VEIlIGHEIDSINStrUctIES
PErSOONlIjkE VEIlIGHEID (VErVOlG)
Praat, voor gebruik van het toestel, met de patiënt om
zeker te stellen dat hij/zij in een comfortabele positie
is tijdens de gehele behandeling, hij/zij niet in contact
staat met het toestel, de elektrodekabel, de
elektroden of andere apparaten of metalen
voorwerpen en hij/zij u op de hoogte brengt (en dit
ook kan) als hij/zij zich onwel voelt worden.
Bepaal, voor gebruik van het toestel, het maximale
nominale uitgangsvermogen van de
respectievelijke accessoire om oververhitting van het
weefsel te voorkomen. Raadpleeg
starten.
Controleer op gezette tijden gedurende de
behandeling of het toestel goed werkt, op vocht
ontwikkeling* (zweten) in het gebied van de
elektroden en of de patiënt zich goed voelt.** Vraag
na afloop van de behandeling aan de patiënt of hij/zij
de behandeling goed heeft verdragen en ga naar het
behandelgebied (gelicencieerde arts).
De behandeling
9
* De aangedane lichaamsdelen moeten ontdaan zijn van
kleding tijdens de behandeling, omdat ophoping van
vocht op de huid of in de plooien plaatselijke
oververhitting kan veroorzaken van de huid. Dit is met
name belangrijk wanneer de kleding gemaakt is van
vochtwerende stof, zoals zijde of synthetische vezels.
**Het uitgangsvermogen moet altijd worden ingesteld
volgens de subjectieve reactie van de patiënt. Wees met
name voorzichtig bij patiënten met een verminderd
vermogen voor warmteperceptie.
volgens Schliephake)
Intelect® Shortwave 400
(Doseringsniveaus