Technische gegevens
Reactietijd
(op 90 % van drukverandering)
Specificaties transducer
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
Third Edition TRF 80601-2-30 [81060-2]
Bevestiging nauwkeurigheid
Parameterscherm
Meetmethode
Werkingsmodi
Intervaltijden
Metingsbereik volwassen
Metingsbereik pediatrisch
418
14 hartslagen + 2 s (arteriële drukken, LV, GD1 to GD8)
8 hartslagen + 2 s (PA, RV)
16 s (CVD, ABD, BDP, OESO, FEMV, UVP, GPM, RA, LA, ICP)
Transducers met een weerstand van 200 tot 3000 en een
vergelijkbare drukgevoeligheid van 5 V/V/mmHg 10 %
Referentiemethode: intra-arterieel.
Volwassen: de arteria femoralis
Pediatrisch: de arteria umbilicalis, arteria brachialis,
arteria radialis of arteria femoralis
Neonataal: de arteria umbilicalis, arteria brachialis,
arteria radialis of arteria femoralis
De bijbehorende NIBP-metingen werden op hetzelfde lidmaat
uitgevoerd.
Systolisch, diastolisch, gemiddelde waarden
Oscillometrisch door stap-deflatie. De manchet wordt
opgeblazen om de bloedstroom door het ledemaat van de
patiënt af te sluiten, waarna de manchet op een gecontroleerde
manier leegloopt. Naarmate de druk in de manchet daalt, stijgt
en vervolgens daalt de amplitude van de oscillaties als het
bloed opnieuw normaal stroomt. Uit die verandering in
amplitude kan de gemiddelde arteriële bloeddruk rechtstreeks
worden bepaald en kan de systolische (S) en diastolische (D)
bloeddruk worden bepaald.
Handmatige (enkele meting), interval, continu of veneuze
stase
Uit, 1, 2, 2,5, 3, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 45, 60, 120 en 240 min
Hartfrequentie: 30 tot 240 bpm
Systolisch: 30 tot 250 mmHg (4 tot 33,3 kPa)
Gemiddeld: 30 tot 230 mmHg (4 tot 30,6 kPa)
Diastolisch: 10 tot 210 mmHg (1,3 tot 28 kPa)
Hartfrequentie: 30 tot 240 bpm
Systolisch: 30 tot 170 mmHg (4 tot 22,6 kPa)
Gemiddeld: 30 tot 150 mmHg (4 tot 20 kPa)
Diastolisch: 10 tot 130 mmHg (1,3 tot 17,3 kPa)
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
Acute Care System – Infinity
®
M540 – VG7.1