Bedieningshandleiding
•
D-ES Condensaatbehandelingsapparaten, die ontworpen zijn om het grootste gedeelte
van deze olie uit het condensaat af te scheiden en in filters te absorberen.
9. (11) Veiligheidsklep
Om de terugvoer van uitlaatlucht naar de koelluchtinlaat te voorkomen, moet er boven de
compressor voldoende ruimte aanwezig zijn om de uitlaatlucht af te voeren. Anders moet er een
leiding voor de uitlaatlucht worden geïnstalleerd. Zie alternatieven 1 t/m 4. Als er een leiding
aanwezig is bij de luchtinlaat, dient de sensor voor de omgevingstemperatuur zo geplaatst te
worden dat de inlaattemperatuur wordt gecontroleerd.
Veiligheid
Attentie:
De operator moet alle toepasselijke Veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief de
voorschriften in deze handleiding.
Werking in de open lucht/op grote hoogte
Compressoren met een vast toerental moeten worden geïnstalleerd in vorstvrije omstandigheden.
Bij vorstgevaar moeten passende maatregelen worden getroffen om beschadiging van de machine
en hulpstukken te voorkomen. Neem in dat geval, evenals voor bedrijf op hoogten van meer dan
1000 m (3300 ft), contact op met de fabrikant.
Verplaatsen/hijsen
Zorg ervoor dat de behuizing tijdens het ophijsen of het transport niet wordt beschadigd. Alvorens
te beginnen met ophijsen, moet u de bouten voor de transportbeveiliging weer aanbrengen. Zorg
ervoor dat de vork aan de andere kant van het frame uitsteekt. De compressor kan ook worden
opgehesen nadat balken in de gleuven zijn aangebracht. Zorg ervoor dat de balken niet kunnen
verschuiven en dat ze aan elke kant van het frame even ver uitsteken. De kettingen moeten met
behulp van kettingspreiders parallel met de behuizing gehouden worden om beschadiging van de
compressor te voorkomen. Het hijstoestel moet zodanig worden geplaatst, dat de compressor
loodrecht kan worden gehesen. Hijs gelijkmatig en voorkom draaibewegingen.
3.3
Elektrische aansluitingen
Zie BIJLAGE 2: Elektrische bedradingstekening voor meer informatie.
Opmerking:
Om de beschermingsgraad van de elektrische aansluitkast in stand te houden en om de
onderdelen ervan te beschermen tegen stof uit de omgeving, dient beslist een geschikte
kabelkous gebruikt te worden bij het aansluiten van de voedingskabel op de compressor.
Instructies
1. Installeer een scheidingsschakelaar.
2. Controleer of de motorkabels en draden in de elektrische kast goed vastzitten aan de klemmen.
3. Controleer de zekeringen en de instelling van het overbelastingsrelais. Zie de paragraaf
Doorsnede van elektrische kabels en zekeringen.
4. Verbind de stroomtoevoerkabels met de klemmen L1, L2 en L3.
5. Verbind de aardingsleiding met de aardingsbout (PE).
2921 7210 30
21