INSTALLATIE
6.8.1
Netaansluiting
De netvoeding moet via een vaste aansluiting en een
scheidingsinstallatie met minstens 3 mm contactopening (bv.
zekering, vermogenschakelaar) aangesloten worden. Gebruik
Daartoe een in de normale handel verkrijgbare netvoedingskabel.
De externe bekabeling moet geaard zijn, de juiste polarisatie
hebben en voldoen aan de geldende normen.
De toestelfabrikant wijst zijn aansprakelijkheid voor letsels of
materiële schade af, indien ze te wijten is aan een ondeskundige
installatie van de aarding van het toestel. Dit geldt ook bij het niet
aanhouden van overeenkomstige normen.
De nominale spanning van het net moet 230 V bedragen.
4
Fig. 6.11 Achterwand van het elektronische bedieningspaneel openen
• Verwijder het voorpaneel van het toestel (zie Hfdst. 5.8) en
klap het elektronisch bedieningspaneel (3) naar voren.
• Maak het achterste deksel (2) van het elektronisch
bedieningspaneel los uit de klemmen op posities (1) en klap
het deksel omhoog.
• Voer de netvoedingskabel door een kabeldoorvoering (4).
Gebruik de meegeleverde tule om de opening af te dichten.
• Steek vervolgens de netvoedingskabel in het elektronische
bedieningspaneel en knip hem op lengte.
• Ontmantel de kabel over ca. 2 - 3 cm en isoleer de aders.
Door de voedingsspanning aan de verkeerde
b
stekkerklemmen aan te sluiten kan de elektronica
beschadigd worden. Verbind de netspanning
uitsluitend met de daarvoor gemerkte klemmen!
- 16 -
1
Fig. 6.12 Voorbeeld van de loop van een kabel
• Sluit de aders op de terminals van de elektronische besturing
aan (L, N en aarding), zie fi guur. 6.12. Gebruik de daarvoor
voorziene stekker.
2
• Sluit het achterste deksel van de elektronische doos en druk
het dicht tot het hoorbaar op zijn plaats klikt.
3
• Klap de elektronische doos omhoog en druk de doos met beide
klemmen rechts en links tegen de zijdelingse bekledingen van
het toestel, tot de klem hoorbaar vastklikt.
• Breng het voorpaneel aan (zie Hfdst. 5.9).
6.8.2
Voer de montage van regeltoestellen volgens de overeenkomstige
bedienings- en installatiehandleiding uit.
De vereiste aansluitingen aan de elektronica van het
verwarmingstoestel (bv. bij externe regeltoestellen, buitenvoeler
en dergelijke) doet u als volgt:
• Verwijder het voorpaneel van het toestel (zie Hfdst. 5.8) en
klap het elektronisch bedieningspaneel (3) naar voren (zie
fi guur. 6.11).
• Klem het achterste deksel (2) van het elektronisch
bedieningspaneel op de bevestigingsplaatsen (1) uit en klap
het deksel omhoog (zie fi guur 6.11).
• Voer de kabels van de aan te sluiten componenten door de
kabeldoorvoering (4) links onderaan het toestel (zie fi guur
6.11)
• Voer vervolgens de kabels in het elektronisch
bedieningspaneel en knip ze op de juiste lengte af.
• Strip de kabel ca. 2-3 cm en isoleer de draden.
• Sluit de aders volgens fi guur 6.12 aan op de overeenkomstige
stekkers of aansluitklemmen (terminals) van de elektronica
aan.
-
+
7
8
9
L
N
BUS
Aansluiting van regeltoestellen
0020214559_00 - 04/15 - Bulex
3
4
5
-
+
7
8
9
L
N
3
4
5
BUS