Bescherming van inzittenden
De front-airbags treden in werking bij
zware frontale aanrijdingen of bij
aanrijdingen binnen een hoek van
maximaal 30 graden van links of van
rechts. De airbags worden in enkele
milliseconden opgeblazen en
stromen weer leeg zodra zij in
contact komen met de lichamen van
de inzittenden, waardoor de
voorwaartse beweging wordt
opgevangen. Bij lichte aanrijdingen,
het over de kop slaan van de auto of
bij aanrijdingen van opzij of van
achteren worden de front-airbags
niet geactiveerd.
Zij-airbags
E68905
De zij-airbags bevinden zich in de
zijkant van de rugleuningen van de
voorstoelen. Een label op de
rugleuning geeft aan dat uw auto is
uitgerust met zij-airbags.
De zij-airbags worden geactiveerd bij
zware zijdelingse aanrijdingen. Alleen
de airbag aan de zijde van de
aanrijding wordt geactiveerd. De
airbags worden in enkele
milliseconden opgeblazen en
stromen weer leeg zodra zij in
contact komen met de lichamen van
de inzittenden, waardoor zij
bescherming bieden aan de
omgeving van het hoofd en de
ribben. Bij lichte zijdelingse
aanrijdingen, het over de kop slaan
van de auto of bij aanrijdingen van
voren of achteren worden de
zij-airbags niet geactiveerd.
Veiligheidsgordels
WAARSCHUWINGEN
Draag een veiligheidsgordel en
houd voldoende afstand tussen
uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer
u de veiligheidsgordel op de juiste
wijze draagt, kan deze u op uw plaats
houden en zijn maximale
bescherming bieden. Zie De juiste
zitpositie innemen (bladzijde 77).
Gebruik de veiligheidsgordel
voor één persoon.
Gebruik voor iedere stoel het
juiste gordelslot.
Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel niet slap of
gedraaid zit.
Draag geen dikke kleding. De
veiligheidsgordels bieden
optimaal bescherming wanneer ze
nauwsluitend worden gedragen.
17