Opbouw en werking
5.2
Bedieningsterminal AMATRON
+
De AMATRON
omvat de bedieningsterminal
(Afb. 34), de basisuitrusting (kabel- en
bevestigingsmateriaal) en de jobcomputer in de
machine.
Bevestig de bedieningsterminal zoals
beschreven in de AMATRON
bedieningshandleiding in de tractorcabine.
52
+
+
-
Afb. 34
Via de bedieningsterminal Afb. 34 kunt u
•
de specifieke gegevens van de machine invoeren;
•
de gegevens van de opdracht invoeren;
•
de machine voor de wijziging van de hoeveelheid zaad tijdens
het zaaien aansturen;
•
de zaaimachine tijdens het zaaien controleren,
•
het vulpeil van de zaad- en meststoftank controleren.
+
De AMATRON
regelt
•
de huidige rijsnelheid [km/h];
•
de huidige zaaihoeveelheid [korrels/ha],
•
de werkelijke inhoud van de zaaigoed-/meststoftank [kg]
•
de nog af te leggen afstand [m] totdat de zaad-/meststoftank
leeg is
•
het toerental van de turbine
•
het toerental van de trommel
•
de druk van de separatie.
+
De AMATRON
slaat voor een gestarte opdracht de volgende
gegevens op
•
de afgegeven hoeveelheid zaaigoed/meststof per dag en in
totaal [kg],
•
de hoeveelheid grond die per dag in totaal is bewerkt [ha];
•
de zaaitijd per dag en totale zaaitijd [h];
•
de gemiddelde arbeidsprestatie [ha/h].
EDX 6000-2 BAH0038-1 03.10