Bedieningshandleiding
Maximaal toegestane stroom als functie van de omgevingstemperatuur voor installatiemethode B2
Doorsnede
van kabel
2
4 mm
2
6 mm
2
10 mm
2
16 mm
Installatiemethode C
Maximaal toegestane stroom als functie van de omgevingstemperatuur voor installatiemethode C
Doorsnede
van kabel
2
4 mm
2
6 mm
2
10 mm
2
16 mm
Installatiemethode F
Maximaal toegestane stroom als functie van de omgevingstemperatuur voor installatiemethode F
2921 7210 30
Omgevingstemperatuur
30 °C
40 °C
< 27 A
< 23 A
< 34 A
< 30 A
< 46 A
< 40 A
< 62 A
< 54 A
Omgevingstemperatuur
30 °C
40 °C
< 32 A
< 28 A
< 41 A
< 36 A
< 57 A
< 50 A
< 76 A
< 66 A
Installatiemethode B2 overeenkomstig tabel
B.52.1. Meeraderige kabel in installatiebuis op
een houten wand.
45 °C
50 °C
< 21 A
< 19 A
< 27 A
< 24 A
< 36 A
< 33 A
< 49 A
< 44 A
Installatiemethode C overeenkomstig tabel
B.52.1. 1-aderige of meeraderige kabel op een
houten wand.
45 °C
50 °C
< 25 A
< 23 A
< 32 A
< 29 A
< 45 A
< 40 A
< 60 A
< 54 A
Installatiemethode F overeenkomstig tabel
B.52.1. 1-aderige kabels, aan elkaar
vrijhangend. Afstand tot de muur is niet minder
dan de diameter van één kabel.
55 °C
< 16 A
< 21 A
< 28 A
< 38 A
55 °C
< 20 A
< 25 A
< 35 A
< 46 A
51