
P
Opgenomen vermogen
i
t
Tijd
DI
Digitale inputs (niveaus vermogenbeperking)
a
Vermogenbeperking ingeschakeld
b
Werkelijke opgenomen vermogen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
38 (voor de beschrijving
(verlichting,
huishoudtoestellen,
Opstelling
▪ Vraagprintplaat (optie EKRP1AHTA) nodig.
▪ Er worden maximum vier digitale inputs gebruikt om het
"Een
overeenstemmend niveau van vermogenbeperking in te
schakelen:
▪ DI1 = zwakste beperking (hoogst energieverbruik)
▪ DI4 = strengste beperking (laagst energieverbruik)
▪ Voor de specificaties en de aansluiting van de digitale inputs, zie
"14.5 Bedradingsschema – onderdelen: Binnenunit" op pagina
76.
Configuratie
Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing van
het energieverbruik in zoals beschreven in "Een overzichtsinstelling
wijzigen" op pagina
zie "8 Configuratie" op pagina 37):
▪ Selecteer inschakelen door digitale inputs.
▪ Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW of
stroom in A).
▪ Stel het gewenste niveau van vermogenbeperking in dat met elke
digitale input overeenstemt.
INFORMATIE
Indien meer dan 1 digitale input (gelijktijdig) gesloten is, is
de voorrang van digitale input vast: DI4 voorrang>...>DI1.
5.6.3
Vermogenbeperking: werking
De compressor heeft een betere effectiviteit dan de elektrische
verwarming. Om deze reden wordt de elektrische verwarming
beperkt en eerst UIT gezet. Het systeem beperkt het energieverbruik
in de volgende orde:
1
Het beperkt de elektrische verwarming.
2
Zet de elektrische verwarming UIT.
3
Beperkt de compressor.
4
Zet de compressor uit.
Voorbeeld
P
h
c
b
a
A
P
Geproduceerde warmte
h
C
Verbruikte energie
e
A
Compressor
B
Backupverwarming
a
Beperkte compressorwerking
b
Volledige compressorwerking
c
Stap 1 backupverwarming AANgezet
d
Stap 2 backupverwarming AANgezet
38 (voor de beschrijving van alle instellingen,
d
C
e
B
EGSQH10S18AA9W
Daikin Altherma geothermische warmtepomp
4P3517481B – 2014.03