ONDERHOUDSPROCEDURES
vmo2006-014-019_a
RECHTERKANT VAN DE MOTOR
Om het oliepeil te controleren plaatst u
het voertuig op een vlak oppervlak met
niet-draaiende, koude motor. Ga als
volgt te werk:
1. Draai de peilstok los, verwijder en
veeg het schoon.
2. Plaats de peilstok terug (schroef
hem niet vast).
3. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Dat moet dicht bij het
bovenste merkteken liggen.
vmo2006-014-020_a
1. Volgas
2. Toevoegen
3. Bedrijfsbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te
voegen.
Steek een trechter in de buis om mor-
sen te voorkomen.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil op-
nieuw.
______________
88
Herhaal dit tot het oliepeil de bovenste
markering op de peilstok heeft bereikt.
Nooit te veel bijvullen.
Bevestig de peilstok correct.
Motorolie verversen
De oliewissel dient met een warme
motor te gebeuren.
LET OP De motorolie kan erg
heet zijn. Om brandwonden te voor-
komen mag u de motoraftapplug of
het oliezeefdeksel niet verwijderen
terwijl de motor heet is. Wacht tot
de motorolie warm is.
Zet het voertuig op een vlak oppervlak.
Verwijder de peilstok.
Maak de plaats rond de olieaftapplug
schoon.
Zet een opvangbak onder de motoraf-
tapplug.
Schroef de aftapplug los.
vmo2006-014-035_a
LINKERKANT ONDER CVT-DEKSEL
1. Olieaftapplug
Laat voldoende tijd om alle olie uit de
motor te laten lopen.
Maak de oliezeef schoon, zie
ZEEF
in dit hoofdstuk.
OLIE-