Alarmvalidatie activeren of deactiveren
Als de alarmvalidatie is geactiveerd (zie pagina 308),
moet een alarmconditie gedurende een bepaalde
periode hebben bestaan voordat er akoestische en
optische alarmsignalen worden ingeschakeld. Deze
functie reduceert het aantal valse alarmen.
Wanneer alarmvalidatie is geactiveerd, is de tijd
tussen de detectie en de aankondiging van een
parameter die buiten de alarmgrenzen valt, gelijk
aan de detectietijd plus het toegewezen uitstel voor
Parameter
ECG/Hartfrequentie (HF)
Polsslag (PLS)
ST-segmentanalyse (ST)
Ademfrequentie (RRi)
Ademfrequentie (RRc)
Pulseoximetrie (SpO
2
Invasieve bloeddruk
Totale hemoglobine (SpHb en SpHbv) 6 s
Carboxyhemoglobinesaturatie (SpCO) 6 s
Pleth Variabiliteit Index (PVI)
Methemoglobinesaturatie (SpMet)
OPMERKING
1) Selecteer de validatieperiode voor de grens van het ST-alarm in het ST-dialoogvenster (zie pagina 168).
2) Voor Nellcor OxiMax: de SatSeconds-alarmtijd vervangt de alarmvalidatie-instelling (zie pagina 206).
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Bovenste alarmgrens
6 s
6 s
uit, 15 s tot 60 s (in stappen
van 15 s – selecteerbaar)
14 s
8 s
) 2)
6 s
10 s
6 s
6 s
®
Acute Care System – Infinity
alarmvalidatie. Als voor de hartfrequentie de
vertragingstijd wordt toegevoegd, kan het
maximum van 10 seconden, dat op grond van
ASI/AAMI/IEC 60601-2-27 is toegestaan, worden
overschreden. In de volgende tabel ziet u welke
parameters een alarmvalidatietijd hebben.
Parameters die niet in de tabel voorkomen, hebben
geen validatietijden, en akoestische en optische
alarmen worden bijna onmiddellijk geactiveerd.
Onderste alarmgrens
6 s
10 s
uit, 15 s tot 60 s (in stappen van
1)
15 s – selecteerbaar)
14 s
10 s
10 s
4 s
10 s
10 s
10 s
10 s
®
M540 – VG7.1
Alarmen
1)
95