Bedieningshandleiding
7.2
Veiligheidsinstellingen
Het overbelastingsrelais en de thermische beveiliging zijn af fabriek ingesteld.
Neem contact op met de fabrikant als er een wijziging nodig is.
7.3
Referentieomstandigheden en grenswaarden
Referentieomstandigheden
Luchtinlaatdruk (absoluut)
Luchtinlaatdruk (absoluut)
Luchtinlaattemperatuur
Luchtinlaattemperatuur
Relatieve vochtigheid
Werkdruk
Grenswaarden
Maximum werkdruk
Minimum werkdruk
Minimum werkdruk
Maximum
luchtinlaattemperatuur
Maximum
luchtinlaattemperatuur
Minimum
omgevingstemperatuur
Minimum
omgevingstemperatuur
7.4
Compressorgegevens
Opmerking:
Alle hieronder vermelde gegevens gelden onder de referentieomstandigheden. Zie de
paragraaf Referentieomstandigheden en grenswaarden.
Eenhei
Model
d
Max.
bar/psi
druk
2921 7210 30
bar
psi
°C
°F
%
bar(e)
psig
°C
°F
°C
°F
4,5 pk
6 pk
8-116
10-145
8-116
1
14,5
20
68
0
Zie de paragraaf
Compressorgegevens
Zie de paragraaf
Compressorgegevens
4
58
40
104
5
41
8 pk
10-145
8-116
10-145
10 pk
8-116
10-145
53