•
Parkeer uw wagen zodanig langs
de kant van de weg dat u het
verkeer niet belemmert en dat u
in staat bent de
bandenreparatieset te gebruiken
zonder in gevaar te komen.
•
Trek, zelfs wanneer u op een
vlakke ondergrond geparkeerd
staat, de handrem aan om te
waarborgen dat de wagen niet in
beweging kan komen.
•
Probeer geen vreemde
voorwerpen, zoals spijkers of
schroeven, uit de band te
verwijderen.
•
Laat de motor draaien terwijl de
set wordt gebruikt, maar niet als
de wagen in een afgesloten of
slecht geventileerde ruimte staat
(bijvoorbeeld in een gebouw).
Schakel onder dergelijke
omstandigheden de compressor
in bij afgezette motor.
•
Vervang de fles met het
afdichtmiddel door een nieuwe
voordat de houdbaarheidsdatum
(zie de bovenzijde van de fles) is
bereikt.
•
Informeer andere gebruikers van
de auto dat de band tijdelijk is
gerepareerd met de
bandenreparatieset en stel ze op
de hoogte van de speciale
rijvoorschriften.
Velgen en banden
168
Band oppompen
WAARSCHUWINGEN
Controleer de bandwang
voordat u het afdichtmiddel in
de band pompt. Wanneer u
scheuren, knobbels of dergelijke ziet,
probeer dan niet de band op te
pompen.
Ga niet vlak naast de band
staan wanneer de compressor
draait.
Sla de bandwang gade.
Wanneer u scheuren, knobbels
en dergelijke ziet verschijnen, schakel
dan de compressor uit en laat de
lucht met het drukregelventiel
ontsnappen B. Rijd niet verder met
deze band.
Het afdichtmiddel bevat
natuurlijk latex. Voorkom
contact met huid, ogen of kleding.
Mocht dit toch gebeuren, spoel het
betreffende lichaamsdeel dan direct
met veel water schoon en neem
contact op met uw huisarts.
Wanneer de bandenspanning
binnen zeven minuten lager
wordt dan 1,8 bar (26 psi), kan de
band ernstig zijn beschadigd,
waardoor een tijdelijke reparatie
onmogelijk is. Vervolg in een dergelijk
geval uw reis niet met deze band.