Vóórdat onderhoud wordt worden uitgevoerd, moet de machine worden gestopt en van de
netspanning en van het persluchtverdeelcircuit worden ontkoppeld. Controleer of de machine
drukloos is.
Ga als volgt te werk om nieuwe riemen aan te spannen of opnieuw aan te spannen:
1. Open het voorpaneel met de speciale sleutel.
2. Verwijder de vaste machine-omkasting, het voorpaneel.
3. Draai de schroeven een halve slag los (2, aant. 4).
4. Stel de riemspanning af door de schroef (1) met een inbussleutel aan te draaien.
5. Draai de schroeven weer vast (2, aant. 4).
6. Controleren of de riem correct is gespannen:
a) Oefen in het midden van de riem een kracht uit die gelijk is aan 4 kgf
b) Als de riem nieuw is, bedraagt de maximale verplaatsing x = 6 mm
c) Pas na 100 uur bedrijf pas een kracht toe die gelijk is aan 2-2,5 kgf
7. Sluit de vaste machine-omkasting, met behulp van de juiste veiligheidsbouten.
8. Sluit het voorpaneel.
5.10
Veiligheidskleppen
De werking van de veiligheidsklep moet jaarlijks worden gecontroleerd.
De klep is ingesteld op de maximaal toegestane tankdruk en kan niet door de gebruiker worden
afgesteld. Ga, afhankelijk van het gemonteerde kleptype, als volgt te werk om te controleren of
deze correct werkt:
•
Draai de ringmoer los tot de lucht vrijkomt en schroef deze vervolgens weer vast.
•
Draai de ringmoer volledig los en trek vervolgens aan de ringmoer tot er lucht vrijkomt. Draai
de ringmoer los en schroef deze weer vast.
Het is belangrijk om de klep schoon te houden en de klep en het gebied eromheen vrij te laten.
42
Figuur 7: Bouten voor het aanspannen van riemen
Bedieningshandleiding
2921 7210 30