Stappen voor installatie en opstarten
Lees de
Veiligheidsvoorschriften
Actie
1
Controleer de levering.
2
Zorg er voor dat de installatie-omgeving geschikt is voor de ACS50.
3
Monteer de omvormer.
4
Controleer of de standaardinstellingen van toepassing zijn: nominale frequentie van de motor is 50 Hz; de belasting is
een pomp of een ventilator; maximale uitgangsfrequentie is 50 Hz. Als de standaardinstellingen niet geschikt zijn, pas
dan de DIP switches aan.
5
Controleer dat de MOTOR I NOM potentiometer overeenkomt met de nominale stroom van de motor. Het bepaalt de
werking van de thermische beveiligingsfunctie van de motor.
6
Pas de acceleratie/deceleratietijd potentiometer ACC/DEC aan, indien nodig.
7
Sluit de voedingskabel en de motorkabels aan.
8
Sluit de besturingsdraden aan.
9
Schakel de voeding in. De groene LED licht op. Opmerking: de motor draait als het startsignaal actief is.
10
Stel de toerental-referentie in en activeer het startsignaal. De motor zal accelereren tot de ingestelde toerental-
referentie.
op pagina
3
voordat u verder gaat.
5
Pag.
3
6
8
-
9
10
12
12
13
14
16