ECG, aritmie en ST-segment
Aritmieverwerking
Aritmie wordt geïdentificeerd door middel van een
intern detectieproces. Dat proces verloopt als volgt:
– Het filtert de artefacten in het ECG-signaal
– Het detecteert het hartslagpatroon
– Het classificeert het hartslagpatroon
– Het detecteert het ritme
Als de aritmiebewaking is geactiveerd, kunnen
er meerdere aritmie-gebeurtenissen tegelijk
optreden. Dit kan resulteren in "alarmver-
moeidheid", waardoor de zorgverlener het
overzicht verliest en verzuimd zich op de meest
urgente gebeurtenis te richten. Daarom worden er
alarmprioriteiten aan de verschillende aritmie-
gebeurtenissen toegekend, zodat alleen het alarm
met de hoogste prioriteit wordt gemeld. De prioriteit
van aritmiegebeurtenissen niet kan worden
gewijzigd. Wel kan de zorgverlener het alarm-
niveau wijzigen, zodat geactiveerde alarmen met
een lagere prioriteit worden gemeld.
Voor aritmiegebeurtenissen geldt de volgende
prioriteitsvolgorde:
1 Asystolie
2 VF (ventriculaire fibrillatie)
3 VTACH (ventriculaire tachycardie)
4 RUN (ventriculaire run)
5 AIVR (versneld idioventriculair ritme)
6 SVT (supraventriculaire tachycardie)
158
Gebruiksaanwijzing – Infinity
7 CPT (ventriculair couplet)
8 BGM (bigeminie)
9 TACH (tachycardie)
10 BRADY (bradycardie)
11 PAUSE (door de gebruiker selecteerbaar
interval)
12 ARTF (artefact, achtergrondritme)
Voor een beschrijving van de gevallen van aritmie
en verwante gebeurtenissen, zie pagina 159.
OPMERKING
Naast opgeslagen gebeurtenissen worden de
twee alarmen met hoge prioriteit ASY en VF ook
opgeslagen en weergegeven in de ICS-trends.
Een aritmie met een hoog alarmniveau heeft een
hogere prioriteit dan een aritmie met een
gemiddeld, laag of niet gedefinieerd alarmniveau.
Een aritmie met een gemiddeld alarmniveau heeft
een hogere prioriteit dan een aritmie met een laag
of niet gedefinieerd alarmniveau. Een aritmie met
een laag alarmniveau heeft een hogere prioriteit
dan een aritmie met een niet gedefinieerd alarm-
niveau. De prioriteit voor aritmiegebeurtenissen
met het zelfde alarmniveau wordt aan de hand van
de prioriteitsvolgorde bepaald. In het geval van
aritmie-artefacten (ARTF) met een artefactniveau
van 100 %, worden er geen aritmiegebeurtenissen
gedetecteerd behalve bij bradycardie en ventricu-
laire fibrillatie. Als voor sinustachycardie en ventri-
culaire tachycardie hetzelfde alarmniveau is gedefi-
nieerd, heeft ventriculaire tachycardie een hogere
prioriteit, indien de hartfrequentie hoog genoeg is
en de hartslagen zijn gedefinieerd als ventriculair
hartslagen.
OPMERKING
Aritmieverwerking vindt niet plaats voor
waargenomen gepacete hartslagen.
®
Acute Care System – Infinity
®
M540 – VG7.1