Effectief bereik van ingebouwde flitser
Diafragma
100
f/3.5
3,5
f/4
3
f/5.6
2,5
Voor onderwerpen die dichtbij zijn, dient het onderwerp minstens 1 meter
te zijn verwijderd wanneer u flitst.
Verwijder de lenskap van het objectief en bewaar een afstand van
minstens 1 meter van het onderwerp.
Als een lenskap op het objectief is bevestigd of als u te dicht bij het onderwerp staat, kan de
onderzijde van de opname er donker uitzien doordat de flitser wordt belemmerd. Wanneer u
gebruikmaakt van een teleobjectief of een snel objectief en de ingebouwde flitser is nog steeds
deels belemmerd, kunt u een Speedlite uit de EX-serie gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar).
3 Rode-ogenreductie gebruiken
Rode ogen kunnen worden geminimaliseerd door een rode-ogenreductielampje te
gebruiken voordat u een opname met de flitser maakt. Rode-ogenreductie kan in
iedere opnamemodus worden ingesteld behalve in <7> <3> <5> en <k>.
Rode-ogenreductie is het effectiefst als het onderwerp naar het rode-ogenreductielampje
kijkt in een goed verlichte ruimte of wanneer u dicht bij het onderwerp staat.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoekerweergave
onderaan geleidelijk uitgeschakeld. Voor het beste resultaat maakt
u de opname nadat deze weergave is uitgeschakeld.
De effectiviteit van de rode-ogenreductie is afhankelijk van het onderwerp.
ISO-snelheid
200
400
800
5,5
7,5
11
4,5
6,5
3,5
4,5
6,5
Selecteer op het tabblad [1] de
optie [R.ogen Aan/Uit] en druk op
<0>. Selecteer [Inschakelen] en
druk vervolgens op <0>.
Als u de ontspanknop half indrukt wanneer
u opnamen maakt met de flitser, gaat het
rode-ogenreductielampje branden. Wanneer
u vervolgens de ontspanknop helemaal
indrukt, wordt de opname gemaakt.
D De ingebouwde flitser gebruiken
[Geschat aantal meters]
1600
3200
15
21
9
13
18
9,5
13
6400
H: 12800
30
42
26
36
19
26
131