Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Barometer Kalibreren; Kaartinstellingen; Grouptrack Instellingen; Navigatie-Instellingen - Garmin FENIX 5 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FENIX 5:
Inhoudsopgave

Advertenties

optie Barometer wanneer er geen sprake is van
hoogteverschillen.
Pressure: Hiermee stelt u in hoe het toestel drukgegevens
weergeeft.

De barometer kalibreren

Uw toestel is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt
automatische kalibratie op het GPS-beginpunt gebruikt. U kunt
de barometer handmatig kalibreren als de juiste hoogte of de
druk op zeeniveau u bekend is.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Sensors en accessoires >
Barometer > Kalibreer.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Ja als u de huidige hoogte of druk op zeeniveau
wilt invoeren.
• Selecteer Use GPS als u het toestel automatisch wilt
kalibreren op het GPS-beginpunt.

Kaartinstellingen

U kunt de weergave van de kaart in de kaart-app en op
gegevensschermen aanpassen.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Kaart.
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in.
Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de pagina
weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige
reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
Gebruikerslocaties: Hiermee worden opgeslagen locaties op
de kaart weergegeven of verborgen.
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.

GroupTrack instellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen >
GroupTrack.
Show on Map: Hiermee kunt u connecties weergegeven op het
kaartscherm tijdens een GroupTrack sessie.
Activity Types: Hiermee kunt u selecteren welke activiteittypen
op het kaartscherm worden weergegeven tijdens een
GroupTrack sessie.

Navigatie-instellingen

U kunt tijdens het navigeren naar een bestemming de functies
en vormgeving van de kaart aanpassen.

Kaartfuncties aanpassen

1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Navigatie > Gegevensschermen.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Kaart om de kaart in of uit te schakelen.
• Selecteer Begeleid om een gidspagina in of uit te
schakelen waarop de kompasrichting of de koers wordt
weergegeven die u tijdens het navigeren moet volgen.
• Selecteer Hoogteprofiel om de hoogtegrafiek in of uit te
schakelen.
• Selecteer een scherm dat u wilt toevoegen, verwijderen of
aanpassen.

Koersinstellingen

U kunt het gedrag van de wijzer instellen die wordt
weergegeven tijdens het navigeren.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Navigatie >
Type.
Uw toestel aanpassen
Peiling: Wijst in de richting van uw bestemming.
Koers: Toont uw relatie tot de koerslijn die naar de bestemming
leidt
(Koerswijzer, pagina

Koerswijzer

De koerswijzer komt het beste van pas als u in een rechte lijn
naar uw bestemming navigeert, bijvoorbeeld op het water.
Hiermee kunt u terug navigeren naar de koerslijn als u van de
koers afwijkt om obstakels of hindernissen te vermijden.
De koerswijzer
geeft uw relatie aan tot de koerslijn die naar
uw bestemming leidt. De koersafwijkingsindicator (CDI)
de afwijking (links of rechts) ten opzichte van de koers weer. De
stippen
geven aan hoe ver u van de koers bent afgeweken.

Een koersindicator instellen

U kunt een koersindicator instellen die wordt weergegeven op
uw gegevenspagina's tijdens het navigeren. De indicator wijst in
de richting van uw doel.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Navigatie > Koersindicator.

Navigatiewaarschuwingen instellen

U kunt waarschuwingen instellen om u te helpen navigeren naar
uw bestemming.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Navigatie > Waarschuwingen.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Afstand tot einddoel om een waarschuwing in
te stellen voor een bepaalde afstand tot uw
eindbestemming.
• Selecteer Bestemming ETE om een waarschuwing in te
stellen voor een resterende geschatte tijd tot u aankomt
op uw eindbestemming.
• Selecteer Uit koers om een waarschuwing in te stellen
voor als u van uw koers afraakt.
4
Selecteer zo nodig Status om de waarschuwing in te
schakelen.
5
Voer zo nodig een afstand of tijdwaarde in en selecteer

Systeeminstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen
pagina
30).
Schermverlichting: Hiermee kunt u instellingen van de
schermverlichting wijzigen
wijzigen, pagina
30).
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Niet storen: Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Gebruik de optie Slaaptijd om de modus Niet storen
automatisch in te schakelen tijdens uw normale slaapuren. U
kunt uw normale slaaptijden instellen in uw Garmin Connect
account.
29).
(Tijdinstellingen,
(De schermverlichtingsinstellingen
geeft
.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fenix 5s

Inhoudsopgave