Bedieningshandleiding
Initiële ingebruikname
De draairichting van de compressor controleren en weer opstarten
1. Controleer of alle beschermkappen op hun plaats zitten.
2. Plaats papier op het luchtuitlaatvenster boven op de kast.
3. Zet spanning op het bedieningspaneel door de automatische differentieelschakelaar van de
leiding in te schakelen.
4. Start de compressor op door de start/stop-knop gedurende 3 seconden ingedrukt te houden.
Stop de compressor onmiddellijk na de 1e trap.
5. Als de draairichting juist is, zal het papier omhoog worden geblazen.
6. Als de draairichting niet juist is, blijft het vel papier vlak liggen. FASE ONJUIST. Open de
scheidingsschakelaar en verwissel twee ingaande draden als de draairichting van de
aandrijfmotor niet juist is.
7. Een onjuiste draairichting van de aandrijfmotor van de compressor kan leiden tot beschadiging
van de compressor.
8. Controleer bij luchtgekoelde compressoren ook de draairichting van de ventilatormotor. De
juiste draairichting van de ventilatormotor wordt aangegeven door pijlen op de plaat onder de
ventilator, die zichtbaar zijn via het dakrooster.
9. Open de scheidingsschakelaar en verwissel twee ingaande aansluitingen bij de klemmen van
de stroomonderbreker als de draairichting van de ventilatormotor onjuist is.
10. Controleer de geprogrammeerde instellingen.
11. Start de compressor en laat deze enkele minuten draaien. Controleer of de compressor
normaal werkt.
2921 7210 30
29