4.2
Alvorens te starten
1. Indien de compressor gedurende de laatste 6 maanden niet heeft gedraaid, wordt sterk
aanbevolen de smering van het compressorelement alvorens het starten te verbeteren. Zie de
paragraaf Ingebruikname.
2. Oliepeil controleren. Vul indien nodig olie bij.
3. Maak indien nodig de stofvanger van het luchtfilter leeg. Zie de paragraaf Luchtfilter.
4.3
Starten
Opmerking:
Zie voor de plaats van de luchtuitlaatklep en de aftapaansluitingen de paragrafen
Beschrijving en Condensaatsysteem.
Vóór de ingebruikname van de compressor of na lange stops moet de machine met tussenpozen
worden gestart door de START (I) / STOP-schakelaar afwisselend te draaien gedurende 3 of 4
seconden.
Het wordt dan aanbevolen om de compressor enkele minuten te laten draaien met de
luchtuitlaatklep open.
Sluit geleidelijk de luchtuitlaatklep en laat de druk oplopen tot de maximale druk, controleer of de
absorptie in elke fase van de voeding binnen de norm valt en of de drukschakelaar ingrijpt.
Zodra de maximale druk is bereikt, schakelt de drukschakelaar de compressor onmiddellijk uit; laat
de lucht uit de tank af tot herstartdrukniveau (verschil van 2 bar ten opzichte van bij maximale
werkdruk), sluit de luchtuitlaatkraan en wacht tot de drukschakelaar ingrijpt, waardoor de inlaatklep
wordt geopend en de interne aftap wordt gesloten.
Vóór de eerste start of na lange stops moet de machine enkele minuten worden gestart met de
uitgangsklep open.
Procedure
1. Schakel de droger in (indien aanwezig).
2. Open de luchtuitlaatklep.
3. Schakel de spanning in.
4. De machine start.
4.4
Tijdens bedrijf
Waarschuwingen
Attentie:
De operator moet alle toepasselijke Veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Zie ook de
paragraaf Verhelpen van storingen.
Opmerking:
Houd de deuren gesloten tijdens het bedrijf. Deze mogen alleen kort worden geopend om
controles uit te voeren.
30
Bedieningshandleiding
2921 7210 30