Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
3.6.5 Installeren van extra uitrusting
3.6.6 Instellen van de watertoevoer voor de eindspoelbeurt
3.7 Installeren van afwasmiddel- en naglansmiddeluitrusting
10
Eindschakelaar
Installatie van eindschakelaar vindt plaats bij blok X10 in de schakelkast. Verwijder de
bestaande klem. Zie de elektrische aansluiting van de machine. De eindschakelaar wordt
aangeduid als S11. LET OP! De machine heeft een spanning van 24 V.
Transportbanden
De installatie van in- en uitvoerapparatuur (transportbanden, bochtstukken) moet conform
het elektriciteitsschema worden uitgevoerd. Dit is voor machines die zijn voorzien van
een motorschakelaar en magneetschakelaars voor deze apparatuur.
De elektrische installatie voor in- en uitvoerapparatuur moet conform het elektriciteits-
schema worden uitgevoerd. LET OP De machine werkt met 24 V.
When installing motorswitch and contactors afterwards the electrical connections compo-
nents and installing notch be followed. Dit heeft gevolgen voor de aansprakelijkheid van
de fabrikant. Zie "VEILIGHEID".
Transportband aansluiten op een machine met frequentieomvormer.
LET OP! Om te voldoen aan de geldende Europese Machinerichtlijn moet een afge-
schermde motorkabel worden gebruikt als externe transportbanden worden aangesloten,
die worden geregeld door de machine. De kabelaansluiting op de motor moet bedoeld zijn
voor afgeschermde kabels. De aansluitkast op de motor moet van metaal zijn gemaakt.
Noodstop
Een andere noodstop wordt aangesloten op het onderste klemmenblok, dat voor de che-
mische afwastank is geplaatst. Vervang bij de bestaande klem bij de aansluiting voor de
extra noodstopschakelaar. Zie de elektrische aansluiting van de machine. De extra nood-
stopschakelaar wordt op het aansluitschema S2 genoemd. LET OP! De machine heeft een
spanning van 24 V.
Watermeter en reduceerklep bevinden zich achter de deur naar de eindspoeling.
Activeer de fotocel (5) aan de invoerkant en de impulsarm voor de eindspoeling (11) ach-
ter de eindspoeldeur. Sluit de deur en druk op de MAN-knop.
Lees de toevoer af op watermeter BV02. De toevoer moet 6,5-7 l/min bedragen. De toe-
voer wordt bijgesteld met behulp van de reduceerklep, die zich naast de watermeter be-
vindt. Zet de impulsarm en de fotocel terug in de nulstand.
4.7.2005
Rev. 1.3
Advertenties
Inhoudsopgave
