8
9
L
N
3
4
5
X14
1
X6
Fig. 6.4 Elektrische aansluiting van de boilerpomp
Gebruik voor de elektrische aansluiting van de boilerpomp de
klaargemaakte stekker (1).
Om de boilerpomp in bedrijf te stellen is geen instelling van een
diagnosepunt vereist. De plaats voor het aanbrengen van de
stekker is op de stuurkaart voor deze pomp gereserveerd.
6.3
Verwarmingsmodus en modus "boiler
opladen"
Lees hiervoor ook Hfdst. 6.1 en 6.2 van deze
i
handleiding.
De verwarmingsmodus en de modus "boiler opladen" van dit
toestel mogen niet gelijkgesteld worden met een gebruikelijke
verwarmingsmodus of "boiler opladen"-modus. Voor een correcte
werking moeten andere hydraulische elementen in rekening
gebracht worden.
Door de evenwichtsfl es wordt het toestel van de
verbruikerskringen ontkoppeld zodat de kringen achter de
evenwichtsfl es naargelang de behoefte individueel ontworpen
worden (afmeting van de pomp, plaats van de boiler).
Hydraulisch schema:
Voorrangsschakeling voor de boilervulkring en verwarmingskring
via de evenwichtsfl es.
1
3
2
Fig. 6.5 Voorrangsschakeling voor de boilervulkring en verwarmingskring
via de evenwichtsfl es.
Legende
1
toestel met ingebouwde pomp
2
evenwichtsfl es
3
externe verwarmingspomp (circulatiepomp)
4
verbruiker(s) (bv. radiatoren)
5
externe boilerpomp
6
boiler
0020214559_00 - 04/15 - Bulex
X18
X13
X11
6
4
5
De elektronica van de Thema CONDENS is zo ontworpen dat
een standaardsysteem (1 verwarmingskring plus 1 boilerkring)
zonder speciaal toebehoren aangesloten kan worden. Als er
meerdere kringen vereist zijn, dan zijn speciale toebehoren
of een regeleenheid nodig. De resterende manometrische
opvoerhoogte van het toestel naar de evenwichtsfl es volstaat.
De aansluiting van de boilerkring achter de evenwichtsfl es kunt
u individueel uitwerken (grootte van de boiler, grootte van de
boilerpomp enz.).
Houd er rekening mee dat eventueel
i
terugslagkleppen of mengkringen vereist zijn om
stromingen tussen kringen onderling of andere
hogetemperatuurinvloeden door boilerkring tegen te
gaan.
8
9
L
N
3
4
5
X14
1
X6
Fig. 6.6 Elektrische aansluiting boilerpomp en externe circulatiepomp
Legende
1
Plaats voor het aanbrengen van de connector van de boilerpomp
(X6)
2
Plaats voor het aanbrengen van de connector voor de externe
circulatiepomp (X13)
Gebruik voor de elektrische aansluiting de passende stekker.
Om de boilerpomp in bedrijf te stellen is geen instelling van een
diagnosepunt vereist. De plaats voor het aanbrengen van de
connector op de stuurkaart (1) is voor deze pomp gereserveerd.
Om aan de grijze stekker (2) (hulprelais) de functie "externe
circulatiepomp" toe te kennen, moet het diagnosepunt "d.26"
van het 2e diagnoseniveau op de waarde 2 ingesteld worden, zie
Hfdst. 11.1.2.
INSTALLATIE
X18
X13
2
X11
- 13 -