N.B.: Bedenk dat een
bandenreparatieset slechts voor
tijdelijke mobiliteit zorgt. Voorschriften
aangaande bandreparatie na gebruik
van de bandenreparatieset kunnen
per land verschillen. Raadpleeg een
bandenspecialist voor advies.
WAARSCHUWING
Zorg er voordat u wegrijdt voor
dat de band de voorgeschreven
bandenspanning heeft. Zie
Technische specificatie
(bladzijde 174). Controleer
voortdurend de bandenspanning tot
de band is vervangen.
Lege flessen afdichtmiddel mogen
samen met het huishoudelijk afval
worden afgevoerd. Breng resten
afdichtmiddel naar uw dealer of voer
ze af volgens de lokale richtlijnen.
VERZORGING VAN
BANDEN
E70415
Velgen en banden
173
Zorg voor een langere levensduur
ervoor dat de banden van de voor-
en achterwielen gelijkmatig slijten. Wij
raden aan dat de voor- en
achterwielen met regelmatige
intervallen van 15.000 tot 20 000 km
(9.000 tot 12.000 mijl) te wisselen.
LET OP
Laat tijdens het parkeren de
bandwangen niet langs
trottoirbanden schuren.
Als u een stoeprand moet oprijden,
doe het dan zo langzaam mogelijk
en rijd zo mogelijk haaks met de
wielen het trottoir op.
Controleer regelmatig de banden op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het
loopvlak. Ongelijkmatige slijtage
betekent dat de wieluitlijning niet
meer aan de specificaties voldoet.
GEBRUIK VAN
WINTERBANDEN
LET OP
Controleer of u de velgen met de
winterbanden met het correcte
type wielmoeren hebt bevestigd.
Indien winterbanden zijn
gemonteerd, controleer dan of de
bandenspanning correct is. Zie
Technische specificatie
(bladzijde 174).