ALGEMENE INFORMATIE
Algemene opmerkingen over het
starten
Als de accu losgekoppeld is geweest kan
de motor, nadat de accukabels weer zijn
aangesloten, een afwijkende
draaikarakteristiek vertonen gedurende ca.
8 kilometer.
De oorzaak is, dat het motormanagement
zich weer aan de motor moet aanpassen.
Ongebruikelijke rijkarakteristieken tijdens
deze periode moeten worden genegeerd.
Motor starten door middel van
slepen of duwen
WAARSCHUWING
Om beschadiging te voorkomen
moet u uw auto niet aanduwen of
aanslepen. Gebruik hulpstartkabels
en een hulpaccu. Zie Starten met
hulpstartkabels (bladzijde 159).
CONTACTSLOT
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel in de stand 0
of I terug zolang de auto nog in
beweging is.
E72128
0 Contact uitgeschakeld.
I De ontsteking en alle hoofdcircuits zijn
uitgeschakeld.
Motor starten en stoppen
N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu
leegraakt, de contactsleutel niet te lang in
deze stand staan.
II Het contact staat aan. Alle elektrische
circuits zijn ingeschakeld. Waarschuwings-
en controlelampen branden. Dit is de stand
waarin de sleutel moet staan tijdens het
rijden. U moet deze stand ook kiezen
wanneer de auto wordt gesleept.
III Startmotor ingeschakeld. Laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
STUURWIELBLOKKERING
Wanneer u de sleutel uit het contactslot
neemt, wordt het stuurslot geactiveerd
zodra het stuurwiel wordt gedraaid.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld wanneer
de sleutel in de stand ACC wordt gedraaid.
EEN BENZINEMOTOR
STARTEN
N.B.: U kunt de startmotor per startpoging
slechts maximaal 30 seconden inschakelen.
Koude of warme motor
Alle auto's
Zet bij temperaturen lager dan -20°C
het contact tenminste één seconde
aan alvorens de motor te starten.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de maximale
benzinedruk wordt opgebouwd voordat de
motor wordt gestart.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
N.B.: Raak het gaspedaal niet aan.
1.
Druk het koppelingspedaal volledig in.
2. Start de motor.
90
LET OP