11.2
Testprogramma's
Door het activeren van verschillende testprogramma's kunnen
speciale functies aan de toestellen geactiveerd worden.
Die vindt u in detail in de volgende tab. 11.5.
• De testprogramma's P.0 tot P.6 worden gestart als:
- De hoofdschakelaar is ingeschakeld en gelijktijdig werd de
drukknop "+" gedurende 5 seconden ingedrukt
- De "reset"-toets (terugstellen) en de drukknop "+" werden
gelijktijdig ingedrukt, vervolgens werd de "reset"-toets
weer losgelaten en de "+"-drukknop 5 seconden ingedrukt
gehouden
Op het display verschijnt „P.0".
• Door de toets „+" in te drukken, wordt het
testprogrammanummer naar boven bijgeteld.
• Door de toets „i" in te drukken, wordt het toestel nu in gebruik
genomen en het testprogramma wordt gestart.
• De testprogramma's kunnen beëindigd worden als de toetsen
„i" en „+" tegelijk ingedrukt worden. De testprogramma' s
worden ook beëindigd als 15 min. lang geen enkele toets
ingedrukt wordt.
Weergave Betekenis
P. 0
Controleprogramma ontluchting:
1)
De verwarmingskring en de SWW-kring worden via de
automatische ontluchtingsklep ontlucht (de kap van de
automatische ontluchtingsklep moet losgedraaid zijn).
1 x drukknop "i": Start: ontluchting van de verwarmingskring
(Displayweergave: HP)
2 x drukknop "i": Start: ontluchting boilerkring
(Displayweergave: SP)
3 x drukknop "i": Ontluchtingsprogramma afsluiten
De circulatiepomp wordt cyclisch aangestuurd / Aanwijzing:
Ontluchtingsprogramma draait ca. 6,5 min.
P. 1
Controleprogramma max. belasting:
Het toestel wordt na succesvolle ontsteking en kalibratie op
vollast gebruikt.
P. 2
Controleprogramma min. belasting
Het toestel wordt na succesvolle ontsteking en kalibratie op
minimaal vermogen gebruikt.
P. 5
Controleprogramma STB (veiligheidstemperatuurbegrenzer):
De brander wordt met maximaal vermogen ingeschakeld en
de temperatuurregeling uitgeschakeld zodat het toestel de
regeling negeert en verwarmt tot de uitschakeltemperatuur
van de veiligheidstemperatuurbegrenzer van 97°C wordt
bereikt.
P. 6
Controleprogramma "Vorrangumschaltventil" (VUV)
middelste positie:
(niet actief)
Tab. 11.5 Testprogramma's
*Ontluchten van de toestelkring
Aansturing van de circulatiepomp voor 15 cycli: 15 s aan, 10 s uit.
Displayweergave HP of SP.
0020214559_00 - 04/15 - Bulex
11.3
Parameters naar de fabrieksinstellingen
resetten
Naast de mogelijkheid om individuele parameters met de hand op
de in de tabel 11.2 en 11.3 opgegeven fabrieksinstelling terug te
zetten, kunt u ook alle parameters gelijktijdig terugzetten.
• Wijzig in het 2e diagnoseniveau onder het diagnosepunt
„d.96" de waarde in 1 (Zie hoofdstuk 11.1.2).
De parameters van alle instelbare diagnosepunten komen nu met
de fabrieksinstellingen overeen.
12 Vervangen van onderdelen
De hierna in deze paragraaf vermelde werkzaamheden mogen
alleen door een gekwalifi ceerde technicus uitgevoerd worden.
Het onderhoud van het toestel mag alleen door een
b
bevoegd onderhoudsmonteur uitgevoerd worden.
• Gebruik voor reparaties enkel originele wisselstukken.
• Controleer de juiste inbouw van de delen alsook het in acht
nemen van de oorspronkelijke positie en richting.
12.1
Veiligheidsvoorschriften
Gevaar!
a
Neem bij het vervangen van onderdelen voor uw eigen
veiligheid en voor het vermijden van materiële schade
aan het toestel de volgende veiligheidsvoorschriften
in acht.
•
Neem het toestel buiten bedrijf.
Levensgevaar door wisselstukken!
e
Scheid het toestel van het elektriciteitsnet
door het via een scheidingsinstallatie met
minstens 3 mm contactopening (bv. zekeringen,
vermogenschakelaars) spanningsloos te maken!
• Sluit de gaskraan en de afsluitkranen in de uitgaande
verwarmingsleiding- en -retourleiding.
• Sluit de afsluitkraan in de koudwaterleiding.
• Ledig het toestel als u met water gevulde onderdelen van het
toestel wilt vervangen!
• Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende onderdelen
(b.v. bedieningspaneel) druppelt!
• Gebruik alleen nieuwe dichtingen en O-ringen!
• Voer na de werkzaamheden een controle op gasdichtheid en
een werkingscontrole uit (zie paragraaf 10.11)
ONDERHOUD
- 43 -