vmo2006-014-013_a
1. Zet de wijzer in de gewenste stand
2. RES (reserve)
3. UIT
4. AAN
UIT
Stopt de brandstoftoevoer naar de car-
burator.
OPMERKING
wanneer het voertuig lange tijd niet
wordt gebruikt of wordt getranspor-
teerd.
AAN
Laat de brandstoftoevoer naar de car-
burator toe. Dit is de normale stand
wanneer u met het voertuig rijdt.
RES (RESERVE)
Wanneer de normale hoeveelheid
brandstof in de tank is opgebruikt (in
de AAN-stand), kunt u een noodbrand-
stofreserve aanspreken door de knop
op RES te zetten. Deze reserve be-
draagt ongeveer 10% van de inhoud
van de brandstoftank. Gebruik de
RES-stand alleen als de brandstof in
de AAN-stand is opgebruikt.
Vul de brandstof zo snel mogelijk aan,
wanneer dit zich op reserveniveau be-
vindt. Zorg dat de klep weer in de AAN-
stand wordt geschakeld na het vullen.
Zet de klep op UIT
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING
OPMERKING
ning van de brandstofklep belem-
mert de brandstoftoevoer. Zorg er-
voor dat de klep volledig is geopend
wanneer u rijdt.
10) Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de
rechterkant van het voertuig, naast de
motor.
Druk deze hendel in om de achterrem
te activeren. Wanneer het wordt los-
gelaten moet het pedaal automatisch
terugkeren naar zijn oorspronkelijke
stand. Het remeffect is evenredig met
de kracht die op de hendel wordt uitge-
oefend.
vmo2006-014-014_a
1. Achterrempedaal
11) Gereedschapsset
Het gereedschapskistje zit in het serv-
icevak en bevat gereedschap voor het
basisonderhoud.
_______________
Een verkeerde ope-
67