GEBRUIK MAKEN VAN
STABILITEITSREGELING
N.B.: Telkens wanneer u het contact aan
zet wordt het systeem automatisch
ingeschakeld.
N.B.: Wanneer het systeem is
gedeactiveerd, knippert de lamp tweemaal
en blijft branden. Druk de schakelaar
opnieuw in om het systeem in te schakelen.
Voor locatie: Zie In één oogopslag
(bladzijde 9).
Auto's met tweewielaandrijving
Houd de schakelaar gedurende één
seconde ingedrukt om de aandrijfregeling
van de motor, de stabiliteitsregeling van
de aanhanger en de aandrijfslipregeling
met rembeïnvloeding te deactiveren. De
hellingstart blijft actief.
Auto's met vierwielaandrijving
N.B.: Alle functies voor de
stabiliteitsregeling (ESP) worden opnieuw
geactiveerd wanneer stand 2H wordt
geselecteerd.
Keuzehendel in stand 4H:
•
Houd de schakelaar gedurende één
seconde ingedrukt om de
aandrijfregeling van de motor en de
stabiliteitsregeling van de aanhanger
te deactiveren. Daalsnelheidsregeling,
hellingstart en aandrijfslipregeling met
rembeïnvloeding blijven actief.
Keuzehendel in stand 4H of 4L:
•
Houd de schakelaar gedurende vijf
seconden ingedrukt om de
aandrijfregeling van de motor, de
stabiliteitsregeling van de aanhanger
en de aandrijfslipregeling met
rembeïnvloeding te deactiveren. De
daalsnelheidsregeling en de
hellingstart blijven actief.
Stabiliteitsregeling
Keuzehendel in stand 2H:
•
108
Houd de schakelaar gedurende één
seconde ingedrukt om de
aandrijfregeling van de motor, de
aandrijfslipregeling met
rembeïnvloeding en de
stabiliteitsregeling inclusief
stabiliteitsregeling van de aanhanger
te deactiveren. De
daalsnelheidsregeling en de
hellingstart blijven actief.