35- CONTROLELAMPJE STORING
Raadpleeg het onderhoudspersoneel bij een storing.
Het controlelampje knippert wanneer er een storing plaatsvindt:
- Kleine storing: aan = 0,6 seconden, uit = 0,4 seconden.
- Grote storing: aan = 0,3 seconden, uit = 0,2 seconden.
KLEINE STORINGEN
De voetschakelaar of activeringsschakelaar is
geblokkeerd
De trekker op de rij- en besturingshendel is
geblokkeerd
De veiligheidskabel SPS of reset-drukknop
SPS is geblokkeerd (optie: secundair
beschermingssysteem SPS)
Andere kleine storingen
GROTE STORINGEN
CAN-communicatie
Proportionele verdeler
Incoherentie van de overbelastingssensoren
Vergrendeling van de slingeras (1)
(1) Het knipperlicht helling/slingervergrendeling knippert gelijktijdig.
36- WEERGAVESCHERM IN HET PLATFORM
e
WEERGAVESCHERM IN HET PLATFORM.
37- DRUKKNOP NOODPOMP
e
NOODBEDIENING.
t
t
BELANGRIJK
WAARSCHUWINGSTOON
1 pieptoon
3 pieptonen worden
elke 8 seconden
herhaald
Stop
WAARSCHUWINGSTOON
Stop
Werkt intermitterend
37
25
Stop het gebruik van de machine.
Alle machinefuncties zijn vergrendeld.
Stop het gebruik van de machine.
33
19
34
35
42
38
22
31
2 - 40
34
35
37
25
22
20
21
36
32
35
26
37
24
25
23
32
33
19
42
38
26
31
3
27
30
33
29
19
34
42
38
39
22
31